GEVAAR
Levensgevaar bij werken in of onder de rooiunit.
– Om het vreemde voorwerp te verwijderen, laat de rooier volledig zakken, zet u de
motor uit en beveiligt u deze tegen onbedoeld inschakelen (deur van de chauf-
feurscabine afsluiten en de sleutel bij u houden, bijv. in uw broekzak).
– Daarna verwijdert u de beklemde stenen.
Door op de buitenbedieningstoets (86) te drukken, kan de hoofdaandrijving van de
rooier vanaf de grond worden bediend (bijv. om te controleren of een storing is verhol-
pen). Wanneer deze toets 2 x kort achter elkaar wordt ingedrukt en daarna vastgehou-
den, wordt deze aandrijving omgekeerd. Wanneer het vreemde voorwerp niet door het
omkeren van de aandrijving kan worden verwijderd, moet het met daarvoor geschikt
gereedschap (bijv. een hamer) worden verwijderd.
86
Schakelaar in het linker spatbord
Schakelaar in het rechter spatbord
Wanneer toets (86) wordt ingedrukt, lopen de ontbladeras en de eventuele bladvijzel
en bladverdelers, de tastwals, alle rooiwalsen, de zeefband en de 1ste, 2de en 3de
zeefzonnen. Bovendien draaien de elevator en de bunkervijzel zolang de toets inge-
drukt gehouden wordt.
Deze toets is ALLEEN actief, wanneer niemand op de chauffeursstoel zit. Bovendien
moet het voertuig in de rooistand staan.
Dat betekent:
Losband uitgeklapt,
Bedrijfsmodus "Akker" geactiveerd.
OPMERKING
Zodra een toets van de buitenbediening wordt ingedrukt, klinkt het geluidssignaal voor
achteruitrijden om de omstanders te waarschuwen.
86
Bediening
Rooier
283 / 564