Bediening
Sturen
6.10.1
Besturing in bedrijfsmodus "Straat"
In bedrijfsmodus "Straat" kunnen de achterwielen door het heen en weer bewegen
van de joystick worden bestuurd als de hoofdschakelaar van het stuur (44) ontgren-
deld is. Bij het rijden op de openbare weg moet de hoofdschakelaar van het stuur altijd
worden vergrendeld. Deze mag UITSLUITEND voor het nemen van scherpe bochten
en bij lage snelheid (onder 12 km/u) worden ontgrendeld. Als de stuurhoofdschakelaar
ontgrendeld is, wordt de rijsnelheid van de machine beperkt.
Gevaar voor dodelijke verwondingen bij het rijden met ontgrendelde stuurhoofd-
schakelaar.
Een technisch defect kan bij hogere snelheden leiden tot ongecontroleerde zwenkbe-
wegingen van het voertuig. Daardoor kunnen andere weggebruikers ernstig in gevaar
of dodelijk gewond raken.
– De hoofdschakelaar van het stuur mag daarom alleen onder de genoemde voor-
6.10.1.1
Synchroonbesturing
De synchroonbesturing beweegt het knikpunt altijd synchroon tot de aanslag van de
voorwielen met het stuur mee. In tegenstelling tot stuurwijze "Keerstuurmodus" stuurt
de knikbesturing bij synchroonbesturing alleen door olieverplaatsing van de voorasbe-
sturing. Daarom stuurt het knikpunt met
zonder ingrijpen door de elektronica. Als de machine volledig wendbaar moet zijn,
Pagina
6.10.1.2
Achteras in middelste stand zetten
– Bedrijfsmodus "Straat" selecteren
– Ontgrendel de hoofdschakelaar van het stuur (44)
– Minstens 0,5 km/u rijden en daarbij de multifunctionele knop (3) op de joystick kort
Daarna gaan de achterwielen vanzelf recht staan.
Toets (2) en multifunctionele knop (11) hebben dezelfde functie. Wanneer u de ach-
terwielen met de multifunctionele knop (11) in de middelste stand wilt zetten, wordt de
functie pas uitgevoerd wanneer u de multifunctionele knop loslaat.
200 / 564
GEVAAR
waarden en alleen zolang dit absoluut noodzakelijk is worden ontgrendeld op de
openbare weg.
202).
indrukken en weer loslaten
44
/
van de knikhoek van de keerstuurmodus
1
3
(Zie