Samenvatting van Inhoud voor Canon Generic Plus UFR II
Pagina 1
Windows Generic Plus UFR II/LIPSLX/PCL6/PS3- printerstuurprogramma Gebruikershandleiding USRMA-3671-08 2023-02 nl Copyright CANON INC. 2023...
Inhoudsopgave Introductie ................................2 ............................3 De handleiding gebruiken ............................. 4 Notaties in de handleiding ................................. 5 Disclaimer .................................. 6 Copyright ................................. 7 Handelsmerken Over dit stuurprogramma ........................9 Vóór gebruik ..............................12 Hoe moet ik de handleiding van het apparaat raadplegen ........
Pagina 3
................................49 Invoegbladen ............................50 Tabbladpapier invoegen ............................ 52 Afdrukken op tabbladpapier ..........................53 Voor-/achterbladen toevoegen Meerdere bestanden samen afdrukken ................... 55 ........................56 Over de functie [Bewerken/Voorbeeld] ........................... 57 Bestanden samen afdrukken ..........................59 Het afdrukvoorbeeld controleren ................61 De afdrukinstellingen van het gecombineerde bestand wijzigen Kleurafdrukdetails instellen ......................
Pagina 4
............................156 Canon PageComposer Problemen oplossen ..........................160 ................. 161 Stuurprogramma-instellingen kunnen niet worden ingesteld ........................163 Afdrukresultaten laten te wensen over ............................165 Afdrukken duurt lang ......................166 Afdrukresultaten zijn te donker of te licht ......................167 Afdrukken met overlay wordt niet uitgevoerd ..........
Introductie Notaties in de handleiding Dit verklaart de gebruikte symbolen en instellingen in deze handleiding. Symbolen in deze handleiding In deze handleiding worden verklaringen van items en operaties die tijdens het gebruik van het stuurprogramma moeten worden gevolgd, aangegeven met symbolen die het volgende betekenen. BELANGRIJK ●...
Disclaimer De informatie in dit document is onderhevig aan wijzigingen zonder aankondiging vooraf. CANON INC. AANVAARDT GEEN ENKELE AANSPRAKELIJKHEID MET BETREKKING TOT DIT MATERIAAL, HETZIJ EXPLICIET OF IMPLICIET, BEHALVE ZOALS HIER AANGEGEVEN, INCLUSIEF EN ZONDER BEPERKING, AANSPRAKELIJKHEID OP HET GEBIED VAN VERKOOPBAARHEID, VERHANDELBAARHEID, GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD GEBRUIKSDOEL OF NIET-INBREUKMAKENDHEID.
Geen enkel deel van deze publicatie mag worden gereproduceerd, overgedragen, getranscribeerd, opgeslagen in een terugzoeksysteem of vertaald naar een taal of computertaal in welke vorm of op welke wijze (elektronisch, mechanisch, magnetisch, optisch, chemisch, handmatig of anderszins) dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Canon Inc.
Introductie Handelsmerken macOS en Safari zijn handelsmerken van Apple Inc. Alle product- en bedrijfsnamen die in dit document worden genoemd, zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van hun respectieve eigenaren. All other trademarks are the property of their respective owners.
Over dit stuurprogramma Over dit stuurprogramma Dit is een algemeen printerstuurprogramma dat verschillende apparaten ondersteunt. U kunt hetzelfde stuurprogramma voor alle printermodellen gebruiken door de instellingen van de afdrukpoort en de apparaatinformatie te wijzigen. Kenmerken ● Informatie over de functies en de opties van het apparaat wordt collectief gedefinieerd in een "configuratieprofiel".
Over dit stuurprogramma Verwante onderwerpen Apparaatgegevens instellen(P. 74) Een Configuratieprofiel importeren(P. 92) Een configuratieprofiel exporteren(P. 90)
Vóór gebruik Vóór gebruik Vóór gebruik ............................... 12...
Pagina 16
- Als u op het bedieningspaneel van het apparaat dat u gebruikt functies instelt die niet worden ondersteund door het stuurprogramma, worden deze functies ingeschakeld bij het afdrukken. ● De nieuwste stuurprogrammasoftware wordt gepost op de website van Canon. Controleer de gebruiksomgeving, enz. en download de geschikte software indien vereist. Algemene Canon-site: https://global.canon/ ●...
Hoe moet ik de handleiding van het apparaat raadplegen Hoe moet ik de handleiding van het apparaat raadplegen Hoe moet ik de handleiding van het apparaat raadplegen ............ 14...
Pagina 18
Hoe moet ik de handleiding van het apparaat raadplegen Hoe moet ik de handleiding van het apparaat raadplegen Er zijn gevallen waarin vooraf operaties aan het apparaat moeten worden uitgevoerd om de functies van dit stuurprogramma te kunnen gebruiken. Raadpleeg de handleiding van het apparaat voor meer informatie over de bediening van het apparaat.
Afdrukken Afdrukken vanaf een computer Hier wordt de basisprocedure uitgelegd voor het configureren van de instellingen van het printerstuurprogramma. OPMERKING ● Schakel, wanneer u een apparaat gebruikt dat is verbonden via een WSD-poort, [WSD-afdrukken gebruiken] in op dat apparaat. Open een document in de toepassing → open het afdrukscherm. Selecteer het door u gebruikte apparaat →...
Pagina 22
Afdrukken OPMERKING ● Als de functie die u wilt gebruiken niet wordt weergegeven in het scherm Afdrukinstellingen, configureer de afdrukinstellingen dan nadat u de functies van het apparaat hebt ingeschakeld door de apparaatgegevens enz. op te halen. Klik op [OK]. Klik in het afdrukscherm op [Afdrukken] of [OK].
Afdrukken Schaling U kunt de afdrukgegevens vergroten of verkleinen bij het afdrukken. Aanpassen aan uitvoerpaginaformaat Open het tabblad [Algemene instellingen] of [Pagina-instelling]. Selecteer het in de toepassing ingestelde papierformaat in [Paginaformaat]. Selecteer het papierformaat waarmee u wilt afdrukken uit [Uitvoerformaat]. Een gewenste schaal opgeven Open het tabblad [Algemene instellingen] of [Pagina-instelling].
Afdrukken Watermerk afdrukken U kunt half-transparante tekens zoals [STRENG GEHEIM] of [CONCEPT] over afdrukgegevens afdrukken. U kunt ook nieuwe watermerken maken. Een watermerk bijvoegen en afdrukken Open het tabblad [Pagina-instelling]. Selecteer [Watermerk] → selecteer een watermerknaam. Nieuwe watermerken maken Open het tabblad [Pagina-instelling]. Selecteer [Watermerk] →...
Pagina 25
Afdrukken Verwante onderwerpen Tabblad [Pagina-instelling](P. 111)
Afdrukken Poster afdrukken U kunt de afdrukgegevens van één pagina vergroten en deze over meerdere vellen papier afdrukken. Wanneer de uitgevoerde vellen worden samengevoegd, vormen zij een groter afdrukformaat zoals een poster. Dit onderwerp introduceert eveneens de instelling Posters afdrukken en voorbeelden. Afdrukinstelling Poster en uitvoervoorbeelden(P.
Pagina 27
Afdrukken Uitvoerresultaat Instellingsvoorbeeld 2. ● Tabblad [Algemene instellingen] of [Pagina-instelling] > [Pagina-opmaak]: [Poster [2 x 2]] ● Dialoogvenster [Postergegevens] > [Af te drukken pagina's] > [Pagina's opgeven]: [2] en [4] Uitvoerresultaat...
Pagina 28
Afdrukken Instellingsvoorbeeld 3. ● Tabblad [Algemene instellingen] of [Pagina-instelling] > [Pagina-opmaak]: [Poster [2 x 2]] ● Dialoogvenster [Postergegevens]: [Margeranden afdrukken], [Marges instellen voor knippen/plakken] en [Uitlijnmarkeringen afdrukken] Uitvoerresultaat Legenda Onderbroken lijn: rand : markering plakken : markering snijden : de marge ingesteld voor [Marge-instellingen] (10 mm wanneer [Standaard] is geselecteerd.) Verwante onderwerpen Tabblad [Algemene instellingen](P.
Pagina 29
Afdrukken Tabblad [Pagina-instelling](P. 111)
Afdrukken Afdrukken over een vast formulier U kunt gegevens afdrukken die een opgeslagen vast formulier op het apparaat overlappen. Deze functie is bekend als het afdrukken met overlay. Met behulp van het stuurprogramma PS3 kunt u vaste formulieren gebruiken, niet alleen die op het apparaat zijn opgeslagen, maar ook die op een computer (hostzijde) zijn opgeslagen.
