Download Print deze pagina

Hilti POS 150 Gebruiksaanwijzing pagina 63

Verberg thumbnails Zie ook voor POS 150:

Advertenties

10.4 Controle
10.4.1 Principe van de controle
In principe kan de controle worden beschouwd als het tegenovergestelde van de applicatie Horizontale locatie.
Met de controle worden bestaande posities vergeleken met de kaartposities, waarbij de afwijkingen worden weerge-
geven en opgeslagen.
Net als bij de stationsetup kunnen de kaartgegevens resp. vergelijkingsposities als maten resp. afstanden of als
coördinaten worden ingevoerd of als punten uit een tekening worden gebruikt.
Als door de PC de kaartgegevens als CAD-tekening naar het totaalstation worden verstuurd en als grafisch punt resp.
grafisch element op het totaalstation voor locatie worden geselecteerd, is het verwerken van grote getallenreeksen of
grote hoeveelheden getallen niet meer nodig.
Typische toepassingen zijn de controle van muren, kolommen, bekistingen, grote openingen en nog veel meer.
Daartoe wordt een vergelijking met de kaartposities gemaakt en worden de verschillen direct ter plekke aangegeven
resp. opgeslagen.
Om de applicatie "Controle" te starten, in het applicatiemenu de betreffende toets selecteren. Na het oproepen van de
applicatie worden de projecten resp. projectkeuze en de betreffende stationskeuze resp. stationsetup weergegeven.
Na het uitvoeren van de stationsetup wordt de applicatie "Controle" gestart.
AANWIJZING
Afwijkingen van de gegeven en de gemeten positie kunnen worden opgeslagen en als "Report" in Hilti PROFIS lay-out
worden weergegeven.
10.4.2 Controle met prisma
Om punten op te meten wordt eerst de positie met invoer gedefinieerd.
Invoer controlepunt
Mogelijkheden voor het invoeren van puntcoördinaten
Puntcoördinaten handmatig invoeren.
Puntcoördinaten selecteren uit een lijst met opgeslagen punten.
Puntcoördinaten selecteren uit een CAD-afbeelding met opgeslagen punten.
Als zeer efficiënt gebleken is het invoeren van de controlepositie uit de opgeslagen afbeelding in de controller, waaruit
vervolgens de betreffende tweedimensionale of driedimensionale gegevens worden geëxtraheerd.
10.4.2.1 Verloop van de applicatie "Controle met prisma"
1. Startdialoog "Controle"
Om de applicatie "Controle" te starten, in het startmenu toets Controle indrukken.
Afloop
1.
Projectkeuze
2.
Stationsdefiniëring resp. stationsetup
nl
57

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Pos 180