Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Hilti POS 150 Handleiding
Verberg thumbnails Zie ook voor POS 150:
Inhoudsopgave

Advertenties

POS 150/180
Nederlands
Printed: 08.05.2018 | Doc-Nr: PUB / 5179015 / 000 / 05

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Hilti POS 150

  • Pagina 1 POS 150/180 Nederlands Printed: 08.05.2018 | Doc-Nr: PUB / 5179015 / 000 / 05...
  • Pagina 2 Printed: 08.05.2018 | Doc-Nr: PUB / 5179015 / 000 / 05...
  • Pagina 3: Inhoudsopgave

    Meetmodus (prisma, POS 150/180) ........
  • Pagina 4 Hilti Repair Service ........
  • Pagina 5 Functiemenu (FNC) ..........Functie selecteren .
  • Pagina 6 10.3.3 Met Hilti Point Creator ........
  • Pagina 7: Veiligheid

    ..........107 12.3.1 Functie-overzicht Hilti Point Creator ....... . 108 Data-aansluiting via RS 232 .
  • Pagina 8: Zorgvuldige Omgang En Gebruik Van Accu's

    ▶ Gebruik of laad geen accu's die aan stootbelasting zijn blootgesteld, van hoger dan een meter gevallen zijn of op een andere manier beschadigd zijn. Neem in dit geval contact op met de Hilti Service. ▶ Als de accu zo heet is dat hij niet kan worden vastgepakt, kan deze defect zijn. Zet het product op een niet-brandbare plaats met voldoende afstand tot brandbaar materiaal, waar het in de gaten kan worden gehouden, en laat het afkoelen.
  • Pagina 9: Elektromagnetische Compatibiliteit

    In dit geval of wanneer u niet zeker bent, dienen controlemetingen te worden uitgevoerd. Ook kan Hilti niet uitsluiten dat andere apparaten (bijv. navigatie-inrichtingen van vliegtuigen) worden gestoord. Het apparaat voldoet aan klasse A;...
  • Pagina 10: Conformiteitsverklaring

    Het totaalstation wordt bediend met de controller POC 100 of POC 200. Voor gegevensoverdracht tussen totaalstation en PC en vice versa, gegevensverwerking en gegevensuitvoer naar andere systemen staat de PC-software Hilti PROFIS Layout ter beschikking. Ook is een rechtstreekse uitgifte van de controller op een USB-gegevensdrager mogelijk.
  • Pagina 11: Standaard Leveringsomvang

    Standaard leveringsomvang 1 totaalstation POS 150 1 Hilti totaalstation koffer POS 150 resp. POS 180 2 riemen voor totaalstation koffer POA 65 1 fabriekscertificaat voor POS 150/180 1 accu POA 84 voor POS 150/180 1 netvoeding POA 85 voor POS 150/180...
  • Pagina 12: Laser-Afstandsmeting/Laserpointer (Pos 150/180)

    Nauwkeurigheid (tracking) ±10 mm+ 2 ppm (0,4 ft + 2 ppm) Meetduur (standaard) 3 s … 10 s Meetduur (standaard) 0,7 s Volgen van doelen met laser (POS 150/180) Laserklasse Maximale meetafstand 300 m (984 ft) Nauwkeurigheid < 2" Zoektijden (typisch) 2 s …...
  • Pagina 13: Draadloze Communicatie (Tussen Pos 150/180 En Poc 100/Poc 200)

    Draadloze communicatie (tussen POS 150/180 en POC 100/POC 200) Frequentiegebied 2.400 MHz … 2.483,5 MHz Maximaal uitgestraald zendvermogen 19,3 dBm Reikwijdte 300 m … 800 m (984 ft … 2.624 ft - 10 in) 3.10 Interfaces (POC 100/POC 200) Externe data-aansluiting 3.11...
  • Pagina 14: Temperatuur (Poc 200)

    Bedrijfstemperatuur −30 ℃ … 60 ℃ (−22 ℉ … 140 ℉) Opslagtemperatuur −40 ℃ … 70 ℃ (−40 ℉ … 158 ℉) 3.18 Display POS 150/180 POC 100 POC 200 Display Monochroom, 96 x 49 Kleurendisplay, TFT, Kleurendisplay, TFT, pixels...
  • Pagina 15: Accu

    POS 150/180 Gewicht 0,18 kg (0,40 lb) Bedrijfstemperatuur −20 ℃ … 40 ℃ (−4 ℉ … 104 ℉) Opslagtemperatuur −30 ℃ … 70 ℃ (−22 ℉ … 158 ℉) 3.22 Accu POS 150/180 POC 100 POC 200 Type POA 84, Lithium-ion;...
  • Pagina 16: Bouwlijnen

    4.1.2 Bouwlijnen Over het algemeen worden voor aanvang van de bouw eerst in en om het bouwterrein hoogtemarkeringen en bouwlijnen uitgezet door een meetbedrijf. Voor iedere bouwlijn worden 2 uiteinden op de grond gemarkeerd. Vanuit deze markeringen worden de afzonderlijke bouwelementen uitgezet. Bij grotere gebouwen is een groot aantal bouwlijnen aanwezig.
  • Pagina 17: Begrippen En Hun Beschrijvingen

    4.1.5 Begrippen en hun beschrijvingen Richtas Lijn door richtkruis en objectiefmidden (telescoopas) Tapoffset Draaias van de telescoop Verticale as Draaias van het gehele apparaat Zenit Richting van de zwaartekracht naar boven Horizon Richting haaks op de zwaartekracht Nadir Richting van de zwaartekracht naar beneden Verticale cirkel Hoekcirkel, waarvan de waarden wijzigen wanneer de telescoop omhoog of omlaag wordt bewogen...
  • Pagina 18: Hoekmeetsysteem

    ΔHv Delta verticale hoek Schuine afstand Horizontale afstand ΔAh Delta horizontale afstand Instrumenthoogte Reflectorhoogte Ref. hoogte Referentiehoogte Stat H Stationhoogte H(z) Hoogte O(y) Oost N(x) Noord Offset Offset Lijn ΔH(z) Delta hoogte ΔO(y) Delta oosten ΔN(x) Delta noord-coördinaat ΔOffs Delta offset ΔLn Delta lijn Hoekmeetsysteem...
  • Pagina 19: Tweeascompensator

