Instellingen persoonlijke voorkeurenN
3
C.Fn-01
Als de camera gereed is voor opname, kunt u de functie veranderen die aan <0> is toegewezen.
0: Standaard (geen functie)
1: Verander kwaliteit
Nadat u op <0> hebt gedrukt, kijkt u op het LCD-paneel en draait u
het instelwiel <5> om de opnamekwaliteit rechtstreeks in te stellen.
2: Wijzig beeldstijl
Druk op de knop <0> om het scherm waarin de beeldstijl kan worden
geselecteerd weer te geven op het LCD-scherm. Draai het instelwiel
<5> om een stijl te selecteren en druk vervolgens op <0>.
3: Menu display
Heeft dezelfde functie als de knop <M>.
4: Beeld herhalen
Heeft dezelfde functie als de knop <x>.
C.Fn-02
0: Uit
1: Automatisch
Voor een belichtingstijd van 1 sec. of langer wordt ruisreductie
automatisch uitgevoerd als lange belichtingsruis wordt gedetecteerd.
Het instellen op [Automatisch] is in de meeste gevallen effectief.
2: Aan
Ruisreductie wordt uitgevoerd voor alle belichtingstijden van 1 sec. of langer. Wanneer u
deze instelling gebruikt, kan de ruis zelfs worden gereduceerd als de ruis eigenlijk te weinig
is om te worden gedetecteerd en gereduceerd door de instelling [Automatisch].
Nadat de opname is gemaakt, is de tijd die nodig is voor de ruisreductie
gelijk aan de belichtingstijd. U kunt pas weer opnamen maken als het
ruisreductieproces is voltooid.
C.Fn-03
0: Automatisch
1: 1/250sec. (vast)
Stelt de flitssynchronisatietijd in op 1/250 sec. in de modus
AE-diafragmaprioriteit (Av). (Bij donkere achtergronden zoals een
nachthemel, zal de achtergrond van het onderwerp donker zijn.)
168
SET func.bij fotograferen
Lange sluitertijd ruisred.
Flits sync. snelheid Av mode