Bediening
Rooier
6.14.2
Dieptevoering
Op de rooiunit bevinden zich op de tastwals zeven tastwielen. Zoals de naam al aan-
geeft, mogen deze wielen de rooier in geen geval dragen, maar moet ze het grond-
oppervlak alleen aftasten. Daarom wordt de rooiunit voornamelijk gedragen door de
beide driepuntcilinders, die zich tussen het chassis en het hoofdframe van de rooier
bevinden. Deze beide cilinders worden via een elektronisch geregeld stuurblok aange-
stuurd.
De diepteregeling wordt automatisch geactiveerd zodra de tastwals de grond raakt. Op
de R-Touch verschijnt symbool
stopt de automatische diepteregeling met werken. Zodra de machine weer gaat rijden,
gaat de automatische diepteregeling weer werken.
De hectareteller bepaalt de gerooide oppervlakte alleen wanneer de dieptevoering
actief is.
In het menu "Basisinstellingen", in het submenu "Voorzetapparaat", in de regel "Stand
dieptevoering" kan de fijngevoeligheid van de regelaar in 10 standen worden inge-
steld.
Wanneer bij het uitheffen van de driepunt één van de twee hiernaast getoonde waar-
schuwingssymbolen verschijnt op de R-Touch, kan de tastwals niet volledig naar bene-
den bewegen. Dit wordt veroorzaakt door vreemde voorwerpen rond de ophanging
van de tastwals.
258 / 564
Voorzetapparaat
Heffen extra hakselaar
Stand dieptevoering
Rijafstand (mm)
Reinigingswalsen begrenzen
Rooier heffen + multifunctionele knop
Stand R-Trim
Stand automatisme afzonderlijke rijen
Zijdelings verschuiving rooier
. Als de machine tijdens het rooien wordt gestopt,
UIT
5
500
50OFF
AUTO
UIT
5
AUTO
5