    4.2.3 Tweeascompensator Een compensator is in principe een nivelleersysteem, bijv. elektronische libellen, voor het bepalen van de resterende helling van de assen van het totaalstation. Als de betreffende assen van het totaalstation niet verticaal resp. horizontaal zijn, leidt dit afhankelijk van de hellingshoek van het apparaat tot meer of minder ernstige fouten bij de hoekmetingen.
  • Pagina 20: Afstandsmeting

    Bovendien staat de reflectorstaaf afstandsmetingen toe voor markeerpunten op de grond. Controleer regelmatig de afstelling van de zichtbare lasermeetstraal ten opzichte van de richtas. Als een afstelling noodzakelijk is of als u niet zeker bent, kunt u zich tot uw Hilti Service Center wenden. 4.3.2 Richtpunten 4.3.2.1 Prismadoelen...
  • Pagina 21: Reflectorplaten En Reflectiefolies

    Prisma's hebben altijd een prismaconstante afhankelijk van de inwendige lichtweg. Om betrouwbaar afstanden resp. richtpuntposities te kunnen meten, moet er beslist op worden gelet dat het juiste prisma met de juiste prismaconstante wordt gebruikt resp. geselecteerd. 4.3.2.2 Reflectorplaten en reflectiefolies Met het apparaat kunnen betrouwbare afstandsmetingen tot circa 300 m op een van reflectiefolie voorziene reflectorplaat of op geplakte reflectiefolies worden uitgevoerd, mits de laserstraal de reflectiefolie onder een loodrechte hoek raakt.
  • Pagina 22: Gids

    Reflectorloos meten (RL) kan de zichtbare meetstraal permanent worden ingeschakeld (laserpointer). De laserpointer kan binnenshuis als zichtbaar meet- en afbakeningspunt worden gebruikt. Gegevenspunten De Hilti totaalstations meten gegevens waarvan de resultaten een meetpunt opleveren. Nederlands Printed: 08.05.2018 | Doc-Nr: PUB / 5179015 / 000 / 05...
  • Pagina 23: Puntselectie

    Op dezelfde manier worden gegevenspunten met hun positiebeschrijving in applicaties, bijv. locatie of stationsvastlegging, gebruikt. Om de selectie van de punten te vergemakkelijken resp. te versnellen, zijn er verschillende mogelijkheden voor puntselectie in het Hilti totaalstation beschikbaar. 4.7.1 Puntselectie De puntselectie is een belangrijk onderdeel van een totaalstationsysteem, omdat daarbij in het algemeen punten worden gemeten en ook steeds weer punten worden gebruikt voor de afbakening, voor de stations evenals voor oriëntaties en vergelijkingsmetingen.
  • Pagina 24: Eerste Stappen

    Eerste stappen Weergave- en bedieningselementen op het controller-touchscreen POC 100 1. Aanwijzing 2. Accuniveau, draadloze verbindings- en meetdoelstatus 3. Menuweergave (actie, tijd en datum) 4. Verschillende toepassingen 5. Buttonbalk Accu laden 5.2.1 Accu van de controller opladen in het apparaat 1.
  • Pagina 25: Accu Van Het Totaalstation Opladen

    5.2.2 Accu van het totaalstation opladen 1. Sluit de netvoeding aan op de acculader. 2. Plaats de accu in de acculader. ◁ Tijdens het opladen knippert de groene LED op de acculader. ◁ Als het opladen beëindigd is, brandt de groene LED op de acculader constant. Accu verwijderen en omwisselen 5.3.1 Accu van het totaalstation omwisselen...
  • Pagina 26: Accu Van De Controller Omwisselen

    Het totaalstation wordt uitsluitend met de controller bediend. Daarom moet beslist een radiografi- sche verbinding tussen de controller en het totaalstation tot stand worden gebracht. 2. Start de Hilti applicatie onder Start/Programma's op de controller. 3. Nivelleer het totaalstation met de weergegeven elektronische libel op een stabiele ondergrond of een statief.
  • Pagina 27: Bedieningselementen En Weergaven

    Bedieningselementen en weergaven 5.6.1 Bedieningspaneel op het totaalstation Het bedieningspaneel bestaat uit een 5-regelig display met 4 toetsen. Met dit bedieningspaneel worden basisinstellingen van het totaalstation uitgevoerd. Functietoetsen van het totaalstation → Pagina 25 Functietoetsen van het totaalstation Apparaat in- resp. uitschakelen Laserlood aan/uit Focusverplaatsing omlaag, rollerend Bevestiging van de geselecteerde weergave.
  • Pagina 28: Statusweergaven

    Het bedieningspaneel van de controller bestaat uit in totaal 7 toetsen met daarop aangebrachte symbolen en uit een aanraakgevoelig scherm (touchscreen) voor de interactieve bediening. Functietoetsen op de controller → Pagina 26 Functietoetsen op de controller Apparaat in- resp. uitschakelen Achtergrondverlichting in- resp.
  • Pagina 29: Controller In-/Uitschakelen

    De in- resp. uitschakeltoets indrukken. 1. Afbreken en terugkeren naar het vorige scherm 2. Hilti applicatie wordt beëindigd, controller blijft ingeschakeld 3. Controller opnieuw starten Eventueel niet opgeslagen gegevens gaan daarbij verloren.
  • Pagina 30: Apparaat Opstellen

    5.8.2 Apparaat opstellen 1. Plaats het statief met het midden van de statiefkop grofweg boven het markeerpunt op de grond. 2. Bevestig het apparaat op het statief, schakel het apparaat en het laserlood in. 3. Beweeg twee poten van het statief zo, dat de laserstraal op de markering op de grond schijnt. Neem daarbij in acht dat de statiefkop grofweg waterpas staat.
  • Pagina 31: Opstelling Op Buizen En Laserlood

    5.8.3 Opstelling op buizen en laserlood Vaak zijn markeerpunten op de grond van buizen voorzien. In dit geval schijnt het laserlood in de buis en is het exacte punt niet zichtbaar. Leg een stuk papier, een folie of een ander licht doorzichtig materiaal op de buis om het laserpunt zichtbaar te maken.
  • Pagina 32: Kalibratie Van De Weergave

    In geval van twijfel het apparaat voor controle naar de Hilti Repair Service brengen. Hilti Repair Service De Hilti Repair Service voert de controle uit en zorgt bij een afwijking voor de reparatie en de hernieuwde controle van de specificatie-overeenstemming van het apparaat. De specificatie-overeenstemming op het moment van de controle wordt schriftelijk bevestigd door het Service Certificate.
  • Pagina 33: Instellingen Zoekparameters

