Tabblad [Papierbron]
U kunt de papiersoort en de papierbron instellen.
Afhankelijk van de driver die u gebruikt, kunt u mogelijk bepaalde functies die in dit document worden
beschreven niet configureren.
[Selecteren op]
Selecteert of het te gebruiken papier voor de afdruk moet worden aangegeven per papierbron of papiertype.
[Papierselectie]
Specificeert de selectiemethode voor de papierbron op basis van de pagina.
[Papierbron]
Specificeert het papier waarop moet worden afgedrukt op basis van de papierbron.
[Papiersoort]
Specificeert het papier waarop moet worden afgedrukt op basis van de papiersoort.
[Instellingen] > Dialoogvenster [Papiersoortinstellingen]
Zorgt ervoor dat u het papiertype kunt wijzigen. Klik op [Papiergegevens ophalen] bij het ophalen van
papiertype-informatie van het apparaat.
[Invoegbladinstellingen] > Dialoogvenster [Invoegbladinstellingen]
Stelt u in staat om instellingen te configureren met betrekking tot ingevoegde bladen.
[Instellingenlijst]
Geeft de in te voegen bladen weer in een lijst, evenals hun posities.
[Verwijderen]
Hiermee worden invoegbladinstellingen die zijn geselecteerd in [Instellingenlijst] verwijderd.
[Bladen voor invoegen]
Specificeert de papiersoort van de in te voegen bladen.
[Papierbron]
Specificeert de papierbron van de in te voegen bladen.
[Afdrukken op]
Drukt af op de geselecteerde zijde(n) van de in te voegen bladen.
[Invoegen]
Hiermee worden bladen ingevoegd om het document onder te verdelen in delen.
[Tabblad]
Voegt tabbladpapier in het document in.
[Instellingen] > Dialoogvenster [Papiersoortinstellingen]
Zorgt ervoor dat u he tpapiertype van het tabbladpapier kunt wijzigen.
Instellingenlijst
126