Afdrukken Afdrukken met overlay uitvoeren Open het tabblad [Pagina-instelling]. Klik op [Pagina opties]. Geef in het dialoogvenster [Pagina opties] het tabblad [Overlay] weer. Selecteer [Verwerkingsmethode] > [Afdrukken met overlay gebruiken] → geef de bestandsnaam van het te gebruiken formulier op. Bij...
Afdrukken Encryptie toevoegen bij het afdrukken U kunt een pincode toevoegen aan afdrukinhoud en deze op het apparaat bewaren. Voer de pincode in via het bedieningspaneel van het apparaat wanneer u de opgeslagen inhoud afdrukt. Deze functie is nuttig voor het afdrukken van vertrouwelijke documenten, enz.
Afdrukken Afdruktaken in wachtrij plaatsen U kunt afdrukgegevens naar een wachtrij (tijdelijke opslagruimte) in het apparaat sturen. U kunt ook de afdrukvolgorde of de instellingen van de opgeslagen gegevens wijzigen vanaf het bedieningspaneel van het apparaat of de gebruikersinterface op afstand. Geef het betreffende tabblad weer van het afdrukinstellingenscherm van het stuurprogramma.
Afdrukken Afdrukgegevens opslaan U kunt de afdrukgegevens opslaan in een geheugen (postbus) op het apparaat. U kunt ook de instellingen van de opgeslagen gegevens wijzigen of de opgeslagen gegevens combineren met andere opgeslagen gegevens, dit kan vanaf het bedieningspaneel van het apparaat of vanaf de gebruikersinterface op afstand. OPMERKING ●...
Afdrukken Prioritair afdrukken U kunt een document afdrukken met een hogere prioriteit dan andere afdrukjobs die in een stand-bystatus in het apparaat staan. Als afdrukken met prioriteit wordt uitgevoerd, wordt, als er een afdruktaak wordt verwerkt, afdrukken met prioriteit gestart zodra die taak is voltooid. Geef het betreffende tabblad weer van het afdrukinstellingenscherm van het stuurprogramma.
Afdrukken Standaardinstellingen wijzigen U kunt de standaardinstellingen naar de gewenste afdrukinstellingen wijzigen. Als u ze wijzigt naar instellingen die u vaak gebruikt, kunt u de configuratie van instellingen bij het afdrukken aanzienlijk vergemakkelijken. OPMERKING ● Omdat Excel instellingen zelfs overzet als een bestand gesloten is, worden standaardinstellingen voor stuurprogramma's mogelijk niet correct overgenomen wanneer bijvoorbeeld de afdrukinstellingen van andere gebruikers actief blijven.
Afdrukken Standaard enkelzijdig afdrukken instellen U kunt enkelzijdig afdrukken standaard instellen om te voorkomen dat u de instelling voor elke afdruktaak moet wijzigen. Met dit stuurprogramma is dubbelzijdig afdrukken standaard ingesteld om te voldoen aan de vereisten van het International ENERGY STAR International Partners Program. Als u regelmatig Enkelzijdig afdrukken gebruikt, wordt aanbevolen deze procedure te volgen om de standaardinstelling te wijzigen.
Afdrukken Standaard afdrukken in zwart-wit instellen U kunt afdrukken in zwart-wit standaard instellen om te voorkomen dat u de instelling voor elke afdruktaak moet wijzigen. Met dit stuurprogramma is de kleurmodus standaard ingesteld op [Auto [Kleur/Z-W]]. Wanneer [Auto [Kleur/Z- W]] is ingesteld, detecteert het stuurprogramma automatisch of een pagina in kleur of in zwart-wit is. Als u regelmatig afdrukt in zwart-wit, wordt aanbevolen deze procedure te volgen om de standaardinstelling te wijzigen.
Een boekje maken bij het afdrukken Een boekje maken bij het afdrukken Een boekje maken bij het afdrukken ....................36 ..............................37 Boekje afdrukken ........................... 38 Een boekje in sets maken ............... 39 Verplaatsing corrigeren tijdens het afdrukken van het boekje ..................
Een boekje maken bij het afdrukken Een boekje maken bij het afdrukken Boekje afdrukken(P. 37) Een boekje in sets maken(P. 38) Verplaatsing corrigeren tijdens het afdrukken van het boekje(P. 39) Een boekje maken met ander papier voor de omslag(P. 40) Boekje afdrukken met nietjes(P.
Een boekje maken bij het afdrukken Boekje afdrukken U kunt afdrukken en de pagina's automatisch laten schikken zodat u een boekje kunt maken door de vellen in twee te plooien. Open het tabblad [Algemene instellingen] of [Afwerking]. Selecteer [Boekje afdrukken] bij [Enkelzijdig/Dubbelzijdig/Boekje afdrukken] of [Afdrukstijl].
Een boekje maken bij het afdrukken Een boekje in sets maken Bij het maken van een boekje van een document met een groot aantal pagina's kunt u de pagina's in meerdere sets onderverdelen en ze afdrukken. Open het tabblad [Algemene instellingen] of [Afwerking]. Selecteer [Boekje afdrukken] bij...
Een boekje maken bij het afdrukken Verplaatsing corrigeren tijdens het afdrukken van het boekje U kunt een boekje maken en afdrukken, waarbij u de onderlinge verplaatsing tussen de buitenste en binnenste pagina's zoals die zich voordoet tijdens het afdrukken kunt corrigeren. Als u de randen van de pagina's bijsnijdt met een snijmachine, kunt u de hoeveelheid marge zo aanpassen dat de positie van de afdrukgegevens op de pagina niet verschilt tussen de pagina's onderling.
Een boekje maken bij het afdrukken Een boekje maken met ander papier voor de omslag U kunt een omslag toevoegen aan de productiegegevens voor het boekje, en voor deze omslag ander papier gebruiken dan voor de inhoud. U kunt onderdelen op het dialoogvenster [Gedetailleerde instellingen voor boekje] > tabblad [Instellingen voor papierbron/voorblad] ook configureren vanaf het tabblad [Papierbron], inclusief [Papierselectie] >...
Een boekje maken bij het afdrukken Boekje afdrukken met nietjes Bij het maken en afdrukken van een boekje kunt u pagina's uitvoeren die in het midden worden geniet. Afhankelijk van het apparaat kunt u ook de randen van de pagina's bijsnijden en uitlijnen. Open het tabblad [Algemene instellingen] of [Afwerking].
Een boekje maken bij het afdrukken Proces voor de rugpers toepassen bij het maken van geniete boekjes Als u boekjes met een zadelsteek afdrukt, kunt u op het gebonden deel drukken zodat het vlak wordt. Open het tabblad [Algemene instellingen] of [Afwerking]. Selecteer [Boekje afdrukken] bij...
Een boekje maken bij het afdrukken Pagina's bijsnijden bij het maken van geniete boekjes Bij het afdrukken van met nietjes ingebonden boekjes kunt u de randen van de pagina's bijsnijden en uitlijnen. Open het tabblad [Afwerking]. Selecteer [Boekje afdrukken] bij [Afdrukstijl]. Selecteer [Vouw + Inbinden met nietjes + Bijsnijden]/[Vouw + Bijsnijden] bij...
Een boekje maken bij het afdrukken Garenloos innaaien U kunt lijm aanbrengen op de rugmargekant van de inhoud en de vellen omsluiten met een omslag om een boekje te maken. Open het tabblad [Afwerking]. Selecteer [Garenloos innaaien [enkelzijdig]] of [Garenloos innaaien [dubbelzijdig]] bij [Afdrukstijl].
Verschillende papiersoorten gebruiken Aangepaste papierformaten registreren U kunt een gewenst papierformaat registreren en het gebruiken om af te drukken. U kunt ook geregistreerde aangepaste papierformaten gebruiken om vanaf de gebruikte computer af te drukken met andere apparaten. Geef het afdrukinstellingenscherm weer van het stuurprogramma. Bij...
Verschillende papiersoorten gebruiken Bladen tussen transparanten invoegen U kunt adrukken met bladen papier die tussen transparanten zijn ingevoegd. U kunt ook op de ingevoegde bladen afdrukken. Open het tabblad [Papierbron]. Selecteer [Selecteren op] > [Papierbron]/[Papiersoort]. Selecteer [Voorbladen gebruiken bij transparanten] bij [Papierselectie]. Stel [Transparanten] in voor [Voor-/achterbladen].
Verschillende papiersoorten gebruiken Invoegbladen U kunt vellen papier tussen specifieke pagina's invoegen. Open het tabblad [Papierbron]. Selecteer [Selecteren op] > [Papierbron] of [Papiersoort]. Selecteer [Invoegbladen] onder [Papierselectie] → klik op [Invoegbladinstellingen]. Selecteer, in het dialoogvenster [Invoegbladinstellingen], [Ingevoegde bladen] bij [Bladen voor invoegen]. Stel [Papierbron], [Afdrukken op] en [Invoegen] in →...
