Pagina 1
Online handleiding Lees dit eerst Nuttige functies die beschikbaar zijn op de printer Overzicht van de printer Afdrukken Problemen oplossen Nederlands (Dutch)
Pagina 2
Inhoud Lees dit eerst........... . 12 Gebruik van de online handleiding.
Pagina 3
Mediumtypen die u kunt gebruiken..........71 Maximaal aantal vellen.
Pagina 7
Beschrijving van Canon IJ-afdrukvoorbeeld........
Pagina 8
Het bericht wordt tijdens installatie op het computerscherm weergegeven....406 U bent het Wachtwoord beheerder van de printer vergeten......407 Informatie over het netwerk controleren.
Pagina 9
Een bericht verschijnt op het scherm........... 459 Er wordt een foutbericht weergegeven op een PictBridge-compatibel apparaat (draadloos LAN).
Pagina 12
´deze handleiding´ genaamd), deels of geheel te reproduceren, af te leiden of te kopiëren. • In principe kan Canon de inhoud van deze handleiding wijzigen of verwijderen zonder voorafgaande kennisgeving aan de klanten. Daarnaast kan Canon de publicatie van deze handleiding worden uitgesteld of gestopt vanwege dwingende redenen.
Pagina 13
3. Schakel het selectievakje Achtergrond afdrukken (kleuren en afbeeldingen) (Print Background (colors & images)) bij Opmaak en opties (Format & Options) in.
Pagina 14
Gebruik van de online handleiding Symbolen in dit document Waarschuwing Instructies die u moet volgen om te voorkomen dat er als gevolg van een onjuiste bediening van het apparaat gevaarlijke situaties ontstaan die mogelijk tot ernstig lichamelijk letsel of zelfs de dood kunnen leiden.
Pagina 15
• Photo Rag is een handelsmerk van Hahnemühle FineArt GmbH. • Bluetooth is een handelsmerk van Bluetooth SIG, Inc., V.S. en gebruiksrecht van dit product is verleend aan Canon Inc.. Opmerking • De officiële naam van Windows Vista is Microsoft Windows Vista-besturingssysteem.
Pagina 16
Typ trefwoorden in het zoekvenster en klik op (Zoeken). U kunt zoeken naar doelpagina's in deze handleiding. Voorbeeld: '(modelnaam van uw product) papier plaatsen', '(modelnaam van uw product) 1000' Zoektips U kunt in het zoekvenster trefwoorden invoeren om te zoeken naar doelpagina's. Opmerking •...
Pagina 17
Opmerking • Het weergegeven scherm hangt af van uw product. • Zoeken naar toepassingsfuncties Voer de naam van uw toepassing in plus een trefwoord voor de functie waarover u informatie zoekt. Voorbeeld: als u wilt weten hoe u collages kunt afdrukken met My Image Garden Voer in het zoekvenster "My Image Garden collage"...
Pagina 18
Opmerkingen bij toelichtingen van bewerkingen In deze handleiding worden de meeste bewerkingen beschreven aan de hand van vensters die worden weergegeven wanneer het besturingssysteem Windows 8 (hierna Windows 8 genoemd) wordt gebruikt.
Pagina 19
Nuttige functies die beschikbaar zijn op de printer De volgende nuttige functies zijn beschikbaar op de printer. Ervaar een aangename fotografiebeleving door de verschillende functies te gebruiken. Handige functies die beschikbaar zijn via het netwerk U kunt gemakkelijker afdrukken dankzij integratie met smartphones en andere apparaten of met services op het web.
Pagina 20
Nuttige functies die beschikbaar zijn vanuit toepassingen en het hoofdgedeelte Op de printer zijn de volgende nuttige functies beschikbaar vanuit toepassingen en het hoofdgedeelte. • Eenvoudig foto's afdrukken • Disclabels (cd's/dvd's/BD's) afdrukken • Inhoud downloaden Eenvoudig foto's afdrukken met een toepassing Eenvoudig afbeeldingen ordenen In My Image Garden kunt u de namen van personen en gebeurtenissen bij foto's opslaan.
Pagina 21
Als er een item is dat u bevalt, kunt u dit eenvoudig in slechts twee stappen afdrukken. 1. Selecteer in Afbeeldingsweergave van Quick Menu het item dat u wilt afdrukken. 2. Druk het item af met My Image Garden. Automatisch foto's plaatsen U kunt eenvoudig schitterende items maken, omdat de geselecteerde foto's automatisch op thema worden geplaatst.
Pagina 22
U kunt premium inhoud eenvoudig downloaden via My Image Garden. Premium inhoud die u hebt gedownload, kunt u rechtstreeks afdrukken met My Image Garden. Als u premium inhoud wilt downloaden, zorg dat voor alle kleuren originele Canon-inkttanks/- inktpatronen zijn geïnstalleerd in een ondersteunde printer.
Pagina 23
Opmerking • De ontwerpen van premium inhoud op deze pagina kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Pagina 24
Handige functies die beschikbaar zijn via het netwerk De volgende nuttige functies zijn beschikbaar op het apparaat. Ervaar een nog aangenamere fotografiebeleving door de verschillende functies te gebruiken. Belangrijk • Sommige functies zijn mogelijk niet beschikbaar in bepaalde landen of regio's. Afdrukken met Google Cloud Print Rechtstreeks afdrukken vanaf een iPad, iPhone of iPod touch De printer beheren vanaf een externe locatie met Externe UI (Remote UI)
Pagina 25
Zie hier voor informatie over verbinding maken met een netwerk. Nadat de verbinding is voltooid, wordt de Canon Inkjet Print Utility-software waarmee u gedetailleerde afdrukinstellingen kunt selecteren, automatisch gedownload. Met Canon Inkjet Print Utility, kunt u de printerstatus controleren en gedetailleerde afdrukinstellingen...
Pagina 26
Afdrukken met Google Cloud Print Het apparaat is compatibel met Google Cloud Print™ (Google Cloud Print is een service die wordt aangeboden door Google Inc.). Met Google Cloud Print kunt u vanaf elke locatie afdrukken met toepassingen of services die Google Cloud Print ondersteunen.
Pagina 27
Afdrukken met Google Cloud Print voorbereiden Als u wilt afdrukken met Google Cloud Print, hebt u een Google-account nodig en moet u het apparaat eerst registreren bij Google Cloud Print. Een Google-account maken Als u al een Google-account hebt, moet u het apparaat registreren. Het apparaat registreren bij Google Cloud Print Een Google-account maken Zorg eerst dat u een Google-account hebt zodat u het apparaat kunt registreren bij Google Cloud Print.
Pagina 28
3. Selecteer Webservice instellen (Web service setup) -> Verbinding instellen (Connection setup) -> Google Cloud Print instellen (Google Cloud Print setup) (GoogleCloudPrint) -> Registreren bij Google Cloud Print (Register with Google Cloud Print) (Registrer. b. service (Register w/ service)) Opmerking •...
Pagina 29
Opmerking • Als u het apparaat al hebt geregistreerd bij Google Cloud Print, wordt een bevestigingbericht weergegeven waarin u wordt gevraagd het apparaat opnieuw te registreren. 4. Wanneer het bevestigingsbericht over het registeren van het apparaat wordt weergegeven, selecteert u Ja (Yes) 5.
Pagina 30
Afdrukken vanaf een computer of smartphone met Google Cloud Print Wanneer u afrukgegevens verzendt met Google Cloud Print, ontvangt het apparaat deze gegevens en worden ze automatisch afgedrukt als het apparaat is ingeschakeld. Wanneer u afdrukt vanaf een computer, smartphone of ander apparaat met Google Cloud Print, moet u tevoren papier plaatsen in het apparaat.
Pagina 31
• Als u een ander mediumtype dan normaal papier selecteert of als u een ander papierformaat dan A4/Letter/B5/A5 selecteert, worden de afdrukgegevens enkelzijdig afgedrukt, ook al hebt u dubbelzijdig afdrukken geselecteerd. (* Het papierformaat hangt af van het model van uw printer. Voor informatie over ondersteunde papierformaten gaat u naar de startpagina van de Online handleiding en raadpleegt u 'Automatisch dubbelzijdig afdrukken mislukt' voor uw model.) •...
Pagina 32
Als uw LCD-monitor monochroom is 4. Selecteer GoogleCloudPrint 5. Druk op de knop OK Maak verbinding met de server. Als er afdrukgegevens beschikbaar zijn, drukt u die gegevens af.
Pagina 33
Met deze service kunt u printergegevens controleren en nuttige functies uitvoeren vanaf een computer of smartphone. U kunt ook de handige webservices van Canon gebruiken. Het IP-adres van de printer controleren Voor het gebruik van deze service moet u eerst het IP-adres van dit apparaat controleren via het bedieningspaneel van het apparaat.
Pagina 34
Opmerking • Als u het IP-adres wilt afdrukken, plaatst u één vel normaal papier van A4- of Letter-formaat. Selecteer daarna achtereenvolgens Instellen (Setup) -> Apparaatinstellingen (Device settings) -> LAN-instellingen (LAN settings) -> LAN- instellingen bevestigen (Confirm LAN settings) -> LAN-details afdrukken (Print LAN details) vanuit het startvenster.
Pagina 35
Prtrstatus (Printer status) Deze functie geeft printergegevens weer, zoals de resterende hoeveelheid inkt, de status en gedetailleerde foutgegevens. U kunt ook naar een site gaan waar u inkt kunt kopen of naar een ondersteuningspagina en webservices gebruiken. Hulpprogramma's (Utilities) Met deze functie kunt u de handige functies van het apparaat, zoals reiniging, instellen en uitvoeren.
Pagina 36
Afdrukken vanaf een AirPrint-compatibel apparaat In dit document wordt uitgelegd hoe u met AirPrint draadloos afdrukt vanaf uw iPad, iPhone of iPod touch op een Canon-printer. Met AirPrint kunt u direct vanaf uw Apple-apparaat foto's, e-mails, internetpagina's en documenten met uw printer afdrukken, zonder een besturingsbestand te hoeven installeren.
Pagina 37
3. Raak in het optiemenu Afdrukken (Print) aan. 4. Selecteer in de Printeropties (Printer Options) het model dat u gebruikt. Belangrijk • Niet alle apps ondersteunen AirPrint. Hierdoor wordt Printeropties (Printer Options) mogelijk niet weergegeven. Kunt u vanuit een bepaalde app de printeropties niet gebruiken, dan kunt u vanuit die app niet afdrukken.
Pagina 38
• Printer: selecteer een model dat op uw draadloze LAN kan worden gebruikt. • Exemplaren: geef het aantal af te drukken exemplaren op. • Dubbelzijdig afdrukken: als het model dubbelzijdig afdrukken ondersteunt, kunt u Aan (On) of Uit (Off) selecteren. •...
Pagina 39
Een afdruktaak verwijderen Afdruktaken kunnen met AirPrint op de volgende twee manieren worden verwijderd: • Vanaf het apparaat: als uw printer een LCD-monitor heeft, gebruikt u het bedieningspaneel om de afdruktaak te annuleren. Als uw printer geen LCD-monitor heeft, drukt u op de knop Stoppen (Stop) op het apparaat om de afdruktaak te annuleren.
Pagina 40
Opmerking • Wanneer u de printer aanzet kan het een aantal minuten duren voordat de printer via een draadloze LAN-verbinding kan communiceren. Zorg ervoor dat de printer met het draadloze LAN is verbonden en probeer vervolgens af te drukken. • Is Bonjour op de printer uitgeschakeld, dan kan AirPrint niet worden gebruikt. Controleer de LAN- instellingen van de printer en schakel Bonjour in.
