Inhoudsopgave
Advertenties
3.
Veiligheidstips
Opmerking
Buiten deze aanwijzing dient eveneens de aanwijzing bij de transmissie in acht te worden genommen.
WAARSCHUWING
Gevaar van struikelen
Ernstig letsel door vallen mogelijk.
Het betreden van de olietoevoerinstallatie tijdens het bedrijf en/of voor onderhouds- en
reparatiedoeleinden dient bijzonder voorzichtig te geschieden.
WAARSCHUWING
Gevaar van letsel door eigenhandige veranderingen
Eigenhandige veranderingen zijn niet toegestaan.
Dit geldt ook voor beschermingsvoorzieningen die als bescherming tegen aanraking zijn aangebracht.
3.1
Fundamentele plichten
•
De exploitant moet ervoor zorgen dat iedereen die met werkzaamheden aan de olietoevoerinstallatie
belast is, deze aanwijzing gelezen en begrepen heeft en ze in alle punten in acht neemt, teneinde:
─ gevaren voor lijf en leven van de gebruiker en derden te verhinderen,
─ de bedrijfszekerheid tijdens het gebruik van de olietoevoerinstallatie te garanderen,
─ uitval en milieuschaden door verkeerd gebruik uit te sluiten.
•
Tijdens het transport, de montage en demontage, de bediening en het onderhoud moeten de geldende
voorschriften met betrekking tot de werkveiligheid en tot de milieubescherming in acht worden
genomen.
•
De olietoevoerinstallatie mag uitsluitend door gekwalificeerd personeel worden bediend,
onderhouden en/of gerepareerd (zie "Gekwalificeerd personeel" op pagina 3 van dit handboek).
•
Alvorens met werkzaamheden aan drukleidingen en elektrische installaties te beginnen dient te
worden gewaarborgd, dat drukleidingen drukloos en elektrische installaties van het elektrisch net
gescheiden zijn.
•
Het reinigen met een hogedrukreinigingsapparaat is niet toegestaan.
•
Alle werkzaamheden moeten zorgvuldig en onder het aspect "veiligheid" worden uitgevoerd.
•
Er mogen geen pijpleidingen worden losgeschroefd en geen flensaansluitingen en/of
bewakingsapparaten worden losgemaakt, zolang de installatie onder druk staat. Van tevoren dienen
pompen te worden uitgeschakeld en van onder druk staande componenten dient de druk te worden
weggenomen (de gebruiksaanwijzingen van de producenten dienen in acht te worden genomen).
GEVAAR
Levensgevaar door ingeschakelde installatie
Voor het uitvoeren van werkzaamheden aan de olietoevoerinstallatie moet de olietoevoerinstallatie altijd
worden stilgezet.
Het aandrijfaggregaat moet tegen onopzettelijk inschakelen worden beveiligd (bij voorbeeld door het
afsluiten van de sleutelschakelaar of het verwijderen van de zekeringen in de stroomtoevoer).
Op het inschakelpunt moet een waarschuwingsbord worden aangebracht, waaruit blijkt, dat
werkzaamheden aan de olietoevoerinstallatie plaatsvinden.
De in punt 10.5 beschreven werkzaamheden kunnen bij geblokkeerde, drukloze en beveiligde
component ook tijdens het bedrijf worden uitgevoerd.
BA 9711 nl 11/2014
11 / 42
Advertenties
Inhoudsopgave
