Bediening
Zeefzonnen
Snel en gemakkelijk: afzonderlijke afstelling van de hoogte, kanteling en hoek van de
verschillende geleidingsrekken na het losdraaien van de 4 zeskantmoeren (7).
Voor een soepel bietenstroom die de bieten zo weinig mogelijk beschadigd, moe-
ten de geleidingsrekken een zeer nauwkeurig basisinstelling hebben in alle 3 de rich-
tingen. Bij het overgeven van de bieten van het ene buitengeleidingsrek naar het
andere, mogen de bieten niet tegen de dwarsgeplaatste steunas (8) worden geslagen.
Daarom moet het einde van de geleidingsrekstang altijd binnen de steunas (8) van het
volgende geleidingsrek vallen.
312 / 564
7
8
7