Een Configuratieprofiel importeren
Hier wordt meer uitleg gegeven over de procedure voor het importeren van een geëxporteerd
configuratieprofielbestand (*.typ) en het instellen van de apparaatinformatie.
Als u de apparaatgegevens niet kunt ophalen, kunt u deze toepassen door een configuratieprofiel te
importeren dat werd geëxporteerd vanuit een omgeving waar de informatie wel kon worden opgehaald.
BELANGRIJK
●
Wanneer er geen configuratieprofiel wordt geselecteerd dat geschikt is voor het apparaat dat u gebruikt, zijn
sommige apparaatfuncties mogelijk niet bruikbaar.
Voorwaarden
●
Instellingen op het apparaat
- Als het apparaat is verbonden via een WSD-poort, is [Gebruik WSD bladeren] reeds ingesteld.
- Als het apparaat is verbonden door een bepaalde standaard TCP/IP-poort in te stellen, is [Gegevens
afdrukbeheer ophalen bij host] reeds ingesteld.
Raadpleeg de handleiding van het apparaat voor meer informatie.
●
Wanneer u de computer opstart, moet u zich aanmelden als lid van de groep Administrators.
Procedures
1
Geef het scherm Printereigenschappen weer.
Bij het weergeven vanaf [
(1) Open [Bluetooth en apparaten] (of [Apparaten]).
(2) Open in [Printers en scanners] het beheerscherm voor het in te stellen apparaat.
Klik hiertoe op het apparaat of op [Beheren] voor het bijbehorende apparaat.
(3) Klik op [Printereigenschappen] voor het in te stellen apparaat.
Bij het weergeven vanaf [Configuratiescherm]
(1) Open [Apparaten en printers].
(2) Klik vanuit de printerlijst met de rechtermuisknop op het in te stellen apparaat → selecteer [Eigenschappen
van printer] in het weergegeven menu.
2
Open het tabblad [Apparaatinstellingen] → klik op [Wijzigen].
Het stuurprogramma en het apparaat koppelen
Instellingen] in het Startmenu
92