Veiligheidsaanwijzingen
voor slijpers
m
WAARSCHUWING!
Stof van materialen zoals loodhoudende
u
verf, bepaalde houtsoorten en
metaal kunnen schadelijk zijn voor de
gezondheid.
Het aanraken of inademen van deze
u
stoffen kan een bedreiging vormen voor
de bediener van het apparaat of zich in
de buurt bevindende personen.
m
WAARSCHUWING!
Draag een veiligheidsbril en een
stofmasker!
Veiligheidsaanwijzingen
voor haakse slijpers
Algemene veiligheidsaanwijzingen
voor slijpen, werken met staalborstels
en doorslijpen
Dit elektrische apparaat
1)
kan worden gebruikt als
slijper, staalborstel- en
doorslijpapparaat. Neem alle
veiligheidsaanwijzingen, andere
aanwijzingen, afbeeldingen en
gegevens in acht, die u samen met
het apparaat ontvangt. Als u zich
niet houdt aan de volgende aanwijzingen
kan dit elektrische schokken, brand en/of
ernstige verwondingen tot gevolg hebben.
2) Dit elektrische apparaat is
niet geschikt voor schuren en
polijsten. Gebruik van het elektrische
apparaat op een wijze waarvoor het
niet bestemd is, kan gevaarlijk zijn en
verwondingen veroorzaken.
54 NL/BE
3) Gebruik geen accessoires die niet
speciaal door de fabrikant voor dit
elektrische apparaat zijn voorzien
en worden aanbevolen. Het feit dat
u het accessoire op uw elektrisch apparaat
kunt bevestigen, is nog geen garantie voor
veilig gebruik.
4) Het toegestane toerental van het
inzetgereedschap moet ten minste
net zo hoog zijn als het op het
elektrische apparaat aangegeven
maximale toerental. Accessoires die
gebruikt worden bij hoger toerental dan is
toegestaan, kunnen breken en rondvliegen.
5) De buitendiameter en dikte
van het inzetgereedschap
moeten overeenkomen met
de maataanduidingen van uw
elektrische apparaat. Verkeerd
bemeten inzetgereedschap kan niet
voldoende worden afgeschermd of
gecontroleerd.
6) Inzetgereedschap met een
schroefdraadaansluiting moet
nauwkeurig op de schroefdraad
van de slijpspindel passen. Bij
inzetgereedschap dat met een
flens wordt gemonteerd, moet
de diameter van de opening
van het inzetgereedschap op de
opnamediameter van de flens
passen. Inzetgereedschap dat niet
nauwkeurig op het elektrische apparaat is
bevestigd, draait ongelijkmatig, trilt zeer
sterk en kan leiden tot controleverlies.
7) Gebruik geen beschadigd
inzetgereedschap. Controleer voor
ieder gebruik inzetgereedschap,
zoals slijpschijven, op splinters
en barsten, schuurschijven op
barsten, (sterke) slijtage en
staalborstels op losse of gebroken
draden. Als het elektrische
apparaat of het inzetgereedschap
valt, controleer dan of het
is beschadigd of gebruik
onbeschadigd inzetgereedschap.