3 Instellingen persoonlijke voorkeurenN
C.Fn-11
Wanneer u op de knop <M> drukt, kunt u de
menuscherminstelling vastleggen.
0: Vorige (boven in uitstand)
Geeft het voorgaande menuscherm weer dat werd gebruikt.
Het bovenste menuscherm [Kwaliteit] wordt echter weergegeven
als de schakelaar <4> wordt ingesteld op <2>.
1: Vorige
Geeft het voorgaande menuscherm weer dat werd gebruikt.
2: Boven
Geeft altijd het bovenste menuscherm [Kwaliteit] weer.
C.Fn-12
0: Deactiveren
1: Activeren
Dit is handig voor close-up- en zoomlensopnamen en voorkomt
dat de camera door de spiegelbeweging gaat trillen. Zie pagina 98
voor het opklappen van de spiegel.
C.Fn-13
0: Normaal
Druk op de knop <S> en gebruik <9> om het AF-punt te
selecteren.
1: Subinstelwiel
Zonder eerst op de knop <S> te drukken, kunt u de
Multifunctionele knop <9> gebruiken om het gewenste AF-punt
te selecteren. Wanneer u op de knop <S> drukt, wordt de
automatische AF-puntselectie ingesteld.
2: Hoofdinstelwiel
Zonder eerst op de knop <S> te drukken, kunt u het instelwiel
<5> gebruiken om direct een AF-punt te selecteren. Wanneer u
de knop <S> ingedrukt houdt en aan het snelkeuzewiel <6>
draait, kunt u de belichtingscompensatie instellen.
172
Displaypositie menuknop
Spiegel opklappen
AF punt selectiemethode