Dit is bijzonder eenvoudig als de bouwlijn met coördinaten van tevoren als grafische lijn of curve wordt gedefinieerd.
In dat geval kunnen de lijnen resp. bogen met een vingerdruk worden geselecteerd, zonder dat de lijnen en bogen bij
het wisselen telkens opnieuw moeten worden ingevoerd.
10.3.1 Principe van de referentielijn
Definitie van een bouwlijn
Methoden voor het definiëren van bouwlijnen voor lijnen en bogen
Lijnen (2 punten)
Bogen (2 punten + radius)
Bogen (3 punten)
AANWIJZING
Als de lijn- resp. boogelementen met punten op verschillend hoogte worden gedefinieerd, wordt afhankelijk van de
lengtewaarde de hoogte overeenkomstig geïnterpoleerd.
Verschuiving van de bouwlijn
Na het definiëren van de bouwlijn kan deze nog in drie richtingen worden verschoven een eenmaal worden verdraaid.
Verschuiven en verdraaien van de bouwlijn
Verschuiving in lengterichting
Verschuiving in dwarsrichting
Verschuiving in de hoogte
Verdraaien om het startpunt
Meetopties voor bouwlijn
De bouwlijnmetingen kunnen in twee verschillende toepassingen worden ingedeeld:
Toepassingen van bouwlijnmetingen
Afbakening (langs- en dwarsmaten)
Punten afbakeningen met ingevoerde asmaten die betrekking hebben op de bouwlijn (langs- of dwarsrichting).
Opnemen (puntafstand tot bouwlijn)
Punten meten en maten aangeven die betrekking hebben op de bouwlijn (langs- en dwarsrichting).
Afhankelijk van de functiekeuze kunnen waarden in langs- en dwarsrichting worden ingevoerd resp. gemeten.
nl
53