Pagina 41
Lijst met functies voor elk model MG series MX series E series P series iP series iX series MG series Afdrukken vanuit e-mail (Print from E- Canon Inkjet Cloud Printing Modelnaam Google Cloud Print mail) Center MG7100 ✓ ✓ ✓...
Pagina 42
P series Canon Inkjet Cloud Printing Modelnaam Afdrukken vanuit e-mail (Print from E-mail) Google Cloud Print Center P200 – – – iP series Canon Inkjet Cloud Printing Modelnaam Afdrukken vanuit e-mail (Print from E-mail) Google Cloud Print Center iP8700 –...
Pagina 43
Overzicht van de printer Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften Informatie over regelgeving en veiligheid Hoofdonderdelen en basishandelingen Hoofdonderdelen Informatie over de stroomvoorziening van de printer Papier plaatsen Papier plaatsen Een afdrukbare disc plaatsen Een inkttank vervangen Een inkttank vervangen De inktstatus controleren Onderhoud Vage afdrukken of onjuiste kleuren Onderhoud uitvoeren vanaf een computer De printer reinigen...
Pagina 44
Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften Informatie over regelgeving en veiligheid...
Pagina 45
Veiligheidsvoorschriften Een locatie kiezen • Installeer het apparaat op een stabiele plaats die vrij van trillingen is. • Installeer het apparaat niet op een plaats die zeer vochtig of stoffig is en niet in direct zonlicht, buitenshuis of dicht bij een warmtebron. U kunt het risico van brand of elektrische schokken beperken door het apparaat te gebruiken volgens de werkingsomgeving die staat aangegeven in de Online handleiding.
Pagina 46
• Gooi inkttanks en FINE-cartridges nooit in het vuur. • Probeer de printkop, inkttanks en FINE-cartridges niet uit elkaar te halen of te wijzigen.
Pagina 47
Canon does not recommend extending the Activation Times from the optimum ones set as default. ®...
Pagina 48
Paper types This product can be used to print on both recycled and virgin paper (certified to an environmental stewardship scheme), which complies with EN12281 or a similar quality standard. In addition it can support printing on media down to a weight of 64g/m , lighter paper means less resources used and a lower environmental footprint for your printing needs.
Pagina 49
Hoofdonderdelen en basishandelingen Hoofdonderdelen Informatie over de stroomvoorziening van de printer...
Pagina 50
Hoofdonderdelen Vooraanzicht Achteraanzicht Binnenaanzicht...
Pagina 51
Vooraanzicht (1) bovenklep Open de bovenklep als u een inkttank wilt vervangen of vastgelopen papier wilt verwijderen uit de printer. (2) papiersteun Trek deze steun uit als u papier in de achterste lade plaatst. (3) achterste lade Plaats hier papier. Er kunnen twee of meer vellen papier van hetzelfde formaat en type tegelijk worden geplaatst.
Pagina 52
* In de bovenstaande afbeelding branden alle lampjes ter illustratie. (8) Knop AAN (ON) Druk op deze knop om de stroom in of uit te schakelen. De printer in- en uitschakelen (9) AAN/UIT (POWER)-lampje Dit lampje knippert en brandt vervolgens wit wanneer de printer wordt aangezet. Opmerking •...
Pagina 53
Knippert: Bezig met afdrukken of scannen via een draadloos LAN. Dit lampje knippert ook tijdens de configuratie van een draadloze LAN-verbinding.
Pagina 54
Achteraanzicht (1) USB-poort Sluit hier de USB-kabel aan om de printer op een computer aan te sluiten. (2) houder voor disclade Hier kunt u de disclade die bij de printer is geleverd opbergen. De disclade opbergen (3) netsnoeraansluiting Hier kunt u het meegeleverde netsnoer aansluiten. Belangrijk •...
Pagina 55
Binnenaanzicht (1) inktlampjes Deze lampjes branden of knipperen rood om de status van de inkttank aan te geven. De inktstatus controleren met de inktlampjes (2) printkophouder De printkop is vooraf geïnstalleerd. Opmerking • Zie Een inkttank vervangen voor informatie over het vervangen van een inkttank.
Pagina 56
Informatie over de stroomvoorziening van de printer Controleer of de printer is ingeschakeld De printer in- en uitschakelen Kennisgeving over de stekker/het netsnoer Kennisgeving over het loskoppelen van het netsnoer...
Pagina 57
Controleer of de printer is ingeschakeld Het AAN/UIT (POWER)-lampje brandt wit wanneer de printer is ingeschakeld. Opmerking • Het kan enige tijd duren voordat de printer met afdrukken begint nadat u de printer hebt ingeschakeld.
Pagina 58
De printer in- en uitschakelen De printer inschakelen 1. Druk op de knop AAN (ON) om de printer in te schakelen. Het AAN/UIT (POWER)-lampje knippert en blijft wit branden. Controleer of de printer is ingeschakeld Opmerking • Het kan enige tijd duren voordat de printer met afdrukken begint nadat u de printer hebt ingeschakeld.
Pagina 59
Opmerking • U kunt de printer automatisch laten uitschakelen wanneer gedurende een bepaalde periode geen afdruktaken naar de printer zijn gestuurd. Dit is de standaardinstelling. De stroomvoorziening van de printer beheren...
Pagina 60
Kennisgeving over de stekker/het netsnoer Koppel het netsnoer eenmaal per maand los om te controleren of geen van de onderstaande onregelmatigheden zich voordoet bij de stekker of het netsnoer. • De stekker/het netsnoer is heet. • De stekker/het netsnoer is roestig. •...
Pagina 61
Kennisgeving over het loskoppelen van het netsnoer Volg de onderstaande procedure om de stekker uit het stopcontact te trekken. Belangrijk • Wanneer u het netsnoer loskoppelt, drukt u op de knop AAN (ON) en controleert u daarna of het AAN/UIT (POWER)-lampje uit is. Wanneer u de stekker uit het stopcontact trekt terwijl het AAN/UIT (POWER)-lampje wit brandt of knippert, kan de printkop uitdrogen of verstopt raken en kan de afdrukkwaliteit minder worden.
Pagina 62
Papier plaatsen Papier plaatsen Een afdrukbare disc plaatsen...
Pagina 63
Papier plaatsen Normaal papier/fotopapier plaatsen Enveloppen plaatsen Mediumtypen die u kunt gebruiken Mediumtypen die u niet kunt gebruiken Voordat u afdrukt op kunstpapier Afdrukgebied...
Pagina 64
• Als u normaal papier voor een proefafdruk uitknipt tot bijvoorbeeld 10 x 15 cm (4 x 6 inch) of 13 x 18 cm (5 x 7 inch), kan het papier vastlopen. Opmerking • Wij raden aan om origineel fotopapier van Canon te gebruiken voor het afdrukken van foto's. Raadpleeg Mediumtypen die u kunt gebruiken voor meer informatie over origineel Canon-papier.
Pagina 65
4. Schuif de papiergeleiders (B) open en plaats het papier in het midden van de achterste lade MET DE AFDRUKZIJDE NAAR U TOE GERICHT. 5. Schuif de papiergeleiders (B) tegen de zijkanten van de papierstapel. Schuif de papiergeleiders niet te hard. Dan wordt het papier misschien niet goed ingevoerd. Belangrijk •...
Pagina 66
Opmerking • Plaats het papier niet hoger dan de markering voor de maximumcapaciteit (E). Opmerking • Nadat u papier hebt geplaatst, selecteert u het formaat en type van het geplaatste papier in het venster met afdrukinstellingen van het printerstuurprogramma.
Pagina 67
Enveloppen plaatsen U kunt DL-enveloppen en COM10-enveloppen plaatsen. Het adres wordt automatisch geroteerd en afgedrukt aan de hand van de richting van de envelop, zoals opgegeven in het printerstuurprogramma. Belangrijk • Het afdrukken van enveloppen vanaf een digitale camera wordt niet ondersteund. •...
Pagina 68
Belangrijk • Als de geleider van de disclade (A) is geopend, sluit u deze. 3. Trek de papieruitvoerlade uit. 4. Schuif de papiergeleiders (B) open en plaats het papier in het midden van de achterste lade MET DE AFDRUKZIJDE NAAR U TOE GERICHT. De gevouwen klep van de envelop is omhoog gericht en bevindt zich aan de linkerzijde.
Pagina 69
(C) Achterzijde (D) Adreszijde Opmerking • Plaats de enveloppen niet hoger dan de markering voor de maximumcapaciteit (E).
Pagina 70
Opmerking • Nadat u enveloppen hebt geplaatst, selecteert u het formaat en type van de enveloppen in het venster met afdrukinstellingen van het printerstuurprogramma.
Pagina 71
Mediumtypen die u kunt gebruiken Kies voor het beste afdrukresultaat papier dat geschikt is om op af te drukken. Canon levert diverse papiersoorten waarmee u het plezier van afdrukken kunt vergroten, zoals stickers, en papiersoorten voor foto's of documenten. Het verdient aanbeveling belangrijke foto's af te drukken op origineel Canon-papier.
Pagina 72
• 64 tot 105 g /m (17 tot 28 lb) (gewoon papier, uitgezonderd papier van het merk Canon) * U kunt speciaal papier van een ander merk dan Canon gebruiken tot maximaal 200 g /m (53 lb). Gebruik geen zwaarder of lichter papier (met uitzondering van origineel Canon-papier), aangezien het...
Pagina 73
Opmerkingen over het opslaan van papier • Neem alleen het benodigde aantal vellen papier uit de verpakking, vlak voordat u gaat afdrukken. • Wanneer u niet afdrukt, verwijdert u niet-gebruikt papier uit de achterste lade, stopt u dat terug in het pak en legt u het ergens vlak neer om te voorkomen dat het gaat omkrullen.
Pagina 74
Ongeveer 150 vel Ongeveer 50 vel Enveloppen 10 enveloppen Origineel Canon-papier Opmerking • Wij adviseren u het vorige afgedrukte vel uit de papieruitvoerlade te verwijderen voordat u verder gaat met afdrukken om vlekken en verkleuringen te voorkomen (behalve voor High Resolution Paper <HR-101N>).
Pagina 75
*3 Wanneer u papier in stapels plaatst, kan de afdrukzijde bij het invoeren worden gemarkeerd of wordt het papier mogelijk niet goed ingevoerd. Plaats in dat geval maar een vel tegelijk. Opmerking • Als u kunstpapier van een andere fabrikant dan Canon gebruikt, plaatst u één vel tegelijk in de achterste lade.
Pagina 76
• Papier dat te dun is (dat minder weegt dan 64 g /m (17 lb)) • Papier dat te dik is (gewoon papier, behalve papier van het merk Canon, dat meer weegt dan 105 g /m (28 lb)) * U kunt echter speciaal papier van een ander merk dan Canon gebruiken tot maximaal 200 g /m •...
Pagina 77
Voordat u afdrukt op kunstpapier Wanneer u afdrukt op kunstpapier, is de kans groot dat er papierstof ontstaat. Daarom verdient het aanbeveling papierstof van het kunstpapier te verwijderen vlak voordat u afdrukt. U hebt daarvoor een zachte haarborstel (of een borstel waarmee kantoorapparatuur wordt schoongemaakt) nodig.
Pagina 79
Afdrukgebied Afdrukgebied Andere formaten dan Letter, Legal, Enveloppen Letter, Legal Formaten voor kunstpapier Enveloppen Afdrukbare discs...
Pagina 80
Voor de beste afdrukkwaliteit laat de printer een marge vrij aan alle zijden van het papier. Het eigenlijke afdrukgebied is het gebied binnen deze marges. Aanbevolen afdrukgebied : Canon raadt u aan binnen dit gebied af te drukken. Afdrukgebied : in dit gebied is afdrukken mogelijk. Als u hier afdrukt, kan de afdrukkwaliteit of de precisie van de papierinvoer echter afnemen.
