j Bediening met de zelfontspanner
Gebruik de zelfontspanner wanneer u zelf op de foto wilt. U kunt de
zelfontspanner gebruiken in alle Basisgebruik- of Creatief gebruik-modi.
Zorg ervoor dat u niet vóór de camera staat wanneer u de ontspanknop indrukt om
de zelfontspanner in werking te stellen. Anders gaat de scherpstelling verloren.
Gebruik een statief als u de zelfontspanner gebruikt.
Als u de zelfontspanner wilt uitschakelen nadat u deze in werking hebt gesteld, drukt u op de knop <R>.
Wanneer u met de zelfontspanner een foto van u zelf maakt, vergrendelt u de focus (pag. 79) op
een onderwerp dat zich ongeveer op dezelfde afstand bevindt als u op het moment van de opname.
U kunt de pieptoon ook uitschakelen. (pag. 100)
50
Druk op de knop <R>.
1
Selecteer <j>.
2
Terwijl u naar het LCD-paneel kijkt, draait u aan
het instelwiel <6> om <j> te selecteren.
Stel scherp op het onderwerp.
3
Kijk in de zoeker en druk de ontspanknop
half in om te controleren of het
focusbevestigingslampje <o> brandt en of
de belichtingsinstelling wordt weergegeven.
Maak de opname.
4
Kijk door de zoeker en druk de
ontspanknop volledig in.
U hoort een pieptoon, het lampje van de
zelfontspanner gaat knipperen en de opname
wordt ongeveer 10 seconden daarna gemaakt.
Gedurende de eerste 8 seconden hoort u een
langzame pieptoon en knippert het lampje.
Gedurende de laatste 2 seconden hoort u een
snellere pieptoon en blijft het lampje branden.
Tijdens de werking van de zelfontspanner
wordt op het LCD-paneel het aantal seconden
afgeteld totdat de opname wordt gemaakt.
9
(
)