NL
24
Storingen
Kan de fout volgens de storingstabel niet worden opgeheven dan moet de klantenservice op de hoogte worden
gesteld.
Vermeld het centrifugetype en het serienummer. Beide nummers zijn terug te vinden op het typeplaatje van de
centrifuge.
Een SPANNINGSRESET uitvoeren:
De spanningschakelaar uitschakelen (schakelaarstand "0").
Minstens 10 seconden lang wachten en aansluitend de spanningschakelaar weer inschakelen
(schakelaarstand " ").
Indicatie / Storing
geen indicatie
---
TACHO - ERROR
1
2
CONTROL - ERROR
8
IMBALANCE
---
CONTROL - ERROR
4,6
N > MAX
5
N < MIN
13
MAINS INTERRUPT
---
CONTROL-ERROR
22,
25 - 27
CONTROL-ERROR
23
SER I/O - ERROR
30 - 36
° C * - ERROR
51 - 53,
55
FU / CCI - ERROR
60 - 64,
67, 68,
82 - 86
SYNC-ERROR
90
SENSOR-ERROR
91, 92
KEYBOARD-ERROR
---
26/84
Reden
geen spanning.
Ingangszekeringen defect.
Tacho defekt.
Motor, elektronica defect.
Fout dekselvergrendeling
c.q. dekselsluiting.
De rotor is ongelijkmatig beladen.
Fout dekselvergrendeling
c.q. dekselsluiting.
Toerental de hoog
Toerental de laag
Stroomonderbreking tijdens de
centrifugecyclus. (De centrifugecyclus werd
niet beëindigd.)
Fout / defect elektronica
Fout / defect bedieningseenheid.
Fout / defect elektronica.
Fout / defect elektronica.
Fout / defect elektronica / motor.
Fout / defect elektronica.
Fout / defect onbalanssensor.
Fout / defect bedieningseenheid.
Verhelpen
Verzorgingsspanning controleren.
Ingangszekeringen controleren,
zie hoofdstuk
"Ingangszekeringen vervangen".
Netschakelaar AAN.
Deksel openen.
De spanningschakelaar
uitschakelen (schakelaarstand
"0").
Ten minste 10 seconden
wachten.
De rotor met da hand krachtig
draaien.
De spanningschakelaar weer
inschakelen (schakelaarstand
" "). Tijdens het inschakelen moet
de rotor draaien.
Deksel openen.
De belading van de rotor
controleren, zie hoofdstuk
"Beladen van de rotor".
De centrifugecyclus herhalen.
Een SPANNINGRESET
uitvoeren.
Deksel openen.
Toets
indrukken.
START / IMPULS
Indien nodig de centrifugecyclus
herhalen.
Een SPANNINGRESET
uitvoeren.