    Instellingen zoekparameters Een van de belangrijkste functionaliteiten van het gemotoriseerde totaalstation is de vervolging en het zoeken van het prisma. Om het zoeken van het prisma te optimaliseren, kunnen verschillende parameters worden ingesteld. Zoekparameter → Pagina 31 Zoekparameter Zoekparameter E instelopties Prismacontactverlies Extrapoleren, stop Extrapolatietijd...
  • Pagina 34: Functiemenu (Fnc)

    Functies toetsen F1 en F2 Functielijst Beschrijving Selectie doeltype Hier kan op elk moment een ander doeltype wor- den geselecteerd, bijv. van het 360°-prisma voor reflectorfolie, etc. Wisselen tussen prisma en RL en de laserpointer Wisselen EDM-type tussen prisma en reflectorloos meten met de laserpointer ingeschakeld met een druk op de knop.
  • Pagina 35: Gidslicht

    Gidslicht De gids bestaat uit een uitgangsopening op de telescoop, waaruit voor de helft groen en rood licht uittreedt. Vier verschillende instellingen zijn mogelijk: • • Knipperfrequentie – langzaam • Knipperfrequentie – snel • Knipperfrequentie – auto Deze instelling zorgt alleen voor knipperen als de verbinding met het prisma wegvalt, anders is het lampje gedoofd.
  • Pagina 36: Laserpointer

    Laserpointer Het apparaat bezit een EDM met verschillende instellingen, afhankelijk van het doel. Bij de EDM-instelling Reflectorloos meten (RL) kan de zichtbare meetstraal permanent worden ingeschakeld (laserpointer). De laserpointer kan binnenshuis als zichtbaar meet- en afbakeningspunt worden gebruikt. Atmosferische correcties Dit apparaat maakt gebruik van laserlicht voor de afstandsmeting.
  • Pagina 37: Displayverlichting

    Displayverlichting De displayverlichting kan met de displayverlichtingstoets in- en uitgeschakeld worden. In ingeschakelde toestand kan de helderheid door het nogmaals bedienen van de toets displayverlichting in 5 stappen van 1/5 tot 5/5 worden geregeld. Hoe groter de helderheid, hoe meer stroom wordt verbruikt. Libel (compensator) 1.
  • Pagina 38: Weergave Actief Project

    8.1.1 Weergave actief project Indien een of meer projecten reeds in het geheugen aanwezig zijn en een daarvan als actief project wordt gebruikt, moet bij elke nieuwe start van een applicatie het project worden bevestigd, of een ander project worden geselecteerd of een nieuw project worden aangemaakt. 8.1.2 Projectkeuze Kies een van de weergegeven projecten uit, die als actueel project moet dienen.
  • Pagina 39: Station Boven Punt Instellen

    2. Bij gebruik van hoogten kan een nieuwe hoogte worden ingesteld (ook nog na het afsluiten van de positionering) 3. Dialoog bevestigen 4. Gebruik van hoogten in- en uitschakelen 5. Selecteren van het puntsysteem, coördinaten of bouwlijnen 6. Selecteren van het type stationering: Via punt of vrije stationering Als bij de stationering de hoogten worden uitgeschakeld, worden alle relevante hoogtegegevens (hoogte, hr, hi) niet weergegeven! Als bij de bepaling van het station de vrije stationering wordt geselecteerd, wordt het coördinatensysteem...
  • Pagina 40 2. Bij gebruik van hoogten kan een nieuwe hoogte worden ingesteld (ook na het afsluiten van de stationering) 3. Dialoog bevestigen 4. Gebruik van hoogten in- en uitschakelen 5. Selecteren van het puntsysteem: Coördinaten 6. Selecteren van het type stationering: Stationering via punt 2.
  • Pagina 41 11. Terugkeren naar vorige dialoog 12. Hoogte van het station vastleggen 13. Resultaten tonen 14. Station instellen 15. Stationsnaam vastleggen BM hoogte meten 16. Terugkeren naar vorige dialoog 17. Hoogte handmatig invoeren 18. Meting activeren 19. Dialoog bevestigen 20. Hoogtepunt selectie 21.
  • Pagina 42: Vrije Stationering

    28. Hoogte handmatig invoeren 29. Instrumenthoogte instellen 30. Reflectorhoogte instellen Na het handmatig invoeren van een hoogte kan met 3 een hoogtepunt worden gericht en gemeten. De stationshoogte wordt als gevolg van de meting naar het hoogtepunt/de hoogtemarkering berekend. Na het handmatig invoeren van een hoogte kan met 4 de stationshoogte rechtstreeks worden ingesteld, zonder dat een meting hoeft te worden uitgevoerd.
  • Pagina 43 1. Terugkeren naar vorige dialoog 2. Station overnemen van laatste project 3. Nieuwe stationering starten 4. Project selecteren 5. Dialoog bevestigen 6. Actueel project 2. Stationeringstype selecteren 7. Terugkeren naar vorige dialoog 8. Bij gebruik van hoogten kan een nieuwe hoogte worden ingesteld (ook nog na het afsluiten van de stationering) 9.
  • Pagina 44 16. Instrumenthoogte instellen 4. Referentiepunten selecteren 17. Terugkeren naar het vorige scherm 18. Hoek van het richtpunt definiëren 19. Richtpunt meten 20. Station berekenen 21. Punt-ID invoeren 22. Reflectorhoogte invoeren 23. Aantal gemeten referentiepunten Selecteer een referentiepunt en activeer de meting. Herhaal de stappen 4 en 2, tot het gewenste aantal referentiepunten voor het bepalen van het station gemeten werd.
  • Pagina 45: Station Met Bouwlijn

    29. Terugkeren naar vorige dialoog 30. Hoogte via punt selecteren 31. Meting activeren 32. Dialoog bevestigen 33. Hoogtepunt / hoogtemarkering selecteren 34. Instrumenthoogte instellen 35. Reflectorhoogte instellen 36. Terugkeren naar vorige dialoog 37. Handmatige hoogte invoeren 38. Meting activeren 39. Dialoog bevestigen 40.
  • Pagina 46: Bouwlijn Met 2 Punten

    8.2.4.1 Bouwlijn met 2 punten De positie van het apparaat bevindt zich op een vrij punt en meet achter elkaar de hoek en afstanden tot twee bouwlijnpunten. Vervolgens wordt de apparaatpositie bepaald uit de metingen ten opzichte van beide bouwlijnpunten en wordt het nulpunt van het coördinatensysteem in het eerste gemeten bouwlijnpunt geplaatst.
  • Pagina 47: Bouwlijn Met 3 Punten