Verschillende papiersoorten gebruiken Tabbladpapier invoegen U kunt tabbladpapier tussen specifieke pagina's invoegen. U kunt ook afdrukken op het tabgedeelte. Open het tabblad [Papierbron]. Selecteer [Selecteren op] > [Papierbron] of [Papiersoort]. Selecteer [Invoegbladen] onder [Papierselectie] → klik op [Invoegbladinstellingen]. Selecteer, in het dialoogvenster [Invoegbladinstellingen], [Tabblad] bij [Bladen voor invoegen].
Pagina 55
Verschillende papiersoorten gebruiken Verwante onderwerpen Tabblad [Papierbron](P. 126) Afdrukken op tabbladpapier(P. 52)
Verschillende papiersoorten gebruiken Afdrukken op tabbladpapier U kunt afdrukken op het tabgedeelte van tabbladpapier. Open het tabblad [Papierbron]. Selecteer [Selecteren op] > [Papiersoort]. Klik op [Papiersoort] > [Instellingen]. Selecteer, in het dialoogvenster [Papiersoortinstellingen], tabbladpapier bij [Papiersoort] → klik op [OK]. Volg onderstaande procedure om de afdrukpositie op het tabbladpapier in te stellen.
Verschillende papiersoorten gebruiken Voor-/achterbladen toevoegen U kunt voor- en achteromslagen toevoegen om gegevens af te drukken. U kunt ook papier gebruiken dat verschilt van de inhoudspagina's en opgeven welke zijde(n) van de omslagbladen moet(en) worden bedrukt. Open het tabblad [Papierbron]. Klik op [Instellingen voor-/achteromslag].
Meerdere bestanden samen afdrukken Meerdere bestanden samen afdrukken Meerdere bestanden samen afdrukken ..................... 55 ......................56 Over de functie [Bewerken/Voorbeeld] ..........................57 Bestanden samen afdrukken ........................59 Het afdrukvoorbeeld controleren ..............61 De afdrukinstellingen van het gecombineerde bestand wijzigen...
Meerdere bestanden samen afdrukken Meerdere bestanden samen afdrukken Over de functie [Bewerken/Voorbeeld](P. 56) Bestanden samen afdrukken(P. 57) Het afdrukvoorbeeld controleren(P. 59) De afdrukinstellingen van het gecombineerde bestand wijzigen(P. 61)
U kunt de functie [Bewerken/Voorbeeld] instellen bij [Uitvoermodus] in elk tabblad van het scherm Afdrukinstellingen. Als u op de afdrukknop van een toepassing klikt, opent het Canon PageComposer-hoofdscherm en kunt u ook het volgende doen: ● Ter bevestiging een voorbeeld van de afdrukgegevens bekijken ●...
U kunt meedere bestanden in één bestand combineren en dit afdrukken. U kunt de afdrukinstellingen wijzigen om het gecombineerde bestand te bewerken aan de hand van Canon PageComposer. Hier wordt de procedure voor het uitvoeren van bewerkingen vanaf de pictogrammen in de taakbalk Canon PageComposer uitgelegd. U kunt bewerkingen ook via het menu uitvoeren.
Pagina 62
→ stel de vereiste items in → klik op [Combineren]. U kunt de huidige instellingen bekijken in het voorbeeld. Als u een pagina wilt verwijderen, selecteer deze dan in het voorbeeld → klik op [Verwijderen]. Selecteer het gecombineerde bestand in het Canon PageComposer-hoofdscherm → klik op [ ] (Afdrukken).
U kunt een voorbeeld van de afdrukgegevens bekijken en de pagina-opmaakinstellingen controleren vóór het afdrukken. Hier wordt de procedure voor het uitvoeren van bewerkingen vanaf de pictogrammen in de taakbalk Canon PageComposer uitgelegd. U kunt bewerkingen ook via het menu uitvoeren.
Pagina 64
Meerdere bestanden samen afdrukken Verwante onderwerpen Algemene instellingen voor alle bladen(P. 104) Canon PageComposer(P. 156) Bestanden samen afdrukken(P. 57) Afdrukresultaten laten te wensen over(P. 163)
PageComposer. Bij het aanpassen van bestanden met verschillende paginaformaten of -opmaken kunt u de instellingen met elkaar in overeenstemming brengen. Hier wordt de procedure voor het uitvoeren van bewerkingen vanaf de pictogrammen in de taakbalk Canon PageComposer uitgelegd. U kunt bewerkingen ook via het menu uitvoeren.
Pagina 66
Meerdere bestanden samen afdrukken Klik in het dialoogvenster [Afdrukinstellingen wijzigen] op [OK]. Verwante onderwerpen Canon PageComposer(P. 156) Bestanden samen afdrukken(P. 57)
Kleurafdrukdetails instellen Kleurafdrukdetails instellen Kleurafdrukdetails instellen ........................64 ............................. 65 Kleuren aanpassen (PS3) ........66 Waarschuwingen bij het afdrukken in kleur vanaf een PostScript-toepassing (PS3)
Pagina 68
Kleurafdrukdetails instellen Kleurafdrukdetails instellen Kleuren aanpassen (PS3)(P. 65) Waarschuwingen bij het afdrukken in kleur vanaf een PostScript-toepassing (PS3)(P. 66)
Kleurafdrukdetails instellen Kleuren aanpassen (PS3) Als u het stuurprogramma PS3 gebruikt, kunt u de kleur, de helderheid, en het contrast aanpassen. Open het tabblad [Kleur]. Klik op [Details]. Selecteer in het dialoogvenster [Gedetailleerde instellingen] de optie [RGB- kleurinvoeraanpassing] → klik op [Instellingen]. Stel in het dialoogvenster [Details voor RGB-kleurinvoeraanpassing] de kleur, de helderheid en het contrast in →...
Kleurafdrukdetails instellen Waarschuwingen bij het afdrukken in kleur vanaf een PostScript-toepassing (PS3) Als u kleurenafdrukken maakt vanaf een PostScript toepassing* met behulp van het stuurprogramma PS3, varieert de dataverwerkingsmethode, afhankelijk van de combinatie van instellingen voor tabblad [Apparaatinstellingen] > [PS-uitvoer vanuit een applicatie] en afdrukfuncties. Hieronder ziet u de afdrukfuncties die invloed hebben op de dataverwerkingsmethode.
Favoriete instellingen bewerken Favoriete instellingen registreren U kunt vaak gebruikte instellingen als profiel registreren. Geef het betreffende tabblad weer van het afdrukinstellingenscherm van het stuurprogramma → configureer de instellingen die u wilt registreren. Klik op [Toevoegen] aan de rechterkant van [Profiel]. Stel in het dialoogvenster [Profiel toevoegen] de items [Naam] en [Pictogram] in.
Favoriete instellingen bewerken De lijst met Favoriete instellingen bewerken U kunt de lijst [Profiel] bewerken en deze importeren of exporteren voor gebruik op andere computers. De [Profiel]-lijst aanpassen Geef het betreffende tabblad weer van het afdrukinstellingenscherm van het stuurprogramma. Klik op [Bewerken] aan de rechterkant van [Profiel]. Selecteer in het dialoogvenster [Profiel bewerken] het profiel dat u wilt wijzigen in de [Profielenlijst] →...
Favoriete instellingen bewerken Een profiel importeren Geef het betreffende tabblad weer van het afdrukinstellingenscherm van het stuurprogramma. Klik op [Bewerken] aan de rechterkant van [Profiel]. Klik in het dialoogvenster [Profiel bewerken] op [Importeren] → selecteer het profielbestand dat moet worden geïmporteerd → klik op [Openen]. Klik op [OK].
Het stuurprogramma en het apparaat koppelen Het stuurprogramma en het apparaat koppelen Het stuurprogramma en het apparaat koppelen ................. 73 ..........................74 Apparaatgegevens instellen ..........................79 Functie-instellingen apparaat ..................80 Instellingen Papierbronnen en Uitvoerbestemmingen ........................90 Een configuratieprofiel exporteren ........................92 Een Configuratieprofiel importeren ...................
Het stuurprogramma en het apparaat koppelen Het stuurprogramma en het apparaat koppelen Apparaatgegevens instellen(P. 74) Functie-instellingen apparaat(P. 79) Instellingen Papierbronnen en Uitvoerbestemmingen(P. 80) Een configuratieprofiel exporteren(P. 90) Een Configuratieprofiel importeren(P. 92) Over instellingen van het configuratieprofieltype(P. 95) De authenticatiefunctie instellen(P. 96) De gebruikersnaam instellen(P.
Het stuurprogramma en het apparaat koppelen Apparaatgegevens instellen Dit verklaart de procedure voor het instellen van in het apparaat geïnstalleerde opties, en het exclusief bruikbaar maken van functies voor het apparaat. Selecteer eerst het configuratieprofiel dat past bij het printermodel op het tabblad [Apparaatinstellingen]. De instellingen voor het gebruiken van de apparaatfuncties worden weergegeven op het tabblad [Apparaatinstellingen].