Pagina 81
Andere formaten dan Letter, Legal, Enveloppen Formaat Afdrukgebied (breedte x hoogte) 141,2 x 202,0 mm (5,56 x 7,95 inch) 203,2 x 289,0 mm (8,00 x 11,38 inch) 290,2 x 412,0 mm (11,43 x 16,22 inch) 322,2 x 475,0 mm (12,69 x 18,70 inch) 175,2 x 249,0 mm (6,90 x 9,80 inch) 250,2 x 356,0 mm (9,85 x 14,02 inch) 10 x 15 cm (4 x 6 inch)
Pagina 82
Letter, Legal Formaat Afdrukgebied (breedte x hoogte) Letter 203,2 x 271,4 mm (8,00 x 10,69 inch) Legal 203,2 x 347,6 mm (8,00 x 13,69 inch) Aanbevolen afdrukgebied (A) 40,4 mm (1,59 inch) (B) 37,4 mm (1,47 inch) Afdrukgebied (C) 3,0 mm (0,12 inch) (D) 5,0 mm (0,20 inch) (E) 6,4 mm (0,25 inch) (F) 6,3 mm (0,25 inch)
Pagina 83
Formaten voor kunstpapier Wanneer een papierformaat voor kunstpapier wordt geselecteerd in het printerstuurprogramma, wordt er een limiet ingesteld om te voorkomen dat wordt afgedrukt in de marge van 35 mm (1,38 inch) langs de boven- en onderrand van het papier. We raden u aan het afdrukgebied in het voorbeeldscherm te bekijken voordat u afdrukt.
Pagina 84
(A) 35,0 mm (1,38 inch) (B) 35,0 mm (1,38 inch) (C) 6,4 mm (0,25 inch) (D) 6,3 mm (0,25 inch)
Pagina 85
Enveloppen Formaat Aanbevolen afdrukgebied (breedte x hoogte) DL-envelop 98,8 x 179,6 mm (3,88 x 7,06 inch) COM10-envelop 93,5 x 200,9 mm (3,68 x 7,90 inch) Aanbevolen afdrukgebied (A) 3,0 mm (0,12 inch) (B) 37,4 mm (1,47 inch) (C) 5,6 mm (0,22 inch) (D) 5,6 mm (0,22 inch)
Pagina 86
Afdrukbare discs Het afdrukgebied van de afdrukbare disc bevindt zich tussen 17 mm (0,67 inch) vanaf de binnendiameter en 1 mm (0,04 inch) vanaf de buitendiameter van het afdrukoppervlak. Aanbevolen afdrukgebied (A) 17,0 mm (0,67 inch) (B) 1,0 mm (0,04 inch)
Pagina 87
Een afdrukbare disc plaatsen Waarschuwingen wanneer u afdrukt op een afdrukbare disc Voordat u een afdrukbare disc plaatst Een afdrukbare disc plaatsen Een afdrukbare disc verwijderen...
Pagina 88
Waarschuwingen wanneer u afdrukt op een afdrukbare disc • Gebruik alleen de disclade die bij deze printer is geleverd. Op de bovenzijde staat een 'L'. • Druk niet af op afdrukbare discs die niet geschikt zijn voor inkjetprinters. De inkt droogt niet en de inkt kan problemen veroorzaken bij de disc zelf of bij apparaten waarin de disc wordt geplaatst.
Pagina 89
Voordat u een afdrukbare disc plaatst Voor het bedrukken van afdrukbare discs hebt u het volgende nodig: • disclade (meegeleverd bij de printer) * Gebruik de disclade met een 'L' op het oppervlak. De disclade kan worden opgeborgen aan de achterzijde van de printer. De disclade opbergen •...
Pagina 90
Een afdrukbare disc plaatsen Als u wilt afdrukken op een afdrukbare disc, plaatst u deze in de disclade die bij de printer is meegeleverd en plaatst u de disclade in de printer. Belangrijk • Plaats de disclade niet voordat het bericht wordt weergegeven dat u de afdrukbare disc moet laden. Doet u dat wel, dan de printer beschadigd raken.
Pagina 91
Belangrijk • Bevestig de disclade niet terwijl de printer in bedrijf is (het AAN/UIT (POWER)-lampje knippert wit). Opmerking • De disclade kan worden uitgeworpen nadat een bepaalde periode is verstreken. Als dit gebeurt, volgt u de aanwijzingen op het scherm om de disclade te plaatsen. 1.
Pagina 92
Een afdrukbare disc verwijderen 1. Trek de disclade naar buiten. 2. Sluit de geleider van de disclade. Belangrijk • Als de geleider van de disclade open is, kunt u niet afdrukken omdat het papier dan niet juist wordt ingevoerd. Controleer of de geleider van de disclade is gesloten. 3.
Pagina 93
De disclade opbergen Wanneer u de disclade niet gebruikt, hangt u deze aan de haken aan de achterkant van de printer. Hang op met de discbevestigingszijde naar binnen, zoals u op de afbeelding ziet. Belangrijk • Als de disclade is verbogen, kan deze onbruikbaar worden. Zorg ervoor dat u het bewaart in de achterkant van de printer.
Pagina 94
Een inkttank vervangen Een inkttank vervangen De inktstatus controleren...
Pagina 95
Een inkttank vervangen Wanneer de inkt opraakt of zich fouten voordoen, knippert het Alarm-lampje oranje om u op de hoogte te brengen van het probleem. Tel het aantal malen dat het lampje knippert en neem de juiste maatregelen. Als er een fout optreedt Opmerking •...
Pagina 96
Let op • Houd de printkophouder niet vast om deze te stoppen of te verplaatsen. Raak de printkophouder niet aan voordat deze helemaal stilstaat. Belangrijk • Leg geen voorwerpen op de bovenklep. Deze kunnen in de achterste lade vallen wanneer de bovenklep wordt geopend en ertoe leiden dat de printer niet meer naar behoren werkt.
Pagina 97
4. Bereid een nieuwe Inkttank voor. 1. Haal de nieuwe inkttank uit de verpakking, verwijder de oranje tape ( ) volledig en verwijder vervolgens de beschermende folie ( ) volledig. Belangrijk • Ga voorzichtig met de inkttank om. Laat de inkttank niet vallen en oefen er geen overmatige druk op uit.
Pagina 98
Belangrijk • Druk de zijkanten van de inkttank niet in. Als u de zijkanten van de inkttank indrukt en het Y- vormige luchtgat (B) wordt geblokkeerd, kan er inkt spatten. • Raak de binnenkant van het oranje beschermkapje (C) of de geopende inktopening (D) niet aan. Als u deze aanraakt, kunt u inktvlekken op uw handen krijgen.
Pagina 99
Belangrijk • U kunt niet afdrukken als de inkttank onjuist is geplaatst. U moet de inkttank correct plaatsen, zoals is aangegeven op het label van de printkophouder. • U kunt pas afdrukken als alle inkttanks zijn geïnstalleerd. Zorg dat alle inkttanks zijn geïnstalleerd.
Pagina 100
De inktstatus controleren De inktstatus controleren met de inktlampjes U kunt de inktstatus ook controleren op het computerscherm. De inktstatus controleren vanaf uw computer...
Pagina 101
De inktstatus controleren met de inktlampjes 1. Controleer of het apparaat aan staat. 2. Open de bovenklep. Vervangingsprocedure 3. Controleer het inktlampje. Sluit de bovenklep nadat u de status van de inktlampjes hebt gecontroleerd. Vervangingsprocedure • Het inktlampje brandt. De inkttank is correct geplaatst. •...
Pagina 102
De inkttank is niet goed geplaatst of de functie voor het detecteren van de resterende hoeveelheid inkt is uitgeschakeld. Als de inkttank niet stevig op zijn plaats zit, controleert u of het oranje beschermkapje van de onderzijde van de inkttank is verwijderd en drukt u daarna op de bovenkant van de inkttank totdat de inkttank op zijn plaats klikt.
Pagina 103
Onderhoud Vage afdrukken of onjuiste kleuren Onderhoud uitvoeren vanaf een computer De printer reinigen...
Pagina 104
Vage afdrukken of onjuiste kleuren Onderhoudsprocedure Controleraster voor de spuitopeningen afdrukken Controleraster voor de spuitopeningen bekijken De printkop reinigen De printkop uitlijnen...
Pagina 105
Onderhoudsprocedure Als de afdrukresultaten vaag zijn, kleuren niet correct worden afgedrukt of als u niet tevreden bent over de afdrukresultaten (bijvoorbeeld omdat lijnen niet evenwijdig worden afgedrukt), voert u de onderstaande onderhoudsprocedure uit. Belangrijk • Spoel de printkop en inkttank niet af en veeg ze niet schoon. Dit kan allerlei problemen met de printkop en inkttank veroorzaken.
Pagina 106
Vanaf de computer De printkoppen reinigen vanaf de computer Druk na het reinigen van de printkop het controleraster voor spuitopeningen af en controleer dit: Stap 1 Als het probleem niet is opgelost nadat u stap 1 tot en met stap 3 tweemaal hebt uitgevoerd: Voer een diepte-reiniging van de printkop uit.
Pagina 107
Controleraster voor de spuitopeningen afdrukken Druk het controleraster voor de spuitopeningen af om te bepalen of de inkt op de juiste wijze uit de spuitopening van printkop wordt gespoten. Opmerking • Als de inkt bijna op is, wordt het controleraster niet goed afgedrukt. Vervang de inkttank die bijna leeg U moet het volgende voorbereiden: een vel gewoon papier van A4- of Letter-formaat...
Pagina 108
Controleraster voor de spuitopeningen bekijken Bekijk het controleraster voor de spuitopeningen en reinig zo nodig de printkop. 1. Controleer het raster op (A) ontbrekende lijnen en (B) de aanwezigheid van horizontale witte strepen. (C) Aantal vellen dat tot nog toe is afgedrukt Als er lijnen ontbreken in het raster (A): printkop reiniging is vereist.
Pagina 109
De printkop reinigen De printkop moet worden gereinigd als er in het afgedrukte controleraster voor de spuitopeningen lijnen ontbreken of horizontale witte strepen worden weergegeven. Door een reiniging uit te voeren worden de spuitopeningen vrij gemaakt en de toestand van de printkop hersteld. Bij het reinigen van de printkop wordt inkt verbruikt.
Pagina 110
De printkop uitlijnen Als de afgedrukte lijnen niet evenwijdig zijn of als u niet tevreden bent over de afdrukresultaten, dient u de positie van de printkop aan te passen. Opmerking • Als de inkt bijna op is, wordt het uitlijningsblad niet correct afgedrukt. Vervang de inkttank die bijna leeg U moet het volgende voorbereiden: een vel gewoon papier van A4- of Letter-formaat (inclusief...
Pagina 111
Onderhoud uitvoeren vanaf een computer De printkoppen reinigen vanaf de computer De papierinvoerrollen reinigen vanaf de computer De printkop uitlijnen De positie van de printkop uitlijnen vanaf de computer De computer gebruiken om een controleraster voor de spuitopeningen af te drukken De binnenkant van de printer reinigen...
Pagina 112
De printkoppen reinigen vanaf de computer Met de functie voor het reinigen van de printkop kunt u verstopte spuitopeningen van de printkop weer vrijmaken. Reinig de printkoppen wanneer de afdruk vaag is of een bepaalde kleur niet wordt afgedrukt, ook al is er genoeg inkt.