    8.2.4.2 Bouwlijn met 3 punten De positie van het apparaat bevindt zich op een vrij punt en meet achter elkaar de hoek en afstanden tot twee bouwlijnpunten. Vervolgens wordt de apparaatpositie uit de metingen naar de drie bouwlijnpunten berekend en het nulpunt van het coördinatensysteem is de projectie van het derde gemeten punt van de bouwlijn loodrecht op de as van de beide eerst gemeten punten.
  • Pagina 48 7. Terugkeren naar vorige dialoog 8. Meting ten opzichte van het referentiepunt starten 9. Berekening starten (pas mogelijk nadat minstens twee referentiepunten zijn gemeten) 3. Bouwlijnpunt 2 selecteren 10. Terugkeren naar vorige dialoog 11. Meting ten opzichte van het referentiepunt activeren 12.
  • Pagina 49: Station Instellen

    Wanneer de punten een hoogte hebben, worden deze hoogten bepaald en overgenomen. Als de punten geen hoogte hebben, kan door een referentiepunt of een hoogtemarkering een hoogte worden ingesteld. 18. Terugkeren naar vorige dialoog 19. Hoogte via punt selecteren 20. Meting activeren 21.
  • Pagina 50: Hoogte Apparaat Instellen

    8.2.6 Hoogte apparaat instellen Als naast stationering en oriëntatie ook nog met hoogtes moet worden gewerkt, d.w.z. het bepalen of afbakeningen van richtpunthoogtes, is het tevens noodzakelijk de hoogte van het midden van de telescoop van het apparaat vast te leggen. Methoden voor het instellen van de hoogte •...
  • Pagina 51: Applicaties

    Daarmee is het verwerken van grote getallenreeksen of grote hoeveelheden getallen niet meer nodig. 9.1.1 Principe van de afbakeningsprocedure In principe worden met het Hilti totaalstation-systeem POS 150 / 180, afhankelijk van de EDM-modus, twee verschillende afbakeningsprocedures toegepast - prisma- of laser-modus. Afbakeningsprocedure •...
  • Pagina 52: Afbakenen Met Prisma

    9.1.2 Afbakenen met prisma Bij deze methode wordt de EDM op Autolock gezet en wordt het zoeken naar het prisma met de zoektoets op de controller geactiveerd, om de optische verbinding tussen het prisma en het totaalstation tot stand te brengen.
  • Pagina 53 3. Terugkeren naar vorige dialoog 4. Overnemen van de laatste stationering 5. Nieuw station creëren 6. Project selecteren 7. Dialoog bevestigen 8. Actueel project Invoerdialoog "afbakeningspunt" Puntcoördinaten van de afbakingspunten kunnen op drie verschillende manieren worden bepaald: Mogelijkheden voor het bepalen van de puntcoördinaten van afbakeningspunten •...
  • Pagina 54 De opgeslagen gegevens kunnen met de PC software Hilti PROFIS Layout worden uitgelezen, opgeslagen en geprint. Nederlands Printed: 08.05.2018 | Doc-Nr: PUB / 5179015 / 000 / 05...
  • Pagina 55 27. Attributen weergeven 28. Punt uitzetten 29. Nieuw punt selecteren (niet nodig bij Smart Layout) 30. Weergave van de richtingen van het punt 31. Werkbalk 32. Terugkeren naar vorige dialoog 33. Weergave van attributen voor het afbakeningspunt 34. Dialoog bevestigen Als de stationsetup zonder hoogtes is ingesteld, worden de hoogtegegevens en alle relevante weergaven onderdrukt.
  • Pagina 56: Afbakening Met Zichtbare Laser (Laser-Pointer)

    Attribuut 1 – Attribuut 5 Aan het punt gekoppelde attributen 9.1.4 Afbakening met zichtbare laser (Laser-Pointer) Bij deze methode wordt de EDM op laser aan gezet. Daarbij wordt bij de praktische afbakening met de rode stip het afbakeningspunt direct aangestuurd en wordt de afbakeningspositie quasi met de rode stip gemarkeerd.
  • Pagina 57 1. Terugkeren naar het vorige scherm 2. Invoer van de afbakeningsinstellingen: Sorteercriteria voor automatisch puntadvies, automatisch volgen van punten (Aan/Uit), afbakeningstoleranties, meetvertraging, om de prismastaaf voor de afstandmeting goed te kunnen uitrichten 3. Het volgende punt selecteren, als in de instellingen de automatische puntselectie werd ingesteld 4.
  • Pagina 58 De verdere weergaven zijn gelijk aan de weergaven in het vorige hoofdstuk. Gegevensopslag van de afbakening → Pagina 56 Attributen zijn beschrijvingen van het punt en kunnen ofwel direct met de Hilti Point Creator uit AutoCAD of Revit samen met de puntcoördinaten worden opgehaald of handmatig worden ingevoerd.
  • Pagina 59: Meet & Registreer

    Noordcoördinaten (gegeven) Ingevoerde noordcoördinaten, met betrekking tot het referentiecoördinatensysteem Oostcoördinaten (gegeven) Ingevoerde oostcoördinaten, met betrekking tot het referentiecoördinatensysteem Hoogte (gegeven) Ingevoerde hoogtewaarde Noordcoördinaten (gemeten) Gemeten noordcoördinaten, met betrekking tot het referentiecoördinatensysteem Oostcoördinaten (gemeten) Gemeten oostcoördinaten, met betrekking tot het referentiecoördinatensysteem Hoogte (gemeten) Gemeten hoogte dN = noordcoördinaten (gemeten) - noordcoördina-...
  • Pagina 60: Verloop Van De Applicatie Meet & Registreer

    Bij puntmetingen moet er beslist op worden gelet dat de laserpunt met het vizier overeenkomt, anders is een afstelling door de Hilti reparatieservice noodzakelijk. Om de applicatie Meet en registreer te starten, wordt in het menu van de applicaties de betreffende toets geselecteerd.
  • Pagina 61: Referentielijn

    3. Invoeren resp. weergeven van de attributen voor het betreffende meetpunt. Er kunnen maximaal vijf verschillende attributen per meetpunt worden ingevoerd. 4. Afzonderlijke afstand meten 5. Met een druk op de knop afstanden en hoeken meten en tegelijkertijd de bestanden opslaan 6.
  • Pagina 62: Referentielijn Met Prisma