Pagina 79
Het stuurprogramma en het apparaat koppelen (1) Open [Bluetooth en apparaten] (of [Apparaten]). (2) Open in [Printers en scanners] het beheerscherm voor het in te stellen apparaat. Klik hiertoe op het apparaat of op [Beheren] voor het bijbehorende apparaat. (3) Klik op [Printereigenschappen] voor het in te stellen apparaat. Wanneer u het stuurprogramma bij...
Pagina 80
Het stuurprogramma en het apparaat koppelen BELANGRIJK ● Als u geen geschikt configuratieprofiel hebt geselecteerd voor het apparaat dat u gebruikt, wordt de apparaatinformatie mogelijk niet juist toegepast en zijn bepaalde functies van het apparaat mogelijk niet bruikbaar. Selecteer een geschikt configuratieprofiel om de vereiste instellingen in het tabblad [Apparaatinstellingen] weer te geven.
Pagina 81
Het stuurprogramma en het apparaat koppelen Bevestig dat [Apparaatgegevens] is ingesteld op [Auto] → klik op [OK]. Als [Apparaatgegevens] is ingesteld op [Auto], wordt de apparaatinformatie opgehaald en worden de apparaatfunctie- en optie-informatie automatisch ingesteld. Als u de apparaatinformatie opnieuw wilt ophalen wanneer u een optie enz. hebt toegevoegd, klikt u op [ (Apparaatstatusgegevens ophalen).
Pagina 82
Het stuurprogramma en het apparaat koppelen OPMERKING ● Zelfs als u de functie apparaatinformatie ophalen kunt gebruiken, moet u sommige apparaatinformatie handmatig instellen. Raadpleeg voor meer informatie de onderwerpen over apparaatfunctie-instellingen. ● In de volgende gevallen bestaat de mogelijkheid dat u bepaalde apparaatgegevens niet kunt ophalen. In dit geval moet u de opties handmatig instellen.
● In een omgeving met een afdrukserver kunnen de apparaatgegevens worden opgehaald wanneer de Canon Driver Information Assist Service geïnstalleerd is op de servercomputer. U kunt de service installeren met behulp van het installatieprogramma voor het stuurprogramma.
Raadpleeg de verklaring van de op het tabblad [Apparaatinstellingen] > [Config.profiel] ingestelde configuratieprofielnaam. Als [Basisconfiguratie], [Basisconfiguratie (Canon)], [Basisconfiguratie (compatibel)], of [Fiery-afdrukcontroller] is ingesteld in [Config.profiel], raadpleeg dan de verklaring van de configuratieprofielnaam die overeenkomt met het printermodel dat u gebruikt.
Het stuurprogramma en het apparaat koppelen Laserprinters Instellingen Papierbron Dialoogvenster [Papierbron] [Standaardpapierbron] A-1 [Lade x 1] [Optionele lade/cassette] B-1 [Lade x 1] B-2 [Lade x 2] B-3 [Lade x 3] B-4 [Lade x 4] [Optioneel magazijn] C-1 [Papiermagazijneenheid]...
Pagina 86
Het stuurprogramma en het apparaat koppelen D [Enveloplade] iR-ADV Instellingen Papierbron Dialoogvenster [Papierbron] [Standaardpapierbron] A-1 [Lade x 1] A-2 [Lade x 2] A-3 [Magazijn x 2 + lade x 2] [Optionele lade/cassette] B-1 [Lade x 1] B-2 [Lade x 2] B-3 [Lade x 3] B-4 [Invoereenheid met 1 cassette] B-5 [Invoereenheid met 2 cassettes]...
Het stuurprogramma en het apparaat koppelen [Invoegeenheid] D-1 [Documentinvoegeenheid (Lade x 2)] D-2 [Invoegeenheid van de vouweenheid/Documentinvoegeenheid (Lade x 1)] [Envelop-invoer] E-1 [Lade 1] E-2 [Lade 2] Instellingen Uitvoerbestemmingen Dialoogvenster [Papieruitvoerinstellingen] A-1 [Kopieerlade] B-1 [Lade voor interne afwerkeenheid] B-2 [Extra lade voor interne afwerkeenheid] B-3 [Interne lade 1] B-4 [Interne lade 2] C-1 [Lade voor afwerkeenheid 1 [niet sorteren]]...
Pagina 88
Het stuurprogramma en het apparaat koppelen iR-ADV PRO Instellingen Papierbron Dialoogvenster [Papierbron] [Standaardpapierbron] A-1 [Magazijn x 2 + lade x 2] [Optioneel magazijn] B-1 [Papiermagazijneenheid] B-2 [POD-magazijn Lite] B-3 [Papiermagazijn meerdere laden] [Invoegeenheid] C-1 [Documentinvoegeenheid (Lade x 2)] C-2 [Invoegeenheid van de vouweenheid/Documentinvoegeenheid (Lade x 1)]...
Pagina 89
Het stuurprogramma en het apparaat koppelen Instellingen Uitvoerbestemmingen Dialoogvenster [Papieruitvoerinstellingen] Afwerkeenheidlade A-1 [Lade voor afwerkeenheid 1] A-2 [Lade voor afwerkeenheid 2] A-3 [Lade voor afwerkeenheid 1 [niet sorteren]] A-4 [Lade voor afwerkeenheid 2 [niet sorteren]]...
Pagina 90
Het stuurprogramma en het apparaat koppelen imagePRESS Instellingen Papierbron Dialoogvenster [Papierbron] [Standaardpapierbron] A-1 [Lade x 3] A-2 [Magazijn x 1] A-3 [Magazijn x 2] [Optioneel magazijn] B-1 [POD-magazijn Lite] B-2 [POD-magazijn] B-3 [POD-magazijn + Tweede POD-magazijn] B-4 [POD-magazijn + Tweede POD-magazijn x 2] B-5 [Papiermagazijn meerdere laden] B-6 [Papiermagazijn meerdere laden + POD-magazijn Lite] [Invoegeenheid]...
Pagina 91
Het stuurprogramma en het apparaat koppelen D [Invoegeenheden voor garenloos innaaien] E [Multifunctionele invoer] Instellingen Uitvoerbestemmingen Dialoogvenster [Papieruitvoerinstellingen] Afwerkeenheidlade A-1 [Lade voor afwerkeenheid 1] A-2 [Lade voor afwerkeenheid 2] A-3 [Lade voor afwerkeenheid 1 [niet sorteren]] A-4 [Lade voor afwerkeenheid 2 [niet sorteren]] A-5 [Lade voor afwerkeenheid 1 [iPR C7010VP/6010]] A-6 [Lade voor afwerkeenheid 2 [iPR C7010VP/6010]] Stacker...
Het stuurprogramma en het apparaat koppelen B-4 [Stapelaar b [Uitvoerlade]] B-5 [Stapelaar a [Stapel] [iPR C7010VP/6010]] B-6 [Stapelaar b [Stapel] [iPR C7010VP/6010]] B-7 [Stapelaar a [Uitvoerlade] [iPR C7010VP/6010]] B-8 [Stapelaar b [Uitvoerlade] [iPR C7010VP/6010]] All-in-One-printers Instellingen Papierbron Dialoogvenster [Papierbron] [Standaardpapierbron] A-1 [Lade x 1] A-2 [Lade x 2] [Optionele lade/cassette]...
Pagina 93
Het stuurprogramma en het apparaat koppelen C-2 [Lade 2] Instellingen Uitvoerbestemmingen Dialoogvenster [Papieruitvoerinstellingen] A-1 [Kopieerlade] A-2 [Lade voor interne afwerkeenheid] A-3 [Extra lade voor interne afwerkeenheid] A-4 [Interne lade 1] A-5 [Interne lade 2] Verwante onderwerpen Tabblad [Apparaatinstellingen](P. 149)
Het stuurprogramma en het apparaat koppelen Een configuratieprofiel exporteren De instellingen in het tabblad [Apparaatinstellingen] kunnen worden geëxporteerd en opgeslagen als een configuratieprofielbestand (*.typ). U kunt dezelfde instellingen configureren door het geëxporteerde configuratieprofiel te importeren. De functie is handig wanneer u stuurprogramma-instellingen voor meerdere computers met elkaar in overeenstemming moet brengen of wanneer u items die voor elke gebruiker kunnen worden ingesteld, moet wijzigen.
Pagina 95
Het stuurprogramma en het apparaat koppelen Klik op [ ] (Exporteren). Stel in het dialoogvenster [Configuratieprofiel exporteren] de items [Naam] en [Pictogram] in. Voer indien nodig een opmerking in bij [Opmerking]. Klik op [Exporteren] → geef de opslaglocatie en bestandsnaam op → klik op [Opslaan] of [OK].
