Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Montage; Algemene Montage-Instructies - Siemens FLENDER OLGE Gebruiksaanwijzing En Montagehandleiding

Olietoevoerinstallaties groottes 1 tot 10
Inhoudsopgave

Advertenties

6.

Montage

De opmerkingen in hoofdstuk 3, "Veiligheidstips", moeten in acht worden genomen!
6.1

Algemene montage-instructies

Tijdens het transport van de olietoevoerinstallatie moeten de opmerkingen in hoofdstuk 4, "Transport en
opslag", in acht worden genomen.
De montage moet met grote zorgvuldigheid door geautoriseerde, opgeleide en getrainde vakmensen
geschieden. Door schaden op grond van een ondeskundige uitvoering komt de aanspraak op garantie te
vervallen.
Al tijdens de planning moet erop worden gelet, dat rondom de transmissie voldoende vrije ruimte voor de
montage en de latere onderhoudswerkzaamheden aanwezig is.
Alle geconserveerde flensoppervlakken met een geschikt oplosmiddel afwassen.
Aan het begin van de montagewerkzaamheden moeten er voldoende hefwerktuigen ter beschikking
staan.
Opmerking
Voorschriften met betrekking tot de arbeidsveiligheid en tot de milieubescherming in acht nemen.
Basisframe horizontaal opstellen.
Installatie tegen wegglijden borgen (schroeven en pluggen zijn in de omvang van levering van Siemens
inbegrepen, bevestígingsboringen zijn in het basisframe aanwezig).
Worden verbindingspijpleidingen niet meegeleverd, dienen buizen van tenminste P 235 TR 2
conform DIN 2391 c (hydraulische buis, kwaliteitsgraad C) normaliserend blankgegloeid (NBK)
naadloos getrokken, te worden toegepast.
Aansluitvlakken van overeenkomstige flenzen of schroefverbindungen voorzien.
Bij verbindingspijpleidingen raden wij ter isolering tegen trillingen en ter compensatie van uitzetting in
de lengte aan, compensatoren toe te passen.
Bij het leggen van pijpleidingen dienen pijpbevestigingen (plastic buisklemmen) te worden gebruikt.
De afstand tussen 2 pijpklemmen dient kleiner dan 2 m / 78.7" te zijn.
Pijpleidingen mogen niet onder spanning staan.
Gelaste buizen vóór de installatie van de leidingen beitsen.
Na de installatie van de leidingen de leidingen doorspoelen.
Elektrische aansluiting van de motoren en regelingsinrichtingen overeenkomstig aansluittekeningen,
lijsten met apparaten en volgens de voorschriften uitvoeren. Spanning en schakelingen controleren.
De sluitdoppen en flensafdekkingen verwijderen en los meegeleverde appendages conform
smeerschema en tekeningen (zie hoofdstuk 8 "Bedrijf") in de installatie monteren.
Los meegeleverde onderdelen met schroefdraadaansluiting na grondige reiniging met Loctite 128068
afdichten.
BA 9711 nl 11/2014
21 / 42

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave