nl
2. Invoerdialoog "Controle"
Mogelijkheden voor het bepalen van de puntcoördinaten van controlepunten
handmatig invoeren
uit een lijst met opgeslagen punten selecteren
uit een CAD-afbeelding met opgeslagen punten selecteren
AANWIJZING
Als de stationsetup zonder hoogtes is ingesteld, worden de hoogtegegevens en alle relevante weergaven onderdrukt.
Gegevensopslag van de afbakening
Puntnummer
Noordcoördinaten (gegeven)
58
Selectie applicatie Controle
@
Terug naar vorige dialoog 4. Dialoog bevestigen
@
5. Punt selecteren
Invoer van de afbakeningsinstellingen. Sor-
;
teercriteria voor automatisch puntadvies, au-
tomatisch volgen van punten (Aan/Uit), afbake-
ningstoleranties, meetvertraging, om de pris-
mastaaf voor de afstandmeting goed te kunnen
uitrichten
Het volgende punt selecteren, als in de instel-
=
lingen de automatische puntselectie werd inge-
steld
Dialoog bevestigen
%
Punt selecteren
&
Terugkeren naar vorige dialoog
@
Invoeren resp. weergeven van de bij het punt
;
behorende attributen
Dialoog bevestigen en gegevens opslaan
=
Naam van het op te meten punt
Gegeven noordcoördinaten