Het stuurprogramma en het apparaat koppelen Een Configuratieprofiel importeren Hier wordt meer uitleg gegeven over de procedure voor het importeren van een geëxporteerd configuratieprofielbestand (*.typ) en het instellen van de apparaatinformatie. Als u de apparaatgegevens niet kunt ophalen, kunt u deze toepassen door een configuratieprofiel te importeren dat werd geëxporteerd vanuit een omgeving waar de informatie wel kon worden opgehaald.
Pagina 97
Het stuurprogramma en het apparaat koppelen Selecteer [Handmatig selecteren] → klik op [ ] (Configuratieprofiel importeren).
Pagina 98
Het stuurprogramma en het apparaat koppelen Selecteer het te importeren configuratieprofiel → klik op [Openen]. Klik op [OK] → klik op [OK] in het tabblad [Apparaatinstellingen]. Verwante onderwerpen Tabblad [Apparaatinstellingen](P. 149) Een configuratieprofiel exporteren(P. 90)
Het stuurprogramma en het apparaat koppelen Over instellingen van het configuratieprofieltype Als u ook na het toepassen van een configuratieprofiel dat bij de naam van het printermodel past, in het tabblad [Apparaatinstellingen] weergegeven onderdelen niet goed kunt instellen, kunt u de functie- en optie- informatie die bij...
Het stuurprogramma en het apparaat koppelen De authenticatiefunctie instellen U kunt het afdrukken beheren via de functie Beheer afdelings-id of Gebruikersauthenticatie. Voorwaarden ● Wanneer u de computer opstart, moet u zich aanmelden als lid van de groep Administrators. Procedures Geef het scherm Printereigenschappen weer. Bij...
Pagina 101
Het stuurprogramma en het apparaat koppelen Klik op [Toepassen] in het tabblad [Apparaatinstellingen]. Als het dialoogvenster [Afdelings-id/pincode bevestigen]/[Gebruikersnaam/wachtwoord bevestigen] wordt weergegeven bij het afdrukken, bevestig dan de verificatie-informatie of stel deze in. Verwante onderwerpen Tabblad [Apparaatinstellingen](P. 149)
Het stuurprogramma en het apparaat koppelen De gebruikersnaam instellen U kunt een gebruikersnaam instellen voor afdrukopdrachten, evenals een PIN voor veilig afdrukken. De ingestelde gebruikersnaam wordt op het bedieningspaneel van het apparaat weergegeven en wordt als de gebruikersnaam voor kopteksten of voetteksten afgedrukt. Voorwaarden ●...
Pagina 103
Het stuurprogramma en het apparaat koppelen Verwante onderwerpen Tabblad [Apparaatinstellingen](P. 149)
Pagina 105
Uitzonderlijke pagina's instellen (PS3) Uitzonderlijke pagina's instellen (PS3) Als u het PS3-stuurprogramma gebruikt, kunt u afdrukinstellingen toepassen voor het aangegeven paginabereik binnen een document. Open het tabblad [Uitzonderlijke instellingen]. Klik op [Uitzonderlijke pagina]. Geef in het tabblad [Pagina-instelling] in het dialoogvenster [Uitzonderlijke pagina- instellingen] het uitzonderlijke paginabereik op in [Pagina].
Instellingenlijst Algemene instellingen voor alle bladen In dit gedeelte worden de algemene instellingen voor ieder tabblad in het afdrukinstellingenscherm beschreven. Afhankelijk van de driver die u gebruikt, kunt u mogelijk bepaalde functies die in dit document worden beschreven niet configureren. [Profiel] Past geregistreerde instellingen toe bij...
Pagina 109
Instellingenlijst [Afdrukken] Hiermee voert u de standaard afdrukopdracht uit. [Bewaren] Slaat afdrukgegevens in een wachtrij (tijdelijke opslagruimte) op het apparaat op. U kunt de afdrukvolgorde of de instellingen van de opgeslagen gegevens wijzigen vanaf het bedieningspaneel van het apparaat of de gebruikersinterface op afstand.
Pagina 110
Instellingenlijst N op 1 afdrukken Zorgt voor N pagina's met afdrukgegevens op elk vel papier. Nieten Klik op de plaats waar u de pagina geniet wilt hebben. Inbindlocatie Klik op de rand van de pagina waarop u de inbindlocatie wilt instellen. Omschakelen tussen enkelzijdig en dubbelzijdig afdrukken Omschakelen tussen afdrukken in kleur en afdrukken in zwart-wit (alleen voor kleurenprinters) [Instellingen weergeven] >...
Instellingenlijst Tabblad [Algemene instellingen] U kunt basisfuncties voor afdrukken instellen. Afhankelijk van de driver die u gebruikt, kunt u mogelijk bepaalde functies die in dit document worden beschreven niet configureren. [Paginaformaat] Geeft het papierformaat van de afdrukgegevens voorbereid in het document weer. [Uitvoerformaat] Specificeert het werkelijke papierformaat waarop wordt afgedrukt.
Pagina 112
Instellingenlijst Tabblad [Instellingen voor boekjes] [Proces voor afdrukken van boekje] Schakelt om tussen de toe te passen instellingen. Selecteer [Met stuurprogramma-instellingen] wanneer u stuurprogrammafuncties gebruikt zoals het document onderverdelen in sets, rugmarge-instellingen enz. Selecteer [Met apparaatinstellingen] wanneer u de verplaatsingscorrectiefunctie gebruikt. [Methode voor afdrukken van boekje] Schakelt naar de boekafdrukmethode.
Pagina 113
Instellingenlijst [Instellingen voor-/achteromslag] > Dialoogvenster [Instellingen voor-/achteromslag] Geeft de papierbron op van het papier voor de omslag. [Instelling Inbinden met nietjes] Drukt een boekje af dat in twee geplooid wordt en geniet wordt in het midden. Als u wilt bijsnijden om de randen van de pagina uit te lijnen, selecteert u [Vouw + Inbinden met nietjes + Bijsnijden]/[Vouw + Bijsnijden] en stelt u vervolgens [Bijsnijdinstellingen] in op het tabblad [Afwerking].
Pagina 114
Instellingenlijst [Instellingen voor aantal kleuren] > Dialoogvenster [Instellingen voor aantal kleuren] Stelt u in staat om te schakelen tussen afdrukken met gebruik van alle kleuren en afdrukken met gebruik van twee kleuren. Als u [Twee kleuren] selecteert, stel dan in welke kleur moet worden gebruikt met zwart onder [Kleur te gebruiken met zwart].
Instellingenlijst Tabblad [Pagina-instelling] U kunt het papierformaat, de afdrukstand, de opmaakopties enz. instellen. Afhankelijk van de driver die u gebruikt, kunt u mogelijk bepaalde functies die in dit document worden beschreven niet configureren. [Paginaformaat] Geeft het papierformaat van de afdrukgegevens voorbereid in het document weer. [Uitvoerformaat] Specificeert het werkelijke papierformaat waarop wordt afgedrukt.
Pagina 116
Instellingenlijst [Paginavolgorde] Specificeert de af te drukken paginavolgorde. [Handmatig schalen] Specificeert een vergrotings- of verkleiningsfactor voor het afdrukken. [1 op 1 voor gegevens op 1 pagina] Drukt gegevens van een enkele pagina af op één vel bij het afdrukken van meerdere pagina's op een vel. [Watermerk] Drukt halftransparante tekens zoals [STRENG GEHEIM] of [CONCEPT] af over afdrukgegevens.
Pagina 117
Instellingenlijst Bij een plaatselijk papierformaat kunt u afdrukfuncties gebruiken die u niet kunt gebruiken bij gangbaar aangepast papier. De papiersoorten en -formaten die bij dit stuurprogramma worden verwerkt als plaatselijk papier, worden hieronder aangegeven. Papiernaam Breedte x Hoogte (Eenheid : mm) Breedte x Hoogte (Eenheid : inch) Oficio 216,0 x 317,0 8,50 x 12,50...
Pagina 118
Instellingenlijst Afdrukresultaten laten te wensen over(P. 163) Afdrukken met overlay wordt niet uitgevoerd(P. 167)
Instellingenlijst Tabblad [Afwerking] U kunt instellingen met betrekking tot lay-out, afdrukken en afwerking, zoals sorteren, nieten enz., configureren. Afhankelijk van de driver die u gebruikt, kunt u mogelijk bepaalde functies die in dit document worden beschreven niet configureren. [Afdrukstijl] Specificeert een modus voor het uitvoeren van afdrukgegevens. Afhankelijk van uw selectie voor [Afdrukstijl] wijzigen de weergegeven instellingen als volgt: Wanneer [Enkelzijdig afdrukken] of [Dubbelzijdig afdrukken] wordt geselecteerd(P.
Pagina 120
Instellingenlijst Sorteren Groeperen Verschuiving Roteren Perforeren Nieten Eco (zonder nieten) [Uit] Volgt de instelling van de toepassing. [Sorteren] Hiermee wordt het opgegeven aantal exemplaren afgedrukt op paginavolgorde. [Groeperen] Hiermee wordt het opgegeven aantal exemplaren afgedrukt en worden alle pagina's met hetzelfde paginanummer gegroepeerd.
Pagina 121
Instellingenlijst C-vormige vouw (C- Z-vormige vouw Halve vouw (Vouw Accordeon z-vormige Dubbele parallelle vormige vouw voor voor nietjes) vouw vouw nietjes) [Vouwdetails] > Dialoogvenster [Vouwdetails] Hiermee kunt u de richting van de vouw instellen. Voor vouwen voor nietjes kunt u het aantal vellen papier opgeven dat samengevouwen moet worden.
Pagina 122
Instellingenlijst verplaatsingsbreedte van het afdrukgebied tussen de buitenste pagina en de middelste pagina specificeert, selecteer dan [Handmatige correctie] en voer een correctiehoeveelheid in bij [Correctiebreedte]. [Rugpers] Hiermee wordt de pagina platgedrukt bij het inbinden met nietjes bij boekje afdrukken. U kunt de sterkte van de pers aanpassen door [Aanpassing voor rugpers] in te stellen.
Pagina 123
Instellingenlijst [Apparaatinstellingen toepassen] Volgt de apparaatinstelling. [Bijsnijdbreedte vooraan opgeven] Alleen de geopende zijde wordt bijgesneden. U kunt de gewenste trimbreedte opgeven. [Bijsnijdbreedte vooraan en boven/onder aangeven] Hiermee worden de geopende zijde en de boven- onderkant bijgesneden. U kunt de gewenste trimbreedte opgeven.
Pagina 124
Instellingenlijst [Geavanceerde instellingen] > Dialoogvenster [Geavanceerde instellingen] Stelt u in staat gedetailleerde afwerkingsinstellingen in te stellen. Selecteer het instellingsitem dat u wilt opgeven in de [Lijst met instellingen] en selecteer een instelling uit de vervolgkeuzelijst. [Weergeven in printer als] Specificeert een naam om weer te geven op het bedieningspaneel van het apparaat terwijl uw afdruktaak wordt afgedrukt.
Pagina 125
Instellingenlijst Als het afgedrukte resultaat afwijkt van het beeld dat wordt weergegeven in de toepassing die u gebruikt, probeer dan opnieuw af te drukken met [Aan] geselecteerd. Het afgedrukte resultaat kan zo worden verbeterd, maar het duurt langer om de gegevens van de toepassing te verwerken. [Zwart-wit bitmapverwerking in Automatische kleurenmodus] Als bij...
Pagina 126
Instellingenlijst Origineel Afdrukresultaat 1e blad 2e blad [Afdrukzijde omhoog/omlaag] Hiermee kunt u instellen of een document met de afdrukzijde omhoog of omlaag moet worden uitgevoerd. [Standaardwaarde printer] Maakt gebruik van de apparaatinstelling. [Afdrukzijde omlaag [Normale uitvoervolgorde]] Voert bij enkelzijdig afdrukken het document uit met de afgedrukte zijde naar onder toe gericht, beginnend vanaf de eerste pagina.
Pagina 127
Instellingenlijst Draait de pagina's overeenkomstig de stand van de eerste pagina en lijnt het formaat van elke pagina bij N op 1 afdrukken of afdrukken van boekje van afdrukgegevens met pagina's in een verschillende stand. [Details] > Dialoogvenster [Details van pagina's draaien voor indeling] Zorgt ervoor dat u de rotatierichting kunt instellen.
Pagina 128
Instellingenlijst de lichtgekleurde tekst en lijnen ongelijkmatig zijn en niet glad afdrukken met de instelling [Modus 1], probeert u het met [Modus 3]. [Modus 4] Hiermee worden de randen van een groot aantal objecten glad afgedrukt. Als de randen van lichtgekleurde grote tekst en dikke lijnen ongelijkmatig zijn en niet glad worden afgedrukt met de instelling [Modus 1], probeert u het met [Modus 4].
Pagina 129
Instellingenlijst ● Als ruis en lijnen prominent aanwezig zijn in gradatiegebieden, kunt u het afdrukresultaat misschien verbeteren door [Speciale verwerking dunne lijnen] in te stellen op [Uit] of [Modus 1]. [Modus speciaal afdrukken] Hiermee kunt u een speciale afdrukmodus instellen om de tekst en de regels aan te passen zodat ze duidelijker worden afgedrukt.
Instellingenlijst Tabblad [Papierbron] U kunt de papiersoort en de papierbron instellen. Afhankelijk van de driver die u gebruikt, kunt u mogelijk bepaalde functies die in dit document worden beschreven niet configureren. [Selecteren op] Selecteert of het te gebruiken papier voor de afdruk moet worden aangegeven per papierbron of papiertype. [Papierselectie] Specificeert de selectiemethode voor de papierbron op basis van de pagina.
Pagina 131
Instellingenlijst [Tabbladdetails] > Dialoogvenster [Tabbladdetails] Zorgt ervoor dat u de afdrukpositie op het tabbladpapier kunt instellen. [Toevoegen] Hiermee worden invoegbladinstellingen aan [Instellingenlijst] toegevoegd. [Oorspronkelijke papierbron] Specificeert de papierbron voor afdrukgegevens. [Oorspronkelijke papiersoort] Specificeert de papiersoort voor afdrukgegevens. [Papiernaam] Specificeert de papierbron met de naam van het papier. De naam van het papier wordt geregistreerd via de gebruikersinterface op afstand.
Pagina 132
Instellingenlijst [Instellingen voor-/achteromslag] > Dialoogvenster [Instellingen voor-/achteromslag] Voegt voor- en achteromslagen in. U kunt ook de papierbron van de voor- en achteromslagen instellen en aangeven of u hierop wilt afdrukken. [Standaardpapierformaten verticaal invoeren] Voert standaardpapierformaten verticaal in bij het afdrukken. [Aangepast papier verticaal invoeren] Voert aangepaste papierformaten verticaal in bij...
Instellingenlijst Tabblad [Kwaliteit] (UFR II/LIPSLX/PCL6) U kunt gedetailleerde instellingen voor de afdrukkwaliteit instellen. In dit gedeelte worden de in het stuurprogramma UFR II/LIPSLX/PCL6 weergegeven instellingen beschreven. Afhankelijk van de driver die u gebruikt, kunt u mogelijk bepaalde functies die in dit document worden beschreven niet configureren.
Pagina 134
Instellingenlijst [Fout bij diffusie] Drukt kleine tekens en dunne lijnen scherp af. [Patroon 1] tot [Patroon 7] Past de volgende instellingen voor halftoonverwerking afzonderlijk toe op tekst-, grafische en afbeeldingsgegevens. Wanneer er 7 patronen zijn: Tekst Illustraties Afbeeldingen Patroon 1 Fout bij...
Pagina 135
Instellingenlijst [Kalibratiegegevens ophalen bij afdrukken] Verwerft kalibratiegegevens van het apparaat en past de kleuren automatisch aan. [Tonerspaarstand] Hiermee worden de afdrukgegevens uitgedund om toner te besparen. [Conceptmodus] Bespaart toner door met minder toner af te drukken. [Tonerdichtheid] Past de tonerdichtheid aan. [Details] >...
Pagina 136
Instellingenlijst [Afbeeldingen gezamenlijk verwerken] Combineert meerdere aangrenzende afbeeldingen tot een enkel beeld op de computer om de hoeveelheid te verwerken gegevens te beperken. [Verwerking van kleurgegevens bij afdrukken in zwart-wit] Verwerkt, als u gekleurde originelen (data) in zwart-wit afdrukt, de gegevens zodanig dat kleurverschillen gemakkelijker kunnen worden onderscheiden.
Pagina 137
Instellingenlijst ● Tabblad [Kwaliteit] - Selecteer in [Geavanceerde instellingen] > [Resolutie], iets anders dan [1200 dpi] voor de resolutie. - Selecteer [Handmatige kleurinstellingen] → selecteer [Afstemming modus apparaat] or [Geen bijpassend stuurprogramma] in [Afstemming modus] op het tabblad [Kleurinstellingen] > [Afstemming] ●...
Pagina 138
Instellingenlijst worden afgedrukt als grijswaarden, terwijl de delen waarvoor wel kleurgegevens voorhanden zijn, worden afgedrukt in schakeringen van de opgegeven kleur. [Handmatige kleurinstellingen]/[Handmatige grijswaardeninst.] Hiermee kunt u handmatig instellingen voor kleur of grijstinten configureren. [Kleurinstellingen]/[Grijswaarden instellingen] > Dialoogvenster [Kleurinstellingen]/ [Grijswaarden instellingen] Hiermee kunt u de instellingen voor kleur, helderheid, het contrast en de kleurafstemming configureren.
