[Tabbladdetails] > Dialoogvenster [Tabbladdetails]
Zorgt ervoor dat u de afdrukpositie op het tabbladpapier kunt instellen.
[Toevoegen]
Hiermee worden invoegbladinstellingen aan [Instellingenlijst] toegevoegd.
[Oorspronkelijke papierbron]
Specificeert de papierbron voor afdrukgegevens.
[Oorspronkelijke papiersoort]
Specificeert de papiersoort voor afdrukgegevens.
[Papiernaam]
Specificeert de papierbron met de naam van het papier. De naam van het papier wordt geregistreerd via de
gebruikersinterface op afstand.
Deze functie kan mogelijk niet worden gebruikt, afhankelijk van het apparaat dat u gebruikt.
In dat geval stelt u het papier voor de papierbron in met [Papiersoort].
[Voor-/achterbladen]
Specificeert de papierbron of de papiersoort die wordt gebruikt voor omslagbladen om in te voegen tussen
transparante vellen. Voor de selectie van verschillende in het apparaat geregistreerde papiersoorten klikt u op
[Instellingen].
[Transparanten]
Specificeert de papierbron of de papiersoort die wordt gebruikt voor transparante vellen. Voor de selectie van
verschillende in het apparaat geregistreerde papiersoorten klikt u op [Instellingen].
[Tabbladdetails] > Dialoogvenster [Tabbladdetails]
Zorgt ervoor dat u de afdrukpositie op het tabbladpapier kunt instellen.
[Papierbrongegevens] > Dialoogvenster [Papierbrongegevens]
Geeft informatie over het geplaatste papier in de papierbronnen. Om papierbroninformatie op te halen van het
apparaat klikt u op [Papierbrongegevens ophalen].
[Identieke kopie]
Maakt van een bepaald document steeds één afdruk uit meerdere opgegeven papierbronnen.
Hiermee kunt op een bepaald tijdstip op verschillende papiertypes afdrukken, bijvoorbeeld papier van hoge
kwaliteit en kringlooppapier.
[Instellingen] > Dialoogvenster [Instellingen voor Identieke kopie]
Selecteer de papierbron die het papier levert waarop u wilt afdrukken.
Instellingenlijst
127