Inhoudsopgave
Advertenties
7.1
Olieviscositeit en oliesoort
Opmerking
De olieviscositeit en de oliesoort vindt u in de aanwijzing en op het typeplaatje van de transmissie.
LET OP
Materiële schade
Beschadiging van de olietoevoerinstallatie en de transmissie mogelijk door ontoereikende smering
vanwege vermengde oliën.
Tijdens het verversen van de olie moet de olietoevoerinstallatie altijd met de eerder gebruikte soort olie
worden gevuld.
Mengen van verschillende soorten olie en/of oliën van verschillende producenten is niet toegestaan. Met
name mag synthetische olie niet met minerale olie of andere synthetische olie worden gemengd.
Bij elke verandering op een andere soort olie moet de transmissie grondig met de nieuwe soort olie
worden doorgespoeld (zie punt 7.2.1).
De olietoevoerinstallaties zijn geconstrueerd voor olieviscositeiten tot 5000 mm
starttemperatuur (zie typeplaatje
7.2
Vullen en verversen van olie
Opmerking
Intervallen voor en de beschrijving van het verversen van olie vindt u in de aanwijzing bij de transmissie.
7.2.1
Spoelen vóór de eerste inbedrijfstelling
Ter verwijdering van conserveringsresten, die tot de vorming van schuim zouden kunnen leiden, dient de
olietoevoerinstallatie samen met de transmissie te worden gespoeld, alvorens in gebruik te worden
genomen. Voor het spoelen is het onderstaande procédé te volgen:
•
Met olie vullen (zie aanwijzing bij de transmissie).
Opmerking
Na het vullen dienen de vulopeningen weer correct te worden gesloten en afgedicht.
•
Olietoevoerinstallatie aanzetten.
•
Olietoevoerinstallatie 30 minuten laten werken (bij stilstaande transmissie).
•
Olietoevoerinstallatie drukloos maken (bij stilstaande transmissie).
•
Filterelementen vervangen (bij stilstaande installatie in drukloze toestand).
Opmerking
Aanwijzing bij de filter in acht nemen.
⑨
).
BA 9711 nl 11/2014
25 / 42
2
/s bij minimale
Advertenties
Inhoudsopgave