Pagina 139
Instellingenlijst [Info] Geeft de versie van het stuurprogramma weer. [Standaardwaarden herstellen] Stelt alle instellingen weer in op de standaardwaarden. Verwante onderwerpen Algemene instellingen voor alle bladen(P. 104) Afdrukresultaten zijn te donker of te licht(P. 166)
Instellingenlijst Tabblad [Kwaliteit] (PS3) U kunt gedetailleerde instellingen voor de afdrukkwaliteit instellen. In dit gedeelte worden de in het stuurprogramma PS3 weergegeven instellingen beschreven. [Rendersnelheid] Stelt de rastermethode voor afbeeldingen voor afdrukgegevens in. [1 BPP [Enhanced]] Drukt de gradatie uit als halftonen en drukt aan hoge snelheid. Drukt tekens en dunne lijnen af in zwart. [24 BPP] Vereist meer tijd voor het afdrukken dan [1 BPP [Enhanced]], maar drukt af met hogere kwaliteit.
Pagina 141
Instellingenlijst Waar er 6 patronen zijn: Tekst Illustraties Afbeeldingen Patroon 1 Resolutie Resolutie Gradatie Patroon 2 Resolutie Gradatie Gradatie Patroon 3 Resolutie Gradatie Resolutie Patroon 4 Gradatie Resolutie Resolutie Patroon 5 Gradatie Resolutie Gradatie Patroon 6 Gradatie Gradatie Resolutie [Aangepast] Gebruikt een aangepast ditherpatroon.
Pagina 142
Instellingenlijst Tabblad [Grijswaardenafstelling] [Origineel]/[Voorbeeld] Stelt u in staat om de aangepaste afbeelding te controleren. [Helderheid] Past de helderheid aan. Gebruik de zijbalk om de afbeelding lichter of donkerder te maken. [Contrast] Past het contrast aan. Gebruik de zijbalk om het contrast van de afbeelding te verhogen of te verlagen. [Standaardwaarden herstellen] Stelt alle instellingen weer in op de standaardwaarden.
Pagina 143
Instellingenlijst [Fijne dichtheidsafstelling] Past de afdrukdichtheid voor kleine tekst en dunne lijnen aan. Deze functie is handig voor het corrigeren van 'open plekken' in tekst en lijnen. [Gecombineerd beelden verwerken] Schakelt tussen afdrukken met pseudorasterverwerking en afdrukken zonder enige verwerking als de rasterverwerking die niet wordt ondersteund door PS3-stuurprogramma's is opgegeven vanaf een toepassing.
Pagina 144
Instellingenlijst Deze functie kan uitsluitend worden gebruikt wanneer een configuratieprofiel dat Laserprinters/All-in-One- printers ondersteunt, wordt geselecteerd in [Config.profiel]. De volgende items moeten ook vooraf worden ingesteld. ● Tabblad [Algemene instellingen]/[Afwerking] - Wanneer [Laserprinters] wordt geselecteerd in [Config.profiel] Selecteer [Enkelzijdig afdrukken] in [Enkelzijdig/Dubbelzijdig/Boekje afdrukken] of [Afdrukstijl] - Wanneer [All-in-One-printers] wordt geselecteerd in [Config.profiel] Selecteer [Enkelzijdig afdrukken] of [Dubbelzijdig afdrukken] in [Enkelzijdig/Dubbelzijdig/Boekje afdrukken] of [Afdrukstijl]...
Instellingenlijst Tabblad [Kleur] (PS3) U kunt schakelen tussen afdrukken in kleur en afdrukken in zwart-wit en de kleuren aanpassen. OPMERKING ● Als u [Standaardwaarde printer] selecteert, worden de instellingen van het apparaat toegepast. [Kleurenmodus] Schakelt tussen afdrukken in kleur en afdrukken in zwart-wit. Om automatisch te detecteren of een pagina in kleur dan wel in zwart-wit moet worden afgedrukt, selecteert u [Auto [Kleur/Z-W]].
Pagina 146
Instellingenlijst OPMERKING ● Als u [Uitvoerprofiel] op iets anders instelt dan [Standaard], krijgt [Waarneming [fotografisch]] dezelfde kleurschakering als [Waarneming [Kleur van beeldscherm komt overeen]]/[Waarneming], en krijgt [Levendige foto] dezelfde kleurschakering als [Verzadiging]. [RGB-geheel zwart afdrukken] Drukt zwarte en grijze gegevens af met de gelijke verhouding van R tot G tot B met alleen zwarte (K) toner. Als u deze optie niet selecteert, worden de CMYK-toners gebruikt, waarbij...
Pagina 147
Instellingenlijst [Details] > Dialoogvenster [Gedetailleerde instellingen] Maakt het mogelijk om gedetailleerde kleuraanpassingsinstellingen te configureren. [Geheel zwart] Drukt zwarte gegevens (R=G=B=0 %, C=M=Y=100 %/Bk=N %, of C=M=Y=0 %/Bk=100 %) af met alleen zwarte toner. Dit vermijdt dat niet-uitgelijnde kleurtoner rond de zwarte gegevens wordt gedrukt. [Zwarte overdruk] Drukt zwarte gegevens af boven gekleurde achtergronden.
Pagina 148
Instellingenlijst Bepaalt of de afdrukgegevens in kleur of zwart-wit (éénkleurig) zijn op de computer en drukt af in de modus die overeenstemt met het resultaat. Als er een grote hoeveelheid bitmapgegevens in de gegevens staan, wordt die in kleur afgedrukt. [Kleur-/zwartwitpagina's toepassen vanuit toepassingen] Drukt af met prioriteit voor de afdrukinstellingen voor kleur of zwart-wit van de toepassing.
Instellingenlijst Tabblad [Uitzonderlijke instellingen] (PS3) U kunt afdrukinstellingen toepassen voor het aangegeven paginabereik binnen een document. [Uitzonderlijke pagina] > Dialoogvenster [Uitzonderlijke pagina-instellingen] Maakt het mogelijk om uitzonderlijke instellingen voor opgegeven pagina's in te stellen. Algemene instellingen voor alle bladen [Pagina] Stel het paginabereik voor uitzonderlijke instellingen in.
Pagina 150
Instellingenlijst OPMERKING ● Als u een aangemaakt profiel wilt toevoegen, moet u het naar het apparaat downloaden via de Resource Management plug-in van de iW Management Console. [RGB-afstemmingsmethode] Maakt het mogelijk om de afdrukmethode te selecteren wanneer er een RGB-invoerprofiel wordt toegepast. [Algemene instellingen toepassen] Past de ingestelde functies in alle andere tabbladen dan [Uitzonderlijke instellingen] toe.
Pagina 151
Instellingenlijst Maakt het mogelijk om de tonerdichtheid aan te passen zodat onregelmatigheden in de afdrukdichtheid van lijnen en tekst niet voorkomen. [Details] > Dialoogvenster [Gedetailleerde instellingen] Maakt het mogelijk om gedetailleerde kleuraanpassingsinstellingen te configureren. [Grijswaardenprofiel] Converteert printerafhankelijke grijze gegevens naar CMYK-gegevens tijdens het afdrukken. Als u deze functie niet gebruikt, worden gegevens alleen met zwarte (K) toner afgedrukt.
Pagina 152
Instellingenlijst [Verwijderen] Verwijdert de geselecteerde uitzonderlijke instelling. [Algemene instellingen] Toont de ingestelde functies in alle andere tabbladen dan [Uitzonderlijke instellingen] in een lijst. Verwante onderwerpen Algemene instellingen voor alle bladen(P. 104) Uitzonderlijke pagina's instellen (PS3)(P. 101)
Instellingenlijst Tabblad [Apparaatinstellingen] U kunt apparaatoptie-instellingen configureren zoals een configuratieprofiel dat past bij het apparaat en de beheerderinstellingen. Als u een configuratieprofiel instelt, worden voor ieder item automatisch optimale waarden voor het apparaat ingesteld. Raadpleeg de volgende link voor details. Over instellingen van het configuratieprofieltype(P.
Pagina 154
Instellingenlijst Over instellingen van het configuratieprofieltype(P. 95) ] (Exporteren) > Dialoogvenster [Configuratieprofiel exporteren] Stelt u in staat om de huidige instellingen te exporteren en in het tabblad [Apparaatinstellingen] op te slaan als een configuratieprofielbestand (*.typ). [Apparaattype] Stelt het apparaattype in. [Afwerkinstellingen] Stelt de afwerkingsfuncties van het apparaat in.