    Na het definiëren van de bouwlijn kan deze nog in drie richtingen worden verschoven een eenmaal worden verdraaid. Verschuiven en verdraaien van de bouwlijn • Verschuiven in lengterichting • Verschuiving in dwarsrichting • Verschuiving in de hoogte • Verdraaien om het startpunt Meetopties voor bouwlijn De bouwlijnmetingen kunnen in twee verschillende toepassingen worden ingedeeld: •...
  • Pagina 63 1. Selectie applicatie Referentielijn 2. Invoerdialoog Bouwlijn definiëren Bouwlijnen voor lijnen en bogen kunnen op drie verschillende manieren worden gedefinieerd: • Grafisch uit een digitaal schema door aantippen • Met coördinaten door het invoeren van coördinaten of selecteren van coördinaten uit een coördinatenlijst •...
  • Pagina 64 • Invoeren van de langs- dwars- en hoogterichting, inclusief verdraaiingshoek 13. Terug naar definiëren van bouwlijn 14. Bevestiging van de ingevoerde verschuivingen. Verder met invoerdialoog langs­, dwars- en hoogtewaar- den. Optie: Afbakening langs- en dwarsmaten Invoerdialoog Lijn / Offset • Invoeren van de langs­, dwars- en hoogterichting, inclusief verdraaiingshoek 15.
  • Pagina 65: Referentielijn Met Zichtbare Laser

    20. Terug naar dialoog verschuiving 21. Wisselen naar de keuzemogelijkheid Afbakening langs- en dwarswaarden 22. Grafische weergave van de referentielijn 23. Wisselen tussen absolute en relatieve hoogte 24. Punt opslaan 25. Terugkeren naar vorige dialoog 26. Punt opslaan 9.3.3 Referentielijn met zichtbare laser Bij deze methode wordt de EDM op laser aan gezet.
  • Pagina 66: Controle

    Na het uitvoeren van de stationsetup wordt de applicatie "Controle" gestart. Afwijkingen van de gegevens en de gemeten positie kunnen worden opgeslagen en als rapport in de Hilti PROFIS Layout worden weergegeven. 9.4.2 Controle met prisma Om punten op te meten wordt eerst de positie met invoer gedefinieerd.
  • Pagina 67: Verloop Van De Applicatie Controle Met Prisma

    9.4.2.1 Verloop van de applicatie Controle met prisma 1. Startdialoog Controle Om de applicatie Controle te starten, in het startmenu de toets Controle indrukken. Afloop 1. Projectkeuze 2. Stationsdefiniëring resp. stationsetup 3. Selectie applicatie Controle 2. Invoerdialoog Controle Mogelijkheden voor het bepalen van de puntcoördinaten van controlepunten •...
  • Pagina 68: Verticale Afbakening (V-Afbakening)

    Gegevensopslag van de afbakening → Pagina 66 Attributen zijn beschrijvingen van het punt en kunnen ofwel direct met de Hilti Point Creator uit AutoCAD of Revit samen met de puntcoördinaten worden opgehaald of handmatig worden ingevoerd. Van Hilti producten zoals pluggen, rails, enz. worden artikelnummer, beschrijving, layer, type grafisch element en kleur uit de AutoCAD of Revit overgenomen.
  • Pagina 69: Vert. Layout Met Bouwlijnen

    Bovendien kunnen door de PC de kaartgegevens als CAD-tekening naar het totaalstation worden verstuurd en als grafische punt resp. grafisch element op het totaalstation voor de afbakening worden geselecteerd. Daarmee is het verwerken van grote getallenreeksen of grote hoeveelheden getallen niet meer nodig. Typische applicaties zijn de positionering van bevestigingspunten bij gevels, muren met rails, buizen, etc.
  • Pagina 70 Een optimale opstelling resp. apparaatpositie is bereikt, als de verhouding van de horizontale referentielengte L tot de afstand Q de verhouding L : Q = 25 : 100 tot 7 : 10 heeft, zodat de ingesloten hoek tussen α = 40° - 100°...
  • Pagina 71 3. Afbreken en terugkeren naar het startmenu 4. Verschuivingen van het referentievlak invoeren 5. Invoer bevestigen en verder met de weergave voor het uitrichten van het apparaat met betrekking tot het uit te zetten punt Richting naar het uitzetpunt Het apparaat wordt met deze weergave uitgericht naar het uit te zetten punt, door het apparaat zo lang te draaien tot de rode richtingwijzer op nul staat.
  • Pagina 72 9. Terugkeren naar het invoeren van de uitzetwaarden 10. Punt opslaan 11. Nieuw punt selecteren (niet nodig bij Smart Layout) Aanwijzingen voor de richtingsbeweging van het gemeten doel → Pagina 70 Uitzetresultaten Weergave van de uitzetverschillen in Lijn, hoogte en Offset (v), gebaseerd op de laatste afstands- en hoekmetingen.
  • Pagina 73: V-Afbakening Met Coördinaten

    Lijn (ingevoerd) Ingevoerde lengteafstand gebaseerd op de referen- tielijn Hoogte (ingevoerd) Ingevoerde hoogtewaarde Offset (v) (ingevoerd) Ingevoerde Offset verticaal op het referentievlak Lijn (gemeten) Gemeten lengteafstand gebaseerd op de referen- tielijn Hoogte (gemeten) Gemeten hoogte Offset (v) (gemeten) Gemeten Offset gebaseerd op het referentievlak ΔLn Verschil in lengtewaarde gebaseerd op de referen- tielijn...
  • Pagina 74 7. Terugkeren naar vorige dialoog 8. Punt handmatig invoeren 9. Dialoog bevestigen 10. Puntselectie uit een lijst 11. Punt zoeken 12. Puntselectie uit afbeelding 13. Werkbalk Afbakeningsresultaten met coördinaten Weergave van de afbakeningsverschillen in coördinaten, gebaseerd op de laatste afstands- en hoekmetingen 14.
  • Pagina 75: Smart Layout

    22. Terugkeren naar het invoeren van de uitzetwaarden 23. Invoeren van de attribuutwaarden 24. Bevestiging Gegevensopslag van de afbakening met coördinaten → Pagina 73 Bij de verticale afbakening wordt altijd gebruik gemaakt van driedimensionale puntbeschrijvingen. Bij de afbakening met bouwlijnen en de afbakening met coördinaten worden de dimensies lijn, hoogte en offset gebruikt.
  • Pagina 76: Activeren En Starten De Van De Smart Layout Functie

