4. Opslagdialoog (optioneel)
In de opslagdialoog kan de actuele afbakeningspositie voor documentatiedoeleinden worden opgeslagen. Er wordt
automatisch een afstand gemeten en de afwijkingen van de gegeven coördinaten worden weergegeven en bij het
bevestigen van de weergave opgeslagen. De opgeslagen gegevens kunnen met de PC-software Hilti PROFIS Layout
worden uitgelezen, opgeslagen en geprint.
nl
AANWIJZING
Als de stationsetup zonder hoogtes is ingesteld, worden de hoogtegegevens en alle relevante weergaven onderdrukt.
De verdere weergaven zijn gelijk aan de weergaven in het vorige hoofdstuk.
Gegevensopslag van de afbakening
Puntnummer
Noordcoördinaten (gegeven)
Oostcoördinaten (gegeven)
Hoogte (gegeven)
Noordcoördinaten (gemeten)
Oostcoördinaten (gemeten)
Hoogte (gemeten)
dN
ΔO
H(z)
Attribuut 1 – Attribuut 5
AANWIJZING
Attributen zijn beschrijvingen van het punt en kunnen ofwel direct met de Hilti Point Creator uit AutoCad of Revit
samen met de puntcoördinaten worden opgehaald of handmatig worden ingevoerd
Van Hilti-producten zoals ankers, rails, enz. worden artikelnummer, beschrijving, layer, type grafisch element en kleur
uit AutoCad of Revit overgenomen. Hiertoe kunnen de CAD-gegevens 2D- of 3D-gegevens bevatten evenals attributen
(dit hoeft echter niet).
10.2 Meet & registreer
10.2.1 Principe van Meet & registreer
Bij Meet & registreer worden punten gemeten waarvan de positie niet bekend is.
Afstandsmetingen kunnen met het prisma of de laser worden gemeten. Prisma-metingen kunnen zinvol buitenshuis
worden gebruikt of op oppervlakken waarop zich een persoon met prisma kan bewegen. Metingen met de laser zijn
50
Terugkeren naar vorige dialoog
@
Weergave van attributen voor het afbakenings-
;
punt
Dialoog bevestigen
=
Naam van het afbakeningspunt
Ingevoerde noordcoördinaten, met betrekking tot het
referentiecoördinatensysteem.
Ingevoerde oostcoördinaten, met betrekking tot het
referentiecoördinatensysteem
Ingevoerde hoogtewaarde
Gemeten noordcoördinaten, met betrekking tot het re-
ferentiecoördinatensysteem
Gemeten oostcoördinaten, met betrekking tot het refe-
rentiecoördinatensysteem
Gemeten hoogte
dN = noordcoördinaten (gemeten) – noordcoördinaten
(ingevoerd)
dE = oostcoördinaten (gemeten) – oostcoördinaten
(ingevoerd)
dH = hoogte (gemeten) – hoogte (ingevoerd)
Aan het punt gekoppelde attributen