10.4
Lucht-oliekoeler vervangen
Opmerking
Aanwijzing bij de lucht-oliekoeler in acht nemen.
•
Olietoevoerinstallatie buiten bedrijf stellen.
•
Koeler drukloos maken.
─ Hiertoe de ontluchtingsschroeven aan de koeler voorzichtig losdraaien en eruitschroeven.
•
Olie uit de koeler en leidingen aftappen.
•
Koeler demonteren.
•
Nieuwe of gerepareerde koeler inbouwen.
•
Ontluchtingsschroeven weer in de koeler schroeven.
•
Olietoevoerinstallatie in bedrijf stellen.
•
Koeler ontluchten.
─ Hiertoe de ontluchtingsschroeven aan de koeler losdraaien en wachten, tot het bedrijfsmedium
eruitkomt.
•
Zodra het bedrijfsmedium eruitkomt ontluchtingsschroeven weer zo erinschroeven, dat deze
afdichten.
10.5
Reinigen of vervangen van de oliefilter
Opmerking
De beschrijvingen voor het reinigen en/of vervangen van de filter vindt u in de aanwijzing bij de filter.
10.6
Slangleidingen controleren
Ook bij deskundige opslag en toelaatbare belasting zijn slangleidingen aan een natuurlijke veroudering
onderworpen. Daardoor is de gebruiksduur ervan beperkt.
LET OP
Materiële schade
Beschadiging van de slangleidingen door overschrijden van de gebruiksduur of door externe invloeden.
De gebruiksduur van de slangleidingen mag niet langer dan 6 jaar bedragen.
Ter controle is de productiedatum op de slangleidingen gedrukt.
Wordt bij een controle een gebrek geconstateerd, moet dit onmiddellijk worden verholpen.
Rekening houdend met de gebruiksvoorwaarden kan de gebruiksduur met behulp van beschikbare
controleresultaten en ervaringswaarden worden bepaald.
Opmerking
De exploitant van de installatie dient ervoor zorg te dragen, dat slangleidingen in passende
tijdsbestekken worden vervangen, ook als er geen veiligheidsrelevante gebreken aan de slangleiding
te zien zijn.
Slangleidingen dienen vóór de eerste ingebruikneming van de installatie en daarna minstens eenmaal
per jaar door een deskundige op arbeidsveiligheid te worden gecontroleerd.
BA 9711 nl 11/2014
38 / 42