    9.6.1 Activeren en starten de van de Smart Layout functie Na het starten van de applicatie Horizontaal Layout kan via de parameterfunctie (2) de functie Smart Layout (3) worden geactiveerd. 1. Terugkeren naar vorige dialoog 2. Parameter plaatsen (selectie van Smart Layout) 3.
  • Pagina 77: Smart Layout

    14. Het volgende punt selecteren 15. Dialoog bevestigen De OK (4) knop is alleen actief zonder puntselectie, wanneer de functie Smart Layout is geactiveerd 9.6.2 Smart Layout In het actieve Smart Layout venster wordt het volgende weergegeven: • Actuele prismapositie met een rode cirkel met kruis •...
  • Pagina 78: Applicaties

    Applicaties De werkbalk (6) aan de rechterkant van het beeldscherm kan met behulp van de vingers omhoog worden getrokken. De werkbalk biedt de volgende functionaliteiten: • Punten uit geïmporteerde CAD-bestanden extraheren • Nieuwe punten / lijnen aanmaken / verwijderen • Berekeningen uitvoeren •...
  • Pagina 79: Punten Uitpakken/Creëren

    Bij sommige functies is het mogelijk om nog meer parameters te definiëren. Als een functie deze mogelijkheid toelaat, is het symbool (1) actief. 9.7.1.1 Punten uitpakken/creëren Creëert de straal/het middelpunt van de boog Creëert offset-punten Verdeelt een lijnstuk of de gehele lijn in even grote stukken Creëert het snijpunt van 2 snijdende lijnen Verwijdert geselecteerde punten Vrije puntselectie...
  • Pagina 80: Offset-Punten Creëren

    Creëert een lijn tussen 2 punten 9.7.1.2 Offset-punten creëren Met deze functie kunnen puntnummer, lengtewaarde en offsetwaarde worden ingevoerd. 9.7.1.3 Delen van een lijnstuk of een lijn Een lijnstuk of een hele lijn kan worden verdeeld in even grote stukken. •...
  • Pagina 81: Invers

    9.7.3.1 Invers De volgende selectiemogelijkheden voor de berekening zijn beschikbaar: • 2 punten: De richtingshoek en afstand worden berekend. • Lijn- /boogelement: De richtingshoek en lijn-/booglengte worden berekend. • Lijn- /boogelement en punt: De lijn-/booglengte en offset worden berekend. 1. CoGo Invers selecteren 2.
  • Pagina 82: Offset

    4. Terugkeren naar vorige dialoog 5. Dialoog beëindigen 9.7.3.2 Offset Met behulp van de functie Dwars kunnen offset-punten langs lijnen en bogen worden berekend. Om de berekening te starten, moet het volgende worden geselecteerd: • een lijn of • een boog. 1.
  • Pagina 83: Snijpunt

    4. Terugkeren naar vorige dialoog 5. Dialoog bevestigen 6. Startpunt selecteren 7. Interval invoeren 8. Offset invoeren 4. Resultaat weergeven 9. Terugkeren naar vorige dialoog 10. Dialoog bevestigen 11. Opslaan van de nieuwe punten 12. Elementen met offset-punten 9.7.3.3 Snijpunt Met behulp van de functie Snijpunt kan het snijpunt van 2 elementen worden berekend.
  • Pagina 84: Hoek

    1. Terugkeren naar vorige dialoog 2. Dialoog bevestigen 3. Grafiek 4. Werkbalk Om de berekening te starten, moet het volgende worden geselecteerd: • twee lijnen of • een lijn en een boog of • twee bogen. Daarna kan de berekening met (4) worden gestart. 3.
  • Pagina 85: Oppervlak Berekenen

    1. Terugkeren naar vorige dialoog 2. Handmatige puntinvoer 3. Dialoog bevestigen 4. Werkbalk 5. Grafische resultaten weergeven 6. Numerieke resultaten weergeven Om de berekening te starten moeten 3 punten worden geselecteerd:. Daarna kan de berekening met (4) worden gestart. 3. Resultaat weergeven 7.
  • Pagina 86: Layer

    1. Terugkeren naar vorige dialoog 2. Dialoog bevestigen 3. Grafiek Door opnieuw op een geselecteerd punt te klikken kan dit worden gewist. 3. Resultaat weergeven 4. Terugkeren naar vorige dialoog 5. Opslaan 6. Weergave van de resultaten 9.7.4 Layer Met de layer-functie is het mogelijk om afzonderlijke layers te activeren of te deactiveren. 1.
  • Pagina 87: Spanmaat

    9.7.5 Spanmaat Met de applicatie Spanmaat worden 2 vrij in de ruimte liggende punten gemeten om de horizontale afstand, de schuine afstand, het hoogteverschil en de helling tussen de punten te bepalen. Symbolen → Pagina 86 1. Terugkeren naar vorige dialoog 2.
  • Pagina 88 Meting van de eerste beide punten. Na de uitslag een nieuwe lijn en een nieuw basispunt selecteren en het nieuwe tweede punt meten. Symbolen Tekent een boog van 3 punten Creëert een lijn tussen 2 punten Tekent een boog uit twee punten en een straal Vrije puntselectie Creëert een radius resp.
  • Pagina 89: Verloop Van De Applicatie Spanmaat

    Selecteren van het CAD-layer Weergave van alle relevante informatie over het geselecteerde object Offset punt 9.7.5.1 Verloop van de applicatie Spanmaat Om de applicatie Spanmaat te starten, in het startmenu de toets Spanmaat indrukken. 1. Startdialoog Spanmaat 1. Selectie applicatie Spanmaat 2.
  • Pagina 90: Principe Van De Oppervlaktemeting

    5. Terugkeren naar vorige dialoog 6. Invoeren resp. weergeven van de bij het punt behorende attributen 7. Meting activeren 8. Resultaten tonen Bij de radiale spanmaat heeft de meting van elk verder punt (P ) altijd weer betrekking op het eerste punt (P Bij de lijnspanmaat heeft elke nieuwe meting (P ) betrekking op het laatst gemeten punt (P...
  • Pagina 91: Verloop Van De Applicatie Oppervlaktemeting