Pagina 155
Instellingenlijst [Pincode voor Beveiligd afdrukken] Stelt een pincode in voor veilig afdrukken. [Altijd gebruikersgegevens bevestigen bij Beveiligd afdrukken] Toont het dialoogvenster [Pincode bevestigen] voor bevestiging of instelling van een naam voor de afdrukgegevens, gebruikersnaam en pincode tijdens het beveiligd afdrukken. [Gebruikersnaam bevestigen bij...
Pagina 156
Instellingenlijst [Verifiëren] Hiermee wordt gecontroleerd of het opgegeven afdelings-id en pincode overeenkomen met die op de printer. [Afdelings-id/pincode bevestigen bij afdrukken] Hiermee wordt een dialoogvenster [Afdelings-id/pincode bevestigen] afgebeeld voor het bevestigen of instellen van het afdelings-id en de pincode bij het afdrukken. [Beheer afdelings-id niet gebruiken bij...
Pagina 157
Instellingenlijst [Lettertype-instellingen] > Dialoogvenster [Lettertype-instellingen] Maakt het mogelijk om printerlettertypes te vervangen door lettertypes TrueType. [Details] > Dialoogvenster [Gedetailleerde instellingen] Stelt u in staat om de instellingen in het scherm Afdrukinstellingen van het stuurprogramma te configureren. Items met [ ] worden automatisch ingesteld door de functie Apparaatgegevens ophalen. Bij items met ] moeten instellingen misschien handmatig worden geconfigureerd.
Instellingenlijst Tabblad [Profiel] U kunt profielen bewerken, importeren en exporteren. Als u in een omgeving met gedeelde printer profielen aan serverzijde bewerkt, dan worden de wijzigingen gereflecteerd in de clientprofielen. Afhankelijk van de driver die u gebruikt, kunt u mogelijk bepaalde functies die in dit document worden beschreven niet configureren.
Pagina 159
Instellingenlijst [Documenteigenschap definiëren] Laat instellingen toe in het scherm Afdrukinstellingen van het stuurprogramma. Deze functie is handig voor het beperken van de afdrukinstellingen in clientcomputers in een omgeving met gedeelde printer. Als u de volgende instellingen deselecteert op de server, worden de instellingen van alle clientcomputers vastgelegd zoals geconfigureerd op de server.
Instellingenlijst Canon PageComposer U kunt meerdere bestanden die met verschillende toepassingen zijn gemaakt voor afdrukken combineren in één bestand. Het Canon PageComposer-hoofdscherm wordt geopend wanneer u afdrukt met de functie [Bewerken/ Voorbeeld] van het stuurprogramma. Menu [Bestand] [Afdrukken]/[ ] (Afdrukken) Drukt het/de geselecteerde bestand(en) af.
Pagina 161
Instellingenlijst Stelt de naam van het gecombineerde bestand in. [Verwijderen] Verwijdert de geselecteerde pagina. [Afdrukvoorbeeld] Geeft een afdrukvoorbeeld van de geselecteerde pagina weer. Tabblad [Documentenlijst] Wijzigt de volgorde van bestanden in het gecombineerde bestand of verwijdert een bestand uit het gecombineerde bestand.
Pagina 162
Laat u toe de volgorde te wijzigen door het/de geselecteerde bestand(en) te verplaatsen. Menu [Help] [Help] Geeft de online Help weer. [Info] Geeft de Canon PageComposer-versie weer. Verwante onderwerpen Over de functie [Bewerken/Voorbeeld](P. 56) Bestanden samen afdrukken(P. 57) Het afdrukvoorbeeld controleren(P. 59)
Problemen oplossen Problemen oplossen Problemen oplossen ............................. 160 ..............161 Stuurprogramma-instellingen kunnen niet worden ingesteld ......................163 Afdrukresultaten laten te wensen over ............................165 Afdrukken duurt lang ...................... 166 Afdrukresultaten zijn te donker of te licht ....................167 Afdrukken met overlay wordt niet uitgevoerd ........
Problemen oplossen Problemen oplossen Dit geeft oplossingen voor veel voorkomende problemen. Stuurprogramma-instellingen kunnen niet worden ingesteld(P. 161) Afdrukresultaten laten te wensen over(P. 163) Afdrukken duurt lang(P. 165) Afdrukresultaten zijn te donker of te licht(P. 166) Afdrukken met overlay wordt niet uitgevoerd(P. 167) Kan de functie apparaatgegevens ophalen of de functie Verificatie niet gebruiken(P.
Problemen oplossen Stuurprogramma-instellingen kunnen niet worden ingesteld Paginaformaat, afdrukstand en instellingen voor papierselectie zijn ongeldig Oorzaak Afhankelijk van de toepassing die u gebruikt, krijgen de instellingen van de toepassing de prioriteit boven de instellingen van het stuurprogramma. Oplossing Configureer deze instellingen in de toepassing. De tabbladen [Apparaatinstellingen] en [Profiel] kunnen worden weergegeven, maar de instellingen zijn niet beschikbaar Oorzaak...
Pagina 166
Problemen oplossen Verwante onderwerpen Afdrukken vanaf een computer(P. 17) Tabblad [Apparaatinstellingen](P. 149)
Problemen oplossen Afdrukresultaten laten te wensen over De paginaopmaak is onjuist Als het afdrukgebied op de pagina onjuist is gepositioneerd of als een deel van het afgedrukte gebied ontbreekt, controleer dan het volgende: Oorzaak 1. Afdrukgegevens bevinden zich niet binnen het afdrukbare gebied. Oplossing Controleer het afdrukbare gebied van het apparaat en corrigeer de afdrukgegevens in de toepassing die u gebruikt.
Problemen oplossen Oplossing In het tabblad [Afwerking] klikt u op [Geavanceerde instellingen] en selecteert u vervolgens [Uit] in [EMF- spooling]. Instellingen hebben geen effect op de afdrukresultaten Oorzaak Functies die niet tegelijkertijd kunnen worden ingeschakeld, worden ingesteld in de toepassing en het stuurprogramma.
Problemen oplossen Afdrukken duurt lang Oorzaak De toepassing maakt gebruik van EMF-formaatgegevens die niet kunnen worden verwerkt door paginaprinters. Oplossing In het tabblad [Afwerking] klikt u op [Geavanceerde instellingen] en selecteert u vervolgens [Uit] in [EMF- spooling]. Verwante onderwerpen Tabblad [Afwerking](P. 115)
Problemen oplossen Afdrukresultaten zijn te donker of te licht Oorzaak De kleuren op het beeldschap en de afdrukresultaten verschillen omdat de kleuren anders worden weergegeven. Oplossing 1. Voor het stuurprogramma UFR II/LIPSLX/PCL6 verandert u de kleurinstellingen volgens onderstaande procedure. (1) Geef het tabblad [Kwaliteit] weer. (2) Selecteer [Handmatige kleurinstellingen] of [Handmatige grijswaardeninst.] →...
Problemen oplossen Afdrukken met overlay wordt niet uitgevoerd Kan niet afdrukken met overlay Oorzaak 1. De resolutie van de afdrukgegevens verschilt van die van het formulierbestand. Oplossing 1. Voor het stuurprogramma UFR II/LIPSLX/PCL6 verandert u de resolutie volgens onderstaande procedure. (1) Geef het tabblad [Kwaliteit] weer.
Pagina 172
Problemen oplossen Tabblad [Pagina-instelling](P. 111)
In een omgeving met afdrukserver ● Installeer de Canon Driver Information Assist Service in de servercomputer met behulp van het installatieprogramma voor het stuurprogramma. ● Installeer TCP/IP als een protocol in uw omgeving vanaf de CD-ROM voor het besturingssysteem dat u gebruikt.
Pagina 174
Problemen oplossen Bij overschrijding van bovenstaande getallen, verandert u de naam op het tabblad [Algemeen] of [Delen] van het Windows-scherm met printereigenschappen *. * U kunt het Windows-scherm met printereigenschappen met behulp van één van de volgende procedures openen. Bij het weergeven vanaf [ Instellingen] in het Startmenu (1) Open [Bluetooth en apparaten] (of [Apparaten]).
Pagina 175
SIL OPEN FONT LICENSE This Font Software is licensed under the SIL Open Font License, Version 1.1. This license is copied below, and is also available with a FAQ at: http://scripts.sil.org/OFL ----------------------------------------------------------- SIL OPEN FONT LICENSE Version 1.1 - 26 February 2007 ----------------------------------------------------------- PREAMBLE The goals of the Open Font License (OFL) are to stimulate worldwide...
Pagina 176
SIL OPEN FONT LICENSE 1) Neither the Font Software nor any of its individual components, in Original or Modified Versions, may be sold by itself. 2) Original or Modified Versions of the Font Software may be bundled, redistributed and/or sold with any software, provided that each copy contains the above copyright notice and this license.