Pagina 113
1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2. Klik op Diepte-reiniging (Deep Cleaning) op het tabblad Onderhoud (Maintenance) Nadat u het dialoogvenster Diepte-reiniging (Deep Cleaning) hebt geopend, selecteert u de inktgroep die een diepte-reiniging moet ondergaan. Klik op Initiële controle-items (Initial Check Items) om de items te bekijken die u moet controleren voordat deze een diepte-reiniging ondergaan.
Pagina 114
De papierinvoerrollen reinigen vanaf de computer U kunt de papierinvoerrollen reinigen. U doet dit als er stukjes papier aan de papierinvoerrollen vastzitten en het papier niet goed wordt ingevoerd. De procedure voor het reinigen van de papierinvoerrol is als volgt: Reiniging rollen (Roller Cleaning) 1.
Pagina 115
De printkop uitlijnen Wanneer u de positie van de printkop aanpast, worden fouten in de printkoppositie gecorrigeerd en foutieve kleuren en streepvorming verbeterd. Als het afdrukresultaat ongelijkmatig is vanwege verschoven lijnen of andere fouten, past u de positie van de printkop aan. Op deze printer kunt u de printkop automatisch handmatig...
Pagina 116
De positie van de printkop uitlijnen vanaf de computer Bij het uitlijnen van de printkop worden de installatieposities van de printkop gecorrigeerd waardoor kleuren en lijnen beter worden afgedrukt. Op deze printer worden twee methoden voor het uitlijnen van de printkop ondersteund: automatische uitlijning en handmatige uitlijning.
Pagina 117
De positie van de printkop handmatig uitlijnen vanaf de computer Bij het uitlijnen van de printkop worden de installatieposities van de printkop gecorrigeerd waardoor kleuren en lijnen beter worden afgedrukt. Op deze printer worden twee methoden voor het uitlijnen van de printkop ondersteund: automatische uitlijning en handmatige uitlijning.
Pagina 118
Zorg dat de printer aan staat en klik op Printkop uitlijnen (Align Print Head). Volg de instructie in het bericht. Belangrijk • Open de bovenklep niet terwijl er een afdruktaak wordt uitgevoerd. 8. Controleer het afgedrukte patroon Voer de nummers van de patronen met de minste streepvorming in de bijbehorende vakken in. Zelfs als u op de patronen met de minste streepvorming klikt in het voorbeeldvenster, worden de nummers automatisch in de bijbehorende vakken geplaatst.
Pagina 119
Belangrijk • Open de bovenklep niet terwijl er een afdruktaak wordt uitgevoerd. 10. Controleer het afgedrukte patroon Voer de nummers van de patronen met de minst zichtbare horizontale strepen in de bijbehorende vakken in. Zelfs als u op de patronen met de minst zichtbare horizontal strepen klikt in het voorbeeldvenster, worden de nummers automatisch in de bijbehorende vakken geplaatst.
Pagina 120
Klik op OK nadat u alle benodigde waarden hebt ingevoerd. Opmerking • Als het moeilijk is het beste raster te kiezen, kiest u de instelling waarbij de horizontale strepen het minst duidelijk zichtbaar zijn. (A) Minst duidelijk zichtbare horizontale strepen (B) Duidelijkst zichtbare horizontale strepen Opmerking •...
Pagina 121
De computer gebruiken om een controleraster voor de spuitopeningen af te drukken Met de functie voor controle van de spuitopeningen kunt u controleren of de printkop goed functioneert door een controleraster af te drukken. Druk een controleraster af wanneer de afdruk vaag is of een bepaalde kleur niet wordt afgedrukt.
Pagina 122
De binnenkant van de printer reinigen Voer een reiniging van de onderste plaat uit voordat u dubbelzijdig afdrukt, om te voorkomen dat er vegen op de achterzijde van het papier ontstaan. Voer ook een reiniging van de onderste plaat uit als er inktvegen op een afdruk voorkomen die niet worden veroorzaakt door de afdrukgegevens.
Pagina 123
De printer reinigen De buitenkant van de printer reinigen Het binnenste van de printer reinigen (Reiniging onderste plaat) U kunt de papierinvoerrol ook reinigen vanaf een computer. De papierinvoerrollen reinigen vanaf de computer...
Pagina 124
De buitenkant van de printer reinigen Gebruik altijd een zachte en droge doek, bijvoorbeeld een brillendoekje, en veeg vuilresten voorzichtig van het oppervlak. Strijk eventuele kreukels in de doek zo nodig glad voordat u de doek gebruikt. Belangrijk • Schakel het apparaat altijd uit en haal het netsnoer uit het stopcontact voordat u de printer gaat reinigen.
Pagina 125
Het binnenste van de printer reinigen (Reiniging onderste plaat) Hiermee verwijdert u vlekken van de binnenkant van de printer. Als het binnenste van het printer vuil wordt, kan bedrukt papier ook vuil worden. Daarom raden we u aan de binnenkant van het apparaat regelmatig te reinigen.
Pagina 126
Als het probleem zich blijft voordoen nadat u de onderste plaat nogmaals hebt gereinigd, zijn de uitstekende delen aan de binnenkant van het printer mogelijk vuil. Veeg inktresten op uitstekende delen weg met bijvoorbeeld een wattenstaafje. Belangrijk • Schakel het apparaat altijd uit en haal het netsnoer uit het stopcontact voordat u de printer gaat reinigen.
Pagina 127
De printerinstellingen wijzigen Printerinstellingen vanaf de computer wijzigen De printerinstellingen initialiseren...
Pagina 128
Printerinstellingen vanaf de computer wijzigen Afdrukopties wijzigen Een veelgebruikt afdrukprofiel registreren De stroomvoorziening van de printer beheren Het geluid van de printer reduceren De bedieningsmodus van de printer aanpassen...
Pagina 129
Afdrukopties wijzigen U kunt de gedetailleerde instellingen van het printerstuurprogramma wijzigen voor afdrukgegevens die worden verzonden vanuit een toepassing. Geef deze optie aan als u te maken hebt met afdrukproblemen, zoals een deel van beeldgegevens dat wordt afgesneden. De procedure voor het wijzigen van de afdrukopties is als volgt: 1.
Pagina 130
Een veelgebruikt afdrukprofiel registreren U kunt een veelgebruikt afdrukprofiel registreren bij Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings) op het tabblad Snel instellen (Quick Setup). Afdrukprofielen die u niet meer nodig hebt, kunt u op elk gewenst moment verwijderen. De procedure voor het opslaan van een afdrukprofiel is als volgt: Een afdrukprofiel registreren 1.
Pagina 131
Geef een naam op in het veld Naam (Name). Klik zo nodig op Opties... (Options...) om opties in te stellen en klik vervolgens op OK. Klik in het dialoogvenster Veelgebruikte instellingen opslaan (Save Commonly Used Settings) op OK om de afdrukinstellingen op te slaan en terug te keren naar het tabblad Snel instellen (Quick Setup).
Pagina 132
De stroomvoorziening van de printer beheren Met deze functie kunt u de stroomvoorziening van de printer vanuit het printerstuurprogramma beheren. De procedure voor het beheren van de stroomvoorziening van de printer is als volgt: Printer uit (Power Off) Met de functie Printer uit (Power Off) schakelt u de printer uit. Wanneer u deze functie gebruikt, kunt u de printer niet inschakelen vanuit het printerstuurprogramma.
Pagina 133
(Disable) op dezelfde manier in de lijst. Opmerking • Als de printer wordt uitgeschakeld, hangt het bericht van de Canon IJ-statusmonitor af van de instelling voor Printer automatisch aan (Auto Power On). Wanneer Inschakelen (Enable) is geselecteerd, wordt een bericht weergegeven dat de printer stand-by staat.
Pagina 134
Het geluid van de printer reduceren Met de stille functie kunt u ervoor zorgen dat de printer minder geluid maakt. Selecteer deze functie als u wilt dat de printer 's nachts of in andere omstandigheden minder geluid maakt. Wanneer u deze functie selecteert, kan het afdrukken langzamer verlopen. De procedure voor het gebruiken van de stille modus is als volgt: Stille instellingen (Quiet Settings) 1.
Pagina 135
Opmerking • De stille modus kan minder effect hebben, afhankelijk van de instellingen voor afdrukkwaliteit.
Pagina 136
De bedieningsmodus van de printer aanpassen Indien nodig kunt u schakelen tussen verschillende bedieningsmodi van de printer. De procedure voor het configureren van de Aangepaste instellingen (Custom Settings) is als volgt: Aangepaste instellingen (Custom Settings) 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2.
Pagina 137
Papierstoring voorkomen (Prevent paper jam) Schakel deze optie alleen in als gewoon papier van A3-formaat regelmatig vastloopt bij de papieruitvoer. Belangrijk • Als deze functie wordt gebruikt, duurt het langer om af te drukken met gewoon papier van A3-formaat. De afdrukkwaliteit kan ook afnemen. 90 graden naar links roteren als afdrukstand [Liggend] is (Rotate 90 degrees left when orientation is [Landscape]) Op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) kunt u de draairichting van de optie Liggend...
Pagina 138
De printerinstellingen initialiseren U kunt de printerinstellingen initialiseren. Belangrijk • Wanneer u de printer via een draadloos LAN gebruikt, moet u er rekening mee houden dat door initialisatie alle netwerkinstellingen op de printer worden gewist en dat afdrukken vanaf een computer via het netwerk wellicht onmogelijk wordt.
Pagina 139
Informatie over de netwerkverbinding Handige informatie over de netwerkverbinding...
Pagina 140
Handige informatie over de netwerkverbinding In de fabriek ingestelde waarden (netwerk) De printer op de computer aansluiten met een USB-kabel Als printers met dezelfde naam worden gedetecteerd tijdens de installatie Verbinding maken met andere computers in een LAN/De verbindingsmethode wijzigen van USB in LAN Info over netwerkinstellingen afdrukken...
Pagina 141
Inschakelen (Enable) WSD activ./uitsch. (WSD-instelling) Inschakelen (Enable) Time-outinstelling (WSD-instelling) 1 minuut Bonjour activ./uitsch. (Bonjour-instellingen) Inschakelen (Enable) Servicenaam (Bonjour-instellingen) Canon iP8700 series LPR-protocolinstelling Inschakelen (Enable) PictBridge-communicatie Inschakelen (Enable) Draadloos LAN DRX (Wireless LAN DRX) Inschakelen (Enable) (* De beginwaarde van dit onderdeel verschilt per printer.)
Pagina 142
De printer op de computer aansluiten met een USB-kabel Sluit de printer op de computer aan met een USB-kabel (zie illustratie hieronder). De USB-poort bevindt zich aan de achterzijde van de printer.
Pagina 143
Als printers met dezelfde naam worden gedetecteerd tijdens de installatie Wanneer tijdens het instellen de printer wordt gedetecteerd, ziet u mogelijk meerdere printers met dezelfde naam in het venster met detectieresultaten. Selecteer een printer waarbij u het ingestelde MAC-adres voor de printer vergelijkt met het MAC-adres in het venster met detectieresultaten.
Pagina 144
Verbinding maken met andere computers in een LAN/De verbindingsmethode wijzigen van USB in LAN Als u de computer wilt toevoegen door via LAN verbinding met de printer te maken of als u de methode waarmee u de printer en de computer via USB met het LAN verbindt, wilt wijzigen, dient u de installatie uit te voeren met behulp van de installatie-cd-rom of volgens de instructies op onze website.
Pagina 145
Info over netwerkinstellingen afdrukken U kunt de netwerkinstellingen van de printer afdrukken, zoals het IP-adres en de SSID. Belangrijk • Deze afdruk bevat belangrijke informatie over uw computer. Bewaar deze zorgvuldig. Zorg dat de printer is ingeschakeld. Plaats een normaal papier van A4- of Letter-formaat. 3.
Pagina 146
IPv6 standaardgateway (IPv6 Standaardgateway (IPv6) XXXX:XXXX:XXXX:XXXX Default Gateway) *1 XXXX:XXXX:XXXX:XXXX Subnetprefixlengte (Subnet Prefix Subnetprefixlengte Length)*1 IPsec*2 IPsec-instelling Actief Beveiligingsprotocol (Security Methode van het ESP/ESP & AH/AH Protocol)*2 beveiligingsprotocol WPS-pincode (WPS PIN CODE) WPS-pincode XXXXXXXX Draadloos LAN DRX (Wireless Niet-continue ontvangst Inschakelen (Enable)/Uitschakelen LAN DRX) (draadloos LAN)
Pagina 147
*1 Alleen wanneer IPv6 geactiveerd is, wordt de status van het netwerk afgedrukt. *2 Alleen de IPv6- en de IPsec-instelling zijn geactiveerd; de status van het netwerk wordt afgedrukt.
Pagina 148
Over netwerkcommunicatie Netwerkinstellingen wijzigen en controleren Vensters voor de netwerkverbinding van IJ Network Tool Andere vensters van IJ Network Tool Bijlage voor netwerkcommunicatie...
Pagina 149
Netwerkinstellingen wijzigen en controleren IJ Network Tool Instellingen wijzigen op het tabblad Draadloos LAN De gedetailleerde WEP-instellingen wijzigen WPA- of gedetailleerde WPA2-instellingen wijzigen De instellingen wijzigen op het tabblad Bedrade LAN Instellingen wijzigen op het tabblad Wachtwoord beheerder Status draadloos netwerk controleren Netwerkinstellingen van het apparaat initialiseren Aangepaste instellingen weergeven...
Pagina 150
• Druk niet af terwijl IJ Network Tool actief is. • Als de firewallfunctie van de beveiligingssoftware is ingeschakeld, wordt wellicht het bericht weergegeven dat Canon-software probeert toegang te krijgen tot het netwerk. Als de waarschuwing wordt weergegeven, stelt u de beveiligingssoftware zo in dat toegang altijd wordt toegestaan.
Pagina 151
Instellingen wijzigen op het tabblad Draadloos LAN Als u de draadloze netwerkinstellingen van de printer wilt wijzigen, sluit u de printer tijdelijk met een USB- kabel op de computer aan. Als u de draadloze netwerkinstellingen van de computer aanpast via een draadloze verbinding zonder USB-aansluiting, kan de computer mogelijk niet communiceren met het apparaat nadat de instellingen zijn gewijzigd.
Pagina 152
Venster Zoeken Opmerking • Geef dezelfde SSID op die is ingesteld voor het toegangspunt. De SSID is hoofdlettergevoelig. Coderingsmethode: (Encryption Method:) Hiermee kunt u de coderingsmethode selecteren die wordt gebruikt op het draadloos LAN. U kunt WEP-instellingen wijzigen door WEP gebruiken (Use WEP) te selecteren en te klikken op Configuratie...
Pagina 153
De gedetailleerde WEP-instellingen wijzigen Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. Als u de draadloze netwerkinstellingen van de printer wilt wijzigen, sluit u de printer tijdelijk met een USB- kabel op de computer aan. Als u de draadloze netwerkinstellingen van de computer aanpast via een draadloze verbinding zonder USB-aansluiting, kan de computer mogelijk niet communiceren met het apparaat nadat de instellingen zijn gewijzigd.
Pagina 154
Hexadecimaal (Hex) 10 tekens 26 tekens 2. Sleutellengte: (Key Length:) Selecteer 64-bits (64bit) of 128-bits (128bit). 3. Indeling sleutel: (Key Format:) Selecteer ASCII of Hex. 4. Sleutel-ID: (Key ID:) Selecteer de sleutel-id (index) die is ingesteld op het toegangspunt. 5. Verificatie: (Authentication:) Selecteer de verificatiemethode om de toegang van de printer tot het toegangspunt te verifiëren.
Pagina 155
WPA- of gedetailleerde WPA2-instellingen wijzigen Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. Als u de draadloze netwerkinstellingen van de printer wilt wijzigen, sluit u de printer tijdelijk met een USB- kabel op de computer aan. Als u de draadloze netwerkinstellingen van de computer aanpast via een draadloze verbinding zonder USB-aansluiting, kan de computer mogelijk niet communiceren met het apparaat nadat de instellingen zijn gewijzigd.
Pagina 156
8. Geef het wachtwoord op, controleer het type dynamische codering en klik op Volgende> (Next>). Geef het wachtwoord op dat is ingesteld op het toegangspunt. Het wachtwoord is een reeks van 8 tot 63 alfanumerieke tekens of een 64-cijferige hexadecimale waarde. Raadpleeg de instructiehandleiding van het toegangspunt of neem contact op met de fabrikant als u het wachtwoord van het toegangspunt niet weet.
Pagina 157
Belangrijk • Als de printer niet kan communiceren met de computer nadat het coderingstype van de printer is gewijzigd, zorgt u dat het coderingstype van de computer en het toegangspunt overeenkomt met dat van de printer. Opmerking • Als u de netwerkinstellingen wijzigt terwijl de USB-kabel tijdelijk is aangesloten, kan de standaardprinter worden gewijzigd.
Pagina 158
De instellingen wijzigen op het tabblad Bedrade LAN Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. • Activeer de instelling voor bedraad LAN van de printer als u de instellingen op het tabblad Bedrade LAN (Wired LAN) wilt wijzigen.
Pagina 159
Instellingen wijzigen op het tabblad Wachtwoord beheerder Start IJ Network Tool. 2. Selecteer de printer bij Printers:. 3. Selecteer Configuratie... (Configuration...) in het menu Instellingen (Settings). 4. Klik op de tab Wachtwoord beheerder (Admin Password). Het tabblad Wachtwoord beheerder (Admin Password) wordt weergegeven. Tabblad Wachtwoord beheerder voor meer informatie over het tabblad Wachtwoord beheerder (Admin Password).
Pagina 160
Status draadloos netwerk controleren Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. • Als u het apparaat via een bedraad LAN gebruikt, kunt u netwerkstatus niet controleren. Start IJ Network Tool. 2. Selecteer de printer bij Printers:. 3.
Pagina 161
6. Controleer de status. Wanneer de meting is voltooid, wordt de status weergegeven. Wanneer wordt weergegeven in Verbindingskwaliteit tussen de printer en het toegangspunt: (Connection Performance between the Printer and the Access Point:), kan de printer communiceren met het toegangspunt. Raadpleeg anders de weergegeven opmerkingen en het onderstaande om de status van de communicatieverbinding te verbeteren en klik op Opnieuw meten (Remeasurement).
Pagina 162
• Controleer of zich geen bronnen van radiostoring in de buurt van de printer en het toegangspunt bevinden. De draadloze verbinding gebruikt mogelijk dezelfde frequentieband als magnetrons of andere bronnen van radiostoring. Probeer de printer en het toegangspunt uit de buurt te houden van dergelijke bronnen.
Pagina 163
Opmerking • U kunt de netwerkinstellingen van de printer wijzigen met IJ Network Tool en een USB-verbinding nadat de LAN-instellingen zijn geïnitialiseerd. Als u de netwerkinstellingen wilt wijzigen met Canon IJ Network Tool, moet u eerst draadloos LAN activeren.
Pagina 164
Aangepaste instellingen weergeven Het venster Bevestiging (Confirmation) wordt weergegeven wanneer u de printerinstellingen in het venster Configuratie (Configuration) hebt gewijzigd. Wanneer u op Ja (Yes) klikt in het venster Bevestiging (Confirmation), wordt het volgende venster weergegeven waarin u de gewijzigde instellingen kunt controleren.
Pagina 165
Vensters voor de netwerkverbinding van IJ Network Tool Venster Canon IJ Network Tool Venster Configuratie Tabblad Draadloos LAN Venster Zoeken Venster WEP-details Venster WPA-details Venster WPA2-details Venster Verificatietype bevestigen Venster Instelling PSK-wachtwoordzin en dynamische codering Venster Bevestiging installatiegegevens Tabblad Bedrade LAN...
Pagina 166
Venster Canon IJ Network Tool In dit gedeelte worden de items en menu's beschreven die worden weergegeven in het venster Canon IJ Network Tool. Items in het venster Canon IJ Network Tool Menu's van Canon IJ Network Tool Items in het venster Canon IJ Network Tool Het volgende item wordt weergegeven in het venster Canon IJ Network Tool.
Pagina 167
Hiermee geeft u het venster Status weer waarin u de status van de printerverbinding en van de draadloze communicatie kunt controleren. Venster Status Vernieuwen (Refresh) De inhoud van Printers: in het venster Canon IJ Network Tool wordt bijgewerkt en weergegeven.
Pagina 168
• Als de printer wordt gebruikt door een andere computer, wordt een venster weergegeven met deze informatie. Opmerking • Dit item heeft dezelfde functie als Bijwerken (Update) in het venster Canon IJ Network Tool. Netwerkgegevens (Network Information) Hiermee geeft u het venster Netwerkgegevens (Network Information) weer waarin u de netwerkinstellingen van de printer en de computer kunt controleren.
Pagina 169
Onderhoud... (Maintenance...) Hiermee geeft u het venster Onderhoud (Maintenance) weer waarin u de standaardwaarden van de netwerkinstellingen van de printer kunt herstellen en de kaartsleuf kunt instellen als netwerkstation. Venster Onderhoud 4. Menu Help Instructies (Instructions) Hiermee geeft u deze handleiding weer. Over (About) Geeft de versie van IJ Network Tool weer.
Pagina 170
Venster Configuratie U kunt de configuratie van de geselecteerde printer in het venster Canon IJ Network Tool wijzigen. Klik op een tab om het tabblad te selecteren en instellingen te wijzigen. Het volgende venster toont een voorbeeld van de instellingen die u kunt wijzigen op het tabblad Draadloze LAN (Wireless LAN).
Pagina 171
Tabblad Draadloos LAN Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. Hier kunt u een draadloze LAN-verbinding voor de printer instellen. Om het blad Draadloos LAN (Wireless LAN) weer te geven klikt u op het tabblad Draadloos LAN (Wireless LAN) in het venster Configuratie (Configuration).
Pagina 172
4. Coderingsmethode: (Encryption Method:) Hiermee kunt u de coderingsmethode selecteren die wordt gebruikt op het draadloos LAN. Niet gebruiken (Do not use) Selecteer deze optie als u codering wilt uitschakelen. WEP gebruiken (Use WEP) Verzending wordt gecodeerd met een WEP-sleutel die u hebt opgegeven. Als er geen WEP-sleutel is ingesteld, wordt het venster WEP-details (WEP Details) automatisch weergegeven.
Pagina 173
Venster Zoeken Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. De gevonden toegangspunten worden weergegeven. 1. Gevonden toegangspunten: (Detected Access Points:) De signaalsterkte van de toegangspunten, het coderingstype, naam van het toegangspunt en het radiokanaal kunnen worden gecontroleerd.
Pagina 174
Tabblad Draadloos LAN Opmerking • Tijdens de detectie van het toegangspunt moet het toegangspunt zijn ingeschakeld. 3. Instellen (Set) Klik hierop om het SSID van het toegangspunt in te stellen in SSID: op het tabblad Draadloze LAN (Wireless LAN). Opmerking •...