    Het horizontale oppervlak wordt berekend doordat de gemeten punten in het horizontale vlak worden geprojecteerd. De punten moeten in een zodanige volgorde worden gemeten, dat zij een oppervlakte omsluiten. Voor de berekening wordt het Oppervlakte altijd tussen het laatste en het eerste gemeten punt gesloten. 9.7.6.1 Verloop van de applicatie oppervlaktemeting Om de applicatie Oppervlaktemeting te starten, in het startmenu de toets Oppervlaktemeting indrukken.
  • Pagina 92: Theodoliet

    10. Laatste punt wissen 11. Punt meten 12. Resultaat weergeven Resultaten De resultaten worden opgeslagen in het interne geheugen en kunnen op de PC met Hilti PROFIS Layout worden weergegeven resp. geprint. Gegevensopslag oppervlaktemeting → Pagina 90 Gegevensopslag oppervlaktemeting Oppervlakken Oppervlak in basiseenheden, bijv.
  • Pagina 93: Horizontale Cirkelweergave Instellen

    1. Terugkeren naar vorige dialoog 2. Instellen van hoeken 3. Continue meting 4. Weergave van de verticale hoek in percentage 5. Meting activeren 6. Actuele Hh-cirkelaflezing aanhouden 7. Actuele Hh-hoek op nul zetten 8. Dialoog bevestigen 9. Afbreken en terugkeren naar het vorige scherm zonder de Hh-waarde te wijzigen 10.
  • Pagina 94: Cirkelaflezing Handmatig Invoeren

    1. Actuele Hh-cirkelaflezing aanhouden 2. Actuele Hh-hoek op nul zetten 3. Dialoog bevestigen 4. Afbreken en terugkeren naar het vorige scherm zonder de Hh-waarde te wijzigen 5. Hh-waarde instellen op het display 9.7.7.3 Cirkelaflezing handmatig invoeren Elke willekeurige cirkelaflezing kan in elke positie handmatig worden ingevoerd. 1.
  • Pagina 95: Indirecte Hoogtemeting

    1. Verticale hoekaanduiding omschakelen tussen graden en procenten 9.7.8 Indirecte hoogtemeting 9.7.8.1 Principe van de indirecte hoogtemeting Met de indirecte hoogtemeting worden hoogteverschillen bepaald ten opzichte van ontoegankelijke plaatsen resp. ontoegankelijke punten, als deze geen directe afstandsmeting toelaten. Met de indirecte hoogtemeting kan bijna elke hoogte of diepte worden bepaald, bijv. de hoogte van kraanarmen, de diepte van bouwputten en nog veel meer.
  • Pagina 96: Indirecte Hoogtebepaling

    9.7.8.2 Indirecte hoogtebepaling Metingen voor het 1e referentiepunt Voor het 1e meetpunt wordt een hoek- en afstandsmeting uitgevoerd. De afstand tot het punt kan direct of met behulp van de reflectorstaaf worden gemeten, afhankelijk van de toegankelijkheid van het 1e referentiepunt. 1.
  • Pagina 97 In principe wordt van twee gemeten punten gecontroleerd, of deze in de ruimte loodrecht boven elkaar staan. De metingen kunnen, afhankelijk van de gewenste toepassing, met of zonder reflectorstaaf gebeuren. 1. Selecteren van de applicatie Verticaal uitrichten Na het oproepen van de applicatie worden de projecten resp. de projectkeuze weergegeven. Het instellen van het station is hierbij niet noodzakelijk.
  • Pagina 98: Gegevens En Gegevensverwerking

    Gegevens en gegevensverwerking 10.1 Inleiding De Hilti totaalstations slaan gegevens altijd in het interne geheugen op. Gegevens zijn meetwaarden, d.w.z. hoek- en afstandswaarden, die afhankelijk van de instellingen resp. applicatie gebaseerd zijn op de bouwlijn, zoals Lijn en Offset of coördinaten.
  • Pagina 99: Punten Met Grafische Elementen

    10.3.3 Met Hilti Point Creator De software Hilti Point Creator is een plugin, die in AutoCAD vanaf versie 2010 kan worden geïnstalleerd. Met de Hilti Point Creator worden punten met coördinaten uit 2D- en 3D-tekeningen geëxtraheerd. Bovendien worden beschrijvingen (attributen) voor deze posities uit het AutoCAD 2D/3D model gehaald.
  • Pagina 100: Gegevensgeheugen

    10.4 Gegevensgeheugen 10.4.1 Intern geheugen totaalmeter Het Hilti totaalstation slaat in de applicaties gegevens op die op passende wijze georganiseerd zijn. Punt- resp. meetgegevens zijn in het systeem georganiseerd aan de hand van projecten en apparaatstations. Project Bij een project behoort een enkel blok controlepunten (vaste punten) resp. uitzetpunten.
  • Pagina 101: Import / Export Manager

    1. Informatie over het project 2. Projectmanager selecteren 3. Import / Export Manager selecteren 2. Startdialoog Info • Import/Export Manager (import/export van puntgegevens) • Project Manager (projectopties weergeven, opstellen, verwijderen) • Punt Manager (vaste punten weergeven, opstellen, verwijderen, bewerken plus meetpunten weergeven, verwijderen) •...
  • Pagina 102: Import Van Punten

    5. Optie exporteren van gegevens 6. Optie importeren van DXF-gegevens 11.2.1.1 Import van punten 1. Terug naar de vorige dialoog 2. Dialoog bevestigen 3. Gebruikersnaam invoeren 4. Wachtwoord invoeren 1. Terug naar de vorige dialoog 2. Dialoog bevestigen 3. Importbestand selecteren 4.
  • Pagina 103: Export Van Punten

    Met deze optie worden gegevens van aangesloten USB-gegevensdragers rechtstreeks in het geselecteerde project geladen. Alle punten met coördinaten worden als vaste punten geïmporteerd, d.w.z. de punten kunnen worden gebruikt voor de positionering, afbakening en voor de grafiek (lijnen, bogen). Bij het importeren worden de punten aan de hand van de puntnummers met de in het project aanwezige puntnummers vergeleken.
  • Pagina 104: Intern Kopiëren Van Gegevens

    11.2.1.3 Intern kopiëren van gegevens Deze optie maakt het mogelijk, een backup van een project in het interne geheugen te maken. Daarbij worden alle projectgegevens onder een nieuwe naam opgeslagen. 1. Terug naar de vorige dialoog 2. Dialoog bevestigen 3. Exportbron selecteren 4.
  • Pagina 105: Projectmanager

