Tabblad [Uitzonderlijke instellingen] (PS3)
U kunt afdrukinstellingen toepassen voor het aangegeven paginabereik binnen een document.
[Uitzonderlijke pagina] > Dialoogvenster [Uitzonderlijke pagina-instellingen]
Maakt het mogelijk om uitzonderlijke instellingen voor opgegeven pagina's in te stellen.
Algemene instellingen voor alle bladen
[Pagina]
Stel het paginabereik voor uitzonderlijke instellingen in.
OPMERKING
●
Als u [Algemene instellingen toepassen] selecteert, worden de ingestelde functies in elk ander tabblad dan
[Uitzonderlijke instellingen] toegepast.
Tabblad [Pagina-instelling]
[Papierbron]
Specificeert het papier waarop moet worden afgedrukt op basis van de papierbron.
[Afdrukstijl]
Specificeert een modus voor het uitvoeren van afdrukgegevens.
[Algemene instellingen]
Toont de ingestelde functies in alle andere tabbladen dan [Uitzonderlijke instellingen] in een lijst.
[Afwerkingsdetails] > Dialoogvenster [Afwerkingsdetails]
Zorgt ervoor dat u de startposities voor het afdrukken kunt specificeren.
Tabblad [Kwaliteit]
[Halftonen]
Stelt ditherpatronen in om halftonen weer te geven (gebieden tussen donkere en lichte gedeelten).
[Instellingen] > Dialoogvenster [Aangepaste instellingen]
Maakt het mogelijk om het aantal schermlijnen (frequentie) en patroonhoek op te geven.
[Scherpte]
Past de scherpte en de contouren van afbeeldingen aan.
[Fijne dichtheidsafstelling]
Past de afdrukdichtheid voor kleine tekst en dunne lijnen aan. Deze functie is handig voor het corrigeren van
'open plekken' in tekst en lijnen.
Tabblad [Kleur]
[Kleurenmodus]
Schakelt om tussen afdrukken in kleur en afdrukken in zwart-wit. Om automatisch te detecteren of een pagina
in kleur dan wel in zwart-wit moet worden afgedrukt, selecteert u [Auto [Kleur/Z-W]].
[RGB-afstemmingsmodus]
Maakt het mogelijk om de kleurovereenkomstige modus voor RGB-invoer te selecteren.
Als [Profiel apparaatkoppeling] werd geselecteerd, wordt er een profiel gebruikt dat een combinatie is van
omgevingslicht en kleurruimteprofielen. U kunt de optimale instellingen selecteren in [RGB-invoer [Licht +
kleurruimte]].
[RGB-bronprofiel]
Maakt het mogelijk om een RGB-profiel te selecteren dat overeenstemt met de monitor en dat wordt toegepast
bij het afdrukken van RGB-gegevens. Als [Geen] is geselecteerd, wordt de kleurenscheiding van de RGB-
gegevens naar CMYK uitgevoerd zonder de toepassing van een RGB-profiel.
Instellingenlijst
145