Pagina 175
Venster WEP-details Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. Hier kunt u de printer WEP-instellingen opgeven. Opmerking • Als u het wachtwoord (WEP-sleutel) van de printer wijzigt, moet dezelfde wijziging worden aangebracht in het wachtwoord (WEP-sleutel) van het toegangspunt.
Pagina 176
Venster WPA-details Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. Hier kunt u de printer WPAinstellingen opgeven. De waarde die in het venster wordt weergegeven, hangt af van de vooraf verzonden instellingen. 1. Verificatietype: (Authentication Type:) Hiermee wordt het type verificatie weergegeven dat wordt gebruikt voor clientverificatie.
Pagina 177
Venster WPA2-details Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. Hier kunt u de printer WPA2-instellingen opgeven. De waarde die in het venster wordt weergegeven, hangt af van de vooraf verzonden instellingen. 1. Verificatietype: (Authentication Type:) Hiermee wordt het type verificatie weergegeven dat wordt gebruikt voor clientverificatie.
Pagina 178
Venster Verificatietype bevestigen Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. Het type verificatie dat wordt gebruikt voor clientverificatie wordt weergegeven. 1. Verificatietype (Authentication Type) Het type verificatie dat wordt gebruikt voor clientverificatie wordt weergegeven. Dit apparaat ondersteunt de verificatiemethode PSK.
Pagina 179
Venster Instelling PSK-wachtwoordzin en dynamische codering Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. Geef de wachtwoordzin op en selecteer de methode voor dynamische codering. 1. Wachtwoordzin: (Passphrase:) Geef het wachtwoord op dat is ingesteld op het toegangspunt. Het wachtwoord is een reeks van 8 tot 63 alfanumerieke tekens of een 64-cijferige hexadecimale waarde.
Pagina 180
Venster Bevestiging installatiegegevens Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. Hier worden de gebruikte instellingen voor clientverificatie weergegeven. Bevestig de instellingen en klik op Voltooien (Finish).
Pagina 181
Tabblad Bedrade LAN Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. Hier kunt u een bedrade LAN-verbinding voor de printer instellen. Om het blad Bedrade LAN (Wired LAN) weer te geven klikt u op het tabblad Bedrade LAN (Wired LAN) in het venster Configuratie (Configuration).
Pagina 182
Tabblad Wachtwoord beheerder Stel een wachtwoord voor de printer in als u wilt dat alleen bepaalde personen de installatie en configuratie kunnen uitvoeren. Om het blad Wachtwoord beheerder (Admin Password) weer te geven klikt u op het tabblad Wachtwoord beheerder (Admin Password) in het venster Configuratie (Configuration). 1.
Pagina 183
Selecteer Netwerkgegevens (Network Information) in het menu Beeld (View) om het venster Netwerkgegevens (Network Information) weer te geven. 1. OK Hiermee keert u terug naar het venster Canon IJ Network Tool. 2. Alle gegevens kopiëren (Copy All Information) Alle weergegeven netwerkgegevens worden naar het Klembord gekopieerd.
Pagina 184
Tabblad Toegangsbeheer Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. U kunt de MAC-adressen of de IP-adressen van computers of netwerkapparaten registreren om toegang toe te staan. Om het blad Toegangsbeheer (Access Control) weer te geven, klikt u op het tabblad Toegangsbeheer (Access Control) in het venster Configuratie (Configuration).
Pagina 185
1. Toegangsbeheer printer inschakelen (MAC-adres) (Enable printer access control(MAC address)) Selecteer deze optie om toegangsbeheer tot de printer via het MAC-adres in te schakelen. Opmerking • De twee soorten toegangsbeheer (via het MAC-adres of via het IP-adres) kunnen tegelijkertijd worden ingeschakeld. Een type toegangsbeheer is ingeschakeld als het selectievakje Toegangsbeheer printer inschakelen (Enable printer access control) is geselecteerd, ongeacht het type dat momenteel wordt weergegeven als u Type toegangsbeheer printer: (Printer Access Control...
Pagina 186
Belangrijk • Voeg het MAC-adres toe van alle computers of netwerkapparaten in het netwerk die u toegang wilt geven tot de printer. De printer is niet toegankelijk vanaf computers of netwerkapparaten die niet in de lijst staan. 5. Verwijderen (Delete) Hiermee verwijdert u het geselecteerde MAC-adres uit de lijst.
Pagina 187
Het venster Toegankelijk IP-adres bewerken (Edit Accessible IP Address) wordt weergegeven, zodat u de geselecteerde instellingen in Toegankelijke IP-adressen: (Accessible IP Addresses:) kunt bewerken. Venster Toegankelijk IP-adres bewerken/Toegankelijk IP-adres toevoegen 4. Toevoegen... (Add...) In het venster Toegankelijk IP-adres toevoegen (Add Accessible IP Address) dat wordt weergegeven kunt u het IP-adres registreren van een computer of een netwerkapparaat dat via het netwerk toegang heeft tot de printer.
Pagina 188
Venster Toegankelijk MAC-adres bewerken/Toegankelijk MAC- adres toevoegen Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. De voorbeeldafbeeldingen in dit gedeelte verwijzen naar het venster Toegankelijk MAC-adres toevoegen (Add Accessible MAC Address). 1. MAC-adres: (MAC Address:) Voer het MAC-adres in van een computer of netwerkapparaat om toegang toe te staan.
Pagina 189
Venster Toegankelijk IP-adres bewerken/Toegankelijk IP-adres toevoegen Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. De voorbeeldafbeeldingen in dit gedeelte verwijzen naar het venster Toegankelijk IP-adres toevoegen (Add Accessible IP Address). 1. Specificatiemethode: (Specification Method:) Selecteer Eén adres opgeven (Single Address Specification) of Bereik opgeven (Range Specification) om een of meer IP-adressen toe te voegen.
Pagina 190
Desgewenst kunt u informatie toevoegen om het apparaat te identificeren, zoals de naam van een computer. Belangrijk • Opmerkingen worden alleen weergegeven op de computer die is gebruikt om ze in te voeren.
Pagina 191
Andere vensters van IJ Network Tool Venster Canon IJ Network Tool Venster Status Venster Verbindingskwaliteit meten Venster Onderhoud Venster Netwerkinstelling van de kaartsleuf Venster Poort associëren Venster Netwerkgegevens...
Pagina 192
Venster Canon IJ Network Tool In dit gedeelte worden de items en menu's beschreven die worden weergegeven in het venster Canon IJ Network Tool. Items in het venster Canon IJ Network Tool Menu's van Canon IJ Network Tool Items in het venster Canon IJ Network Tool Het volgende item wordt weergegeven in het venster Canon IJ Network Tool.
Pagina 193
Hiermee geeft u het venster Status weer waarin u de status van de printerverbinding en van de draadloze communicatie kunt controleren. Venster Status Vernieuwen (Refresh) De inhoud van Printers: in het venster Canon IJ Network Tool wordt bijgewerkt en weergegeven.
Pagina 194
• Als de printer wordt gebruikt door een andere computer, wordt een venster weergegeven met deze informatie. Opmerking • Dit item heeft dezelfde functie als Bijwerken (Update) in het venster Canon IJ Network Tool. Netwerkgegevens (Network Information) Hiermee geeft u het venster Netwerkgegevens (Network Information) weer waarin u de netwerkinstellingen van de printer en de computer kunt controleren.
Pagina 195
Onderhoud... (Maintenance...) Hiermee geeft u het venster Onderhoud (Maintenance) weer waarin u de standaardwaarden van de netwerkinstellingen van de printer kunt herstellen en de kaartsleuf kunt instellen als netwerkstation. Venster Onderhoud 4. Menu Help Instructies (Instructions) Hiermee geeft u deze handleiding weer. Over (About) Geeft de versie van IJ Network Tool weer.
Pagina 196
Venster Status Hier kunt u de status van de printer en de verbindingskwaliteit controleren. Selecteer Status in het menu Beeld (View) om het venster Status weer te geven. Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. •...
Pagina 197
Venster Verbindingskwaliteit meten Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. Via dit venster kunt u de verbindingskwaliteit meten. Venster Verbindingskwaliteit meten (Connection Performance Measurement) (beginvenster) Venster Verbindingskwaliteit meten (Connection Performance Measurement) (voltooiingsvenster) Venster Verbindingskwaliteit meten (Connection Performance Measurement) (beginvenster) Klik op Volgende>...
Pagina 198
1. Verbindingskwaliteit tussen de printer en het toegangspunt: (Connection Performance between the Printer and the Access Point:) Een symbool geeft het resultaat van de meting van de verbindingskwaliteit tussen de printer en het toegangspunt aan. : Goede verbindingskwaliteit : Onstabiele verbindingskwaliteit : Kan geen verbinding maken : Meting is geannuleerd of kan niet worden uitgevoerd 2.
Pagina 199
Venster Onderhoud In dit venster kunt u Initialisatie instellen (Setting Initialization) en Netwerkinstelling van de kaartsleuf (Network Setup of the Card Slot) uitvoeren. Selecteer Onderhoud... (Maintenance...) in het menu Instellingen (Settings) om Onderhoud (Maintenance) weer te geven. 1. Initialisatie instellen (Setting Initialization) Hiermee herstelt u de standaardwaarden voor alle netwerkinstellingen van de printer.
Pagina 200
Venster Netwerkinstelling van de kaartsleuf Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. Hier worden de instellingen van de kaartsleuf weergegeven en kunt u een kaartsleuf in het netwerk toewijzen als netwerkstation van de computer. Dit venster wordt weergegeven wanneer u klikt op Installatie (Setup) in het venster Onderhoud (Maintenance).
Pagina 201
1. Overslaan (Skip) Hiermee voltooit u de instellingen zonder een netwerkstation toe te wijzen aan de kaartsleuf. 2. Opnieuw proberen (Retry) Hiermee keert u terug naar het venster Netwerkinstelling van de kaartsleuf (Network Setup of the Card Slot) en voert u de toewijzing van het netwerkstation opnieuw uit. 3.
Pagina 202
Venster Poort associëren Hier kunt u een gemaakte poort koppelen aan een printerstuurprogramma. Selecteer de printer waarvoor u de koppeling wilt wijzigen en klik daarna op OK. Opmerking • U kunt alleen afdrukken met de printer als het printerstuurprogramma is gekoppeld aan de poort. 1.
Pagina 203
Selecteer Netwerkgegevens (Network Information) in het menu Beeld (View) om het venster Netwerkgegevens (Network Information) weer te geven. 1. OK Hiermee keert u terug naar het venster Canon IJ Network Tool. 2. Alle gegevens kopiëren (Copy All Information) Alle weergegeven netwerkgegevens worden naar het Klembord gekopieerd.
Pagina 204
Bijlage voor netwerkcommunicatie De kaartsleuf gebruiken via een netwerk Als het printerstuurprogramma niet is gekoppeld aan een poort Info over technische termen Beperkingen Informatie over de firewall...
Pagina 205
De kaartsleuf gebruiken via een netwerk Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. De kaartsleuf toewijzen als netwerkstation Beperkingen voor het gebruik van de kaartsleuf via het netwerk De kaartsleuf toewijzen als netwerkstation De kaartsleuf kan alleen via een netwerk worden gebruikt als deze softwarematig is toegewezen.
Pagina 206
7. Controleer of de kaartsleuf is toegewezen. Als de kaartsleuf is toegewezen, wordt het volgende pictogram weergegeven bij Computer (of Deze computer (My Computer)). Beperkingen voor het gebruik van de kaartsleuf via het netwerk • Als het apparaat is verbonden met een netwerk, kan de kaartsleuf door meerdere computers worden gedeeld.
Pagina 207
Indien Geen stuurprogramma (No Driver) als naam voor de printer wordt weergegeven in het venster Canon IJ Network Tool, is het printerstuurprogramma niet aan een poort gekoppeld. U koppelt een poort aan een printerstuurprogramma door de onderstaande procedure uit te voeren.
Pagina 208
Info over technische termen In dit gedeelte worden de technische termen beschreven die in de handleiding worden gebruikt. • Toegangspunt (Access Point) Een draadloze ontvanger of basisstation dat informatie ontvangt van draadloze clients/het apparaat en ze opnieuw uitzendt. Vereist in een infrastructuurnetwerk. •...
Pagina 209
• Verificatiemethode (Authentication Method) De methode die een toegangspunt gebruikt om een printer via een draadloos LAN te verifiëren. De methoden komen met elkaar overeen. Als u WEP als coderingsmethode gebruikt, kan de verificatiemethode zich aan Open systeem (Open System) of Gedeelte sleutel (Shared Key) hechten. Voor WPA/WPA2 is de verificatiemethode PSK.
Pagina 210
• Firewall Dit is een systeem dat ongeautoriseerde toegang tot de computer in het netwerk voorkomt. Om dergelijke toegang te voorkomen, kunt u de firewallfunctie van een breedbandrouter, de beveiligingssoftware of het besturingssysteem van de computer gebruiken. • IEEE 802.11b Internationale norm voor draadloos LAN waarbij de frequentie 2,4 GHz wordt gebruikt met een doorvoer van maximaal 11 Mbps.
Pagina 211
Hiervoor kunt u een tekenreeks van vijf of dertien tekens opgeven die alfanumerieke en onderstrepingstekens '_' kan bevatten. Deze sleutel is hoofdlettergevoelig. ◦ Hex Hiervoor kunt u een tekenreeks van 10 of 26 tekens opgeven die hexadecimale tekens kan bevatten (0 tot 9, A tot F en a tot f). •...
Pagina 212
• Signaalsterkte (Signal Strength) De sterkte van het signaal dat wordt ontvangen door de printer vanaf het toegangspunt wordt aangegeven met een waarde tussen 0 en 100%. • SSID Uniek label door draadloos LAN. Wordt vaak voorgesteld als een netwerknaam of een toegangspuntnaam.
Pagina 213
• WCN (Windows Connect Now) Gebruikers van Windows Vista of later kunnen de instellingen echter ook rechtstreeks ophalen via een draadloos netwerk (WCN-NET). • WEP/WEP-sleutel Een coderingsmethode die wordt gebruikt door IEEE 802.11. Gedeelde beveiligingssleutel die wordt gebruikt om gegevens te coderen en decoderen die worden verzonden via draadloze netwerken. Deze printer ondersteunt een sleutellengte van 64 bits of 128 bits, de sleutelindelingen ASCII-code en Hexadecimaal, en een sleutelnummer van 1 tot 4.
Pagina 214
• WPS (Wi-Fi Protected Setup) WPS is een norm voor het eenvoudig en veilig instellen van een draadloos netwerk. Voor Wi-Fi Protected Setup worden vooral de volgende twee methoden gebruikt: PIN-code: een verplichte instelmethode voor alle gecertificeerde WPS-apparaten. PBC (Push button configuration; drukknop): een drukknop op de hardware of een virtuele drukknop in de software.
Pagina 215
Beperkingen Als u een printer gebruikt via het draadloze LAN, herkent de printer mogelijk draadloze systemen in de buurt. U moet daarom een netwerksleutel (WEP, WPA of WPA2) instellen voor het toegangspunt om draadloze verzending te coderen. Draadloze communicatie met een product dat niet voldoet aan de Wi-Fi- standaard kan niet worden gegarandeerd.
Pagina 216
Informatie over de firewall Een firewall is een functie van de beveiligingssoftware die op de computer is geïnstalleerd of van het besturingssysteem van de computer. Deze functie voorkomt toegang tot het netwerk door onbevoegden. Voorzorgsmaatregelen wanneer een firewallfunctie is ingeschakeld •...
Pagina 217
Tips voor een optimale afdrukkwaliteit Handige informatie over inkt Belangrijke punten voor succesvol afdrukken Geef de papierinstellingen op nadat u het papier hebt geplaatst Een afdruktaak annuleren Voorzorgsmaatregelen voor gebruik van de printer Belangrijke punten voor een consistente afdrukkwaliteit Voorzorgsmaatregelen voor een veilig transport van de printer...
Pagina 218
Inkt wordt soms gebruikt om de optimale afdrukkwaliteit te behouden. Om de printerprestaties op peil te houden, wordt er op basis van de printerconditie door de Canon-printer een automatische reiniging uitgevoerd. Tijdens deze automatische reiniging wordt een kleine hoeveelheid inkt verbruikt.
Pagina 219
Wanneer de inkt in (A) opraakt, knippert het inktlampje langzaam om aan te geven dat de inkt bijna op is. Wanneer vervolgens de inkt in (B) opraakt, knippert het inktlampje snel om aan te geven dat de inkttank moet worden vervangen. De inktstatus controleren met de inktlampjes...
Pagina 220
Belangrijke punten voor succesvol afdrukken Controleer de printerstatus voordat u gaat afdrukken! • Is de printkop in orde? Als de spuitopening van printkop verstopt is, worden afdrukken vaag en wordt er papier verspild. Het is raadzaam de printkop te controleren door het controleraster voor de spuitopeningen af te drukken. Onderhoudsprocedure •...
Pagina 221
Geef de papierinstellingen op nadat u het papier hebt geplaatst Als het ingestelde mediumtype niet overeenkomt met het geplaatste papier, zijn de afdrukresultaten mogelijk niet naar behoren. Nadat u papier hebt geplaatst, moet u het juiste mediumtype voor het geplaatste papier selecteren.
Pagina 222
Een afdruktaak annuleren Druk nooit op de knop AAN (ON)! Als u tijdens het afdrukken op de knop AAN (ON) drukt, worden de afdrukgegevens die vanaf een computer zijn verzonden in de wachtrij van de printer geplaatst en kunt u mogelijk niet meer doorgaan met afdrukken.
Pagina 223
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik van de printer Leg geen voorwerpen op de bovenklep! Leg geen voorwerpen op de bovenklep. Deze kunnen in de achterste lade vallen wanneer de bovenklep wordt geopend en ertoe leiden dat de printer niet meer naar behoren werkt. Zorg er ook voor dat u de printer op een locatie plaatst waar geen objecten in het apparaat kunnen vallen.
Pagina 224
Belangrijke punten voor een consistente afdrukkwaliteit Voor een optimale afdrukkwaliteit is het belangrijk dat de printkop niet uitdroogt of verstopt raakt. Houd u altijd aan de volgende richtlijnen voor een optimale afdrukkwaliteit. Haal de stekker nooit uit het stopcontact voordat het apparaat is uitgeschakeld! Als u op de knop AAN (ON) drukt om de printer uit te zetten, wordt de printkop (spuitopeningen) automatisch bedekt om uitdrogen te voorkomen.
Pagina 225
Voorzorgsmaatregelen voor een veilig transport van de printer Let op het volgende wanneer u de printer vervoert. Belangrijk • Pak de printer in een stevige doos in en zorg dat de printer rechtop staat (de onderzijde bevindt zich aan de onderkant). Gebruik voldoende beschermend materiaal om een veilig transport te garanderen. •...
Pagina 226
7. Zet met plakband alle kleppen van de printer vast, zodat deze tijdens het vervoer niet kunnen opengaan. Verpak de printer vervolgens in de plastic zak. 8. Bevestig het beschermende materiaal aan de printer wanneer u de printer in de doos plaatst.
Pagina 227
Wettelijke beperkingen voor het gebruik van het product en het gebruik van afbeeldingen Het afdrukken van de volgende documenten kan onrechtmatig zijn. Deze lijst is niet volledig. Raadpleeg in geval van twijfel een jurist uit uw rechtsgebied. • Papiergeld • Postwissels •...
Pagina 228
Specificaties Algemene specificaties Afdrukresolutie (dpi) 9600* (horizontaal) x 2400 (verticaal) * Inktdruppels kunnen worden aangebracht met een tussenafstand van minimaal 1/9600 inch. Interface USB-poort: Hi-Speed USB *1 LAN-poort: Draadloos LAN: IEEE802.11n / IEEE802.11g / IEEE802.11b *2 *1 Een computer die voldoet aan de Hi-Speed USB-standaard is vereist. Aangezien de Hi-Speed USB-interface volledig opwaarts compatibel is met USB 1.1, kan deze worden gebruikt met USB 1.1.
Pagina 229
Printkop/inkt 6656 spuitopeningen in totaal (PgBK 1024 spuitopeningen, Y/DyeBK elk 512 spuitopeningen, C/M/GY elk 1536 spuitopeningen) Netwerkspecificaties Communicatieprotocol TCP/IP Draadloos LAN Ondersteunde standaarden: IEEE802.11n / IEEE802.11g / IEEE802.11b Frequentiebandbreedte: 2,4 GHz Kanaal: 1-11 of 1-13 * De frequentiebandbreedte en de beschikbare kanalen hangen af van het land of de regio.
Pagina 230
XGA 1024 x 768 Overige ondersteunde besturingssystemen Sommige functies zijn mogelijk niet beschikbaar bij elk besturingssysteem. Raadpleeg de handleiding of de website van Canon voor meer informatie over het gebruik met iOS, Android en Windows RT. Mogelijkheid tot mobiel afdrukken Apple AirPrint Google Cloud Print •...
Pagina 231
Afdrukken Afdrukken vanaf een computer Afdrukken met een toepassing die u gebruikt (printerstuurprogramma) Afdrukken vanaf een digitale camera Foto's rechtstreeks afdrukken vanaf een PictBridge-compatibel apparaat (draadloos LAN) Informatie over PictBridge-afdrukinstellingen (draadloos LAN)
Pagina 232
Afdrukken vanaf een computer Afdrukken met een toepassing die u gebruikt (printerstuurprogramma)
Pagina 233
Afdrukken met een toepassing die u gebruikt (printerstuurprogramma) Afdrukken met de basisinstellingen Basis Verschillende afdrukmethoden De afdrukkwaliteit wijzigen en afbeeldingsgegevens corrigeren Overzicht van het printerstuurprogramma Beschrijving van het printerstuurprogramma Het printerbesturingsbestand bijwerken...
Pagina 234
Afdrukken met de basisinstellingen In dit gedeelte wordt de eenvoudige procedure voor het instellen van het tabblad Snel instellen beschreven, zodat u op de juiste manier kunt afdrukken met deze printer. Controleer of de printer is ingeschakeld Plaats papier in de printer 3.
Pagina 235
Belangrijk • De beschikbare instellingen voor de afdrukkwaliteit zijn afhankelijk van het afdrukprofiel. 6. Voltooi de configuratie Klik op OK. Wanneer u het document afdrukt, worden de gewenste instellingen voor het document gebruikt. Belangrijk • Als u het selectievakje Altijd afdrukken met huidige instellingen (Always Print with Current Settings) inschakelt, worden alle instellingen op de tabbladen Snel instellen (Quick Setup), Afdruk (Main), en Pagina-instelling (Page Setup) opgeslagen en kunt u de volgende keer afdrukken met dezelfde instellingen.
Pagina 236
• Klik in het venster Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings) op Opslaan... (Save...) om de aangebrachte instellingen op te slaan.
Pagina 237
Normaal papier (inclusief gerecycled papier) Normaal papier (Plain Paper) Enveloppen Envelop (Envelope) Origineel Canon-papier (foto's afdrukken) Mediumnaam <Modelnummer> Mediumtype (Media Type) in het printerstuurprogramma Glossy Foto Papier Extra II <PP-201> Glossy Foto Papier Extra II (Photo Paper Plus Glossy II) Professioneel Foto Platinum <PT-101>...