    11.2.2 Projectmanager 1. Terugkeren naar startdialoog gegevensmanager 2. Projectgegevens 3. Project nieuw aanmaken 4. Project verwijderen 5. Gemarkeerd project bevestigen als actueel project 11.2.3 Puntmanager 1. Terugkeren naar startdialoog gegevensmanager 2. Optie vaste punten 3. Optie meetpunten 4. Optie Alle punten tonen 11.2.3.1 Vaste punten Vaste punten kunnen worden weergegeven, verwijderd, gewijzigd en nieuw worden ingevoerd.
  • Pagina 106: Doelzoeken

    • Elk meetpunt kan na het selecteren van het station individueel worden verwijderd • Alle meetpunten kunnen tegelijkertijd worden verwijderd als het station wordt gewist Bij het wissen van meetpunten moet uiterst zorgvuldig te werk worden gegaan. Als bijv. een station wordt gewist en daarmee alle aangekoppelde meetpunten, kunnen een groot aantal meeturen of het werk van een dag verloren gaan.
  • Pagina 107: Gegevensuitwisseling

    Gegevensuitwisseling 12.1 Inleiding Mogelijkheden voor de gegevensuitwisseling tussen het totaalstationsysteem POS 150 / 180 en de PC Verbinding met het PC-programma Hilti PROFIS Layout • De verzonden gegevens zijn binair en kunnen zonder dit programma niet worden gelezen. De gegevens- uitwisseling kan plaatsvinden met de meegeleverde USB-datakabel of met een USB-massaopslag.
  • Pagina 108: Hilti Profis Layout

    Applicatieresultaten zoals afbakeningsverschillen, oppervlakteresultaten enz. kunnen door Hilti PROFIS Layout in tekstformaat als Reports worden weggeschreven. Samenvatting Tussen het totaalstation en Hilti PROFIS Layout kunnen aan beide zijden de volgende gegevens worden uitgewisseld. Gegevensuitwisseling totaalstation naar Hilti PROFIS Layout Nederlands...
  • Pagina 109: Hilti Profis Layout Gegevensuitvoer (Exporteren)

    12.3 Hilti Point Creator De software Hilti Point Creator is een plug-in, die in AutoCAD vanaf versie 2010 kan worden geïnstalleerd. Met de Hilti Point Creator worden punten met coördinaten uit 2D- en 3D-tekeningen geëxtraheerd. Bovendien worden beschrijvingen (attributen) voor deze posities uit het AutoCAD 2D/3D model gehaald. De attributen Nederlands Printed: 08.05.2018 | Doc-Nr: PUB / 5179015 / 000 / 05...
  • Pagina 110: Functie-Overzicht Hilti Point Creator

    • Uitgifte van de geëxtraheerde punten conform de instellingen in verschillende uitgifteformaten Link naar de Hilti BIM/CAD Library Downloadt van het internet Hilti BIM/CAD objecten en plaatst deze in AutoCAD of Revit, of andere • designsoftware. De gegenereerde punten met attributen worden van en puntaanduiding voorzien. Deze worden op een door de gebruiker gedefinieerde Layer (standaard is Hilti) gekopieerd en kunnen in verschillende gegevensformaten worden uitgevoerd.
  • Pagina 111: Data-Aansluiting Via Rs 232

    Hilti, omdat deze fout mechanisch moet worden gecorrigeerd. Omdat met het Hilti totaalstationsysteem in de applicaties primair een positie wordt gemeten, is het raadzaam met regelmatige intervallen een kalibratie in het veld of op de bouwplaats uit te voeren. Dit geldt met name als regelmatig steilere zichtverbindingen moeten worden uitgevoerd.
  • Pagina 112: Controle Laserpunt Bij Het Richtkruis

    De afwijking van de laserpunt ten opzichte van het middelpunt van de doelplaat mag niet meer dan 5 mm (op 30 m) bedragen. Als de afwijking groter is, contact opnemen met de apparaatservice resp. de Hilti reparatieservice. 14.3 Verloop van de applicatie kalibratie Het apparaat voorzichtig bedienen om trillingen te vermijden.
  • Pagina 113: Kalibratie Van De Hellingshoeksensor

    3. Oproepen van de kalibratie onder Config 2. Startdialoog Configuratie • Start kalibratie in configuratiemenu 4. Terugkeren naar de systeemdialoog 5. Kalibratie starten In de volgende hoofdstukken wordt de volgorde en procedure van de verschillende kalibraties beschreven. 14.3.1 Kalibratie van de hellingshoeksensor De hellingshoeksensor is een belangrijke sensor in het totaalstation-systeem en zorgt voor nauwkeurige metingen bij steile zichtverbindingen.
  • Pagina 114: Kalibratie Van Richtasfout En De V-Index

    Voor de kalibratie is beslist een door Hilti aangeboden prisma noodzakelijk. Bij voorkeur het grote 360°-prisma POA 20 op een afstand van 50 – 70 m, zonder directe zonne-instraling op het prisma of in de objectiefopening.
  • Pagina 115: Hilti Repair Service

    Daarmee is de kalibratie beëindigd. 14.3.4 Hilti Repair Service De Hilti Repair Service voert de controle uit en zorgt bij een afwijking voor de reparatie en de hernieuwde controle van de specificatie-overeenstemming van het apparaat. De specificatie-overeenstemming op het moment van de controle wordt schriftelijk bevestigd door het Service Certificate.
  • Pagina 116: Transport

    Voor het verzenden van het apparaat moeten de batterijen worden geïsoleerd of uit het apparaat worden verwijderd. Lekkende batterijen/accu's kunnen het apparaat beschadigen. Gebruik voor het transport of de verzending van uw uitrusting de kartonnen verzenddoos van Hilti of een gelijkwaardige verpakking.
  • Pagina 117 ▶ Dit product moet alle ontvangen storingen aanvaarden, inclusief stralingen die voor een ongewenste werking zorgen. Nederlands Printed: 08.05.2018 | Doc-Nr: PUB / 5179015 / 000 / 05...
  • Pagina 118 Printed: 08.05.2018 | Doc-Nr: PUB / 5179015 / 000 / 05...
  • Pagina 119 Printed: 08.05.2018 | Doc-Nr: PUB / 5179015 / 000 / 05...
  • Pagina 120 Hilti = registered trademark of Hilti Corp., Schaan 20180411 Printed: 08.05.2018 | Doc-Nr: PUB / 5179015 / 000 / 05...

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Pos 180

Inhoudsopgave