Pagina 238
Verschillende afdrukmethoden Een Paginaformaat en Afdrukstand opgeven Instellingen voor aantal en afdrukvolgorde opgeven De nietmarge instellen Afdrukken zonder marges starten Passend op papier afdrukken Afdrukken op schaal Pagina-indeling afdrukken Tegels/poster afdrukken Boekje afdrukken Dubbelzijdig afdrukken Stempel/achtergrond afdrukken Een stempel registreren Afbeeldingsgegevens registreren die u als achtergrond wilt gebruiken Instellingen voor het afdrukken van enveloppen Afdrukken op briefkaarten...
Pagina 239
Een Paginaformaat en Afdrukstand opgeven Het papierformaat en de afdrukstand worden in principe bepaald door de toepassing. Als de instellingen voor Paginaformaat (Page Size) en Afdrukstand (Orientation) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) hetzelfde zijn als de instellingen in de toepassing, hoeft u deze niet te wijzigen op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup).
Pagina 240
printer niet kan afdrukken automatisch worden verkleind, kunt u tijdens het printen het selectievakje uitschakelen.
Pagina 241
Instellingen voor aantal en afdrukvolgorde opgeven U geeft als volgt het aantal afdrukken en de afdrukvolgorde op: U kunt ook het aantal exemplaren instellen op het tabblad Snel instellen (Quick Setup). 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2. Geef het aantal exemplaren op dat u wilt afdrukken Geef bij Aantal (Copies) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) het aantal af te drukken exemplaren op.
Pagina 242
• Vanaf de laatste pagina afdrukken (Print from Last Page): /Sorteren (Collate): • Vanaf de laatste pagina afdrukken (Print from Last Page): /Sorteren (Collate): 4. Voltooi de configuratie Klik op OK. Het opgegeven aantal exemplaren wordt in de gekozen volgorde afgedrukt. Belangrijk •...
Pagina 243
De nietmarge instellen De procedure voor het instellen van de nietzijde en de breedte van de marge is als volgt: 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2. Geef op aan welke zijde de nietjes moeten komen Controleer de positie van de nietmarge met Nietmarge (Stapling Side) op het tabblad Pagina- instelling (Page Setup).
Pagina 244
Opmerking • Het afdrukgebied wordt automatisch door de printer verkleind, afhankelijk van de positie van de nietmarge. 4. Voltooi de configuratie Klik op OK op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup). Wanneer u een document afdrukt, worden de opgegeven nietzijde en breedte van de marge toegepast. Belangrijk •...
Pagina 245
Afdrukken zonder marges starten Met de functie voor afdrukken zonder marges kunt u gegevens randloos afdrukken door de gegevens te vergroten, zodat ze net buiten de randen van het papier vallen. Standaard blijven de randen rondom het document leeg. Wanneer u echter de functie voor afdrukken zonder marges gebruikt, wordt het document zonder marges afgedrukt.
Pagina 246
3. Controleer het papierformaat Controleer de lijst Paginaformaat (Page Size). Als u het papierformaat wilt wijzigen, selecteert u een ander formaat in de lijst. In de lijst worden alleen formaten weergegeven die kunnen worden gebruikt voor afdrukken zonder marge. 4. Pas de hoeveelheid uitbreiding van het papier aan Pas indien nodig met de schuifregelaar Hoeveelheid uitbreiding (Amount of Extension) de hoeveelheid uitbreiding aan.
Pagina 247
Het bereik van het af te drukken document vergroten Als u een grote hoeveelheid uitbreiding opgeeft, kunt u probleemloos afdrukken zonder marges. Het gedeelte van het document dat echter van het papier afloopt, wordt niet afgedrukt en daarom wordt een foto mogelijk niet volledig afgedrukt.
Pagina 248
Passend op papier afdrukken De procedure voor het afdrukken van een document dat automatisch is verkleind of vergroot in overeenstemming met het paginaformaat, is als volgt: 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2. Stel Passend op papier in Selecteer Passend op papier (Fit-to-Page) in de lijst Pagina-indeling (Page Layout) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup).
Pagina 249
De huidige instellingen worden weergegeven in het instellingenvoorbeeld aan de linkerkant van het printerstuurprogramma. 5. Voltooi de configuratie Klik op OK. Het document wordt bij het afdrukken vergroot of verkleind, zodat dit op het paginaformaat past.
Pagina 250
Afdrukken op schaal De procedure voor het afdrukken van een document met pagina's die zijn vergroot of verkleind is als volgt: 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2. Stel afdrukken op schaal in Selecteer Op schaal (Scaled) in de lijst Pagina-indeling (Page Layout) op het tabblad Pagina- instelling (Page Setup).
Pagina 251
• Geef een schaalfactor op Typ een waarde in het vak Schaling (Scaling). De huidige instellingen worden weergegeven in het instellingenvoorbeeld aan de linkerkant van het printerstuurprogramma. 5. Voltooi de configuratie Klik op OK. De afbeelding wordt met de opgegeven schaal afgedrukt. Belangrijk •...
Pagina 252
Opmerking • Als u Op schaal (Scaled) selecteert, wordt het afdrukgebied van het document gewijzigd.
Pagina 253
Pagina-indeling afdrukken U kunt met de functie voor het afdrukken van een pagina-indeling meer dan een paginabeeld op een enkel vel papier afdrukken. De procedure voor het afdrukken van een pagina-indeling is als volgt: 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2.
Pagina 254
Klik zo nodig op Opgeven... (Specify...), geef de volgende instellingen op in het dialoogvenster Pagina- indeling afdrukken (Page Layout Printing) en klik op OK. Pagina's (Pages) Als u het aantal pagina’s dat op één vel moet worden afgedrukt wilt wijzigen, selecteert u het gewenste aantal pagina's in de lijst.
Pagina 255
Tegels/poster afdrukken Met deze functie kunt u de afbeeldingsgegevens vergroten, over meerdere pagina's verdelen en deze pagina's op afzonderlijke vellen papier afdrukken. U kunt de pagina's ook aan elkaar plakken zodat ze één grote afdruk vormen, zoals die van een poster. De procedure voor het afdrukken van tegels/poster is als volgt: Instellingen opgeven voor tegels/poster afdrukken 1.
Pagina 256
4. Stel het aantal af te drukken beeldscheidingen en het aantal af te drukken pagina's in Klik zo nodig op Opgeven... (Specify...), geef de volgende instellingen op in het dialoogvenster Tegels/poster afdrukken (Tiling/Poster Printing) en klik op OK. Beeldscheidingen (Image Divisions) Selecteer het aantal scheidingen (verticaal x horizontaal).
Pagina 257
De pagina's waarop u hebt geklikt, worden verborgen en alleen de af te drukken pagina's worden weergegeven. Opmerking • U kunt de pagina's weer weergeven door er nogmaals op te klikken. • Klik met de rechtermuisknop op het instellingenvoorbeeld om Alle pagina's afdrukken (Print all pages) of Alle pagina's verwijderen (Delete all pages) te selecteren.
Pagina 258
Boekje afdrukken Met de functie voor boekjes kunt u afbeeldingsgegevens voor een boekje afdrukken. De gegevens worden afgedrukt op beide zijden van het papier. Bij dit afdruktype wordt ervoor gezorgd dat de pagina's in de juiste volgorde liggen (op paginanummer) wanneer het papier in het midden wordt gevouwen en geniet. De procedure voor het afdrukken van een boekje is als volgt: 1.
Pagina 259
Nietmarge (Margin for stapling) Selecteer aan welke zijde de nietmarge moet komen wanneer het boekje wordt voltooid. Lege pagina invoegen (Insert blank page) Als u één bladzijde leeg wilt laten, schakelt u het selectievakje in en selecteert u de pagina die u leeg wilt laten.
Pagina 260
Dubbelzijdig afdrukken De procedure voor het afdrukken van gegevens op beide zijden van een vel papier is als volgt: U kunt dubbelzijdig afdrukken ook instellen bij Extra functies (Additional Features) op het tabblad Snel instellen (Quick Setup). 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2.
Pagina 261
Klik zo nodig op Marge instellen... (Specify Margin...) om de breedte van de marge in te stellen en klik vervolgens op OK. 6. Voltooi de configuratie Klik op OK op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup). Wanneer u het document afdrukt, wordt dit eerst afgedrukt op één zijde van een vel papier. Nadat één zijde is bedrukt, plaatst u het papier opnieuw, zoals in het bericht wordt weergegeven.
Pagina 262
Stempel/achtergrond afdrukken De functie Stempel (Stamp) of Achtergrond (Background) is mogelijk niet beschikbaar als een bepaald printerstuurprogramma of besturingssysteem wordt gebruikt. Met de functie Stempel (Stamp) kunt u een stempel bestaande uit tekst of een bitmap over of achter de documentgegevens afdrukken.
Pagina 263
Opmerking • Bij het XPS-printerstuurprogramma verandert de knop Stempel/Achtergrond... (Stamp/ Background...) in de knop Stempel... (Stamp...) en is alleen de stempelfunctie beschikbaar. 3. Selecteer een stempel Schakel het selectievakje Stempel (Stamp) in en selecteer de gewenste stempel in de lijst. De huidige instellingen worden weergegeven in het instellingenvoorbeeld links op het tabblad Pagina- instelling (Page Setup).
Pagina 264
3. Selecteer de achtergrond Schakel het selectievakje Achtergrond (Background) in en selecteer de gewenste achtergrond in de lijst. De huidige instellingen worden weergegeven in het instellingenvoorbeeld links op het tabblad Pagina- instelling (Page Setup). 4. Stel de achtergrondinstellingen in Geef desgewenst de volgende instellingen op en klik op OK. De knop Achtergrond selecteren...
Pagina 265
Een stempel registreren Deze functie is mogelijk niet beschikbaar als een bepaald printerstuurprogramma of besturingssysteem wordt gebruikt. U kunt een nieuwe stempel maken en registreren. U kunt ook bepaalde instellingen van een bestaande stempel wijzigen en opnieuw registreren. Stempels die u niet meer nodig hebt, kunt u op elk gewenst moment verwijderen.
Pagina 266
3. Klik op Stempel definiëren... (Define Stamp...) Het dialoogvenster Stempelinstellingen (Stamp Settings) wordt geopend. 4. Configureer de stempel terwijl u het effect in het voorbeeldvenster bekijkt • Tabblad Stempel (Stamp) Selecteer de gewenste Tekst (Text), Bitmap of Datum/tijd/gebruikersnaam (Date/Time/User Name) voor Stempeltype (Stamp Type). ◦...
Pagina 267
Belangrijk • Afdrukstand (Orientation) kan niet worden gewijzigd als Bitmap is geselecteerd bij Stempeltype (Stamp Type) op het tabblad Stempel (Stamp). 5. Sla de stempel op Klik op de tab Instellingen opslaan (Save settings), typ een naam in het vak Naam (Title) en klik vervolgens op Opslaan (Save).
Pagina 268
Een stempel verwijderen 1. Klik op Stempel definiëren... (Define Stamp...) in het dialoogvenster Stempel/ Achtergrond (Stamp/Background) (Stempel (Stamp)) Het dialoogvenster Stempelinstellingen (Stamp Settings) wordt geopend. 2. Selecteer de stempel die u wilt verwijderen Selecteer de naam van de stempel die u wilt verwijderen in de lijst Stempels (Stamps) op het tabblad Instellingen opslaan (Save settings).
Pagina 269
Afbeeldingsgegevens registreren die u als achtergrond wilt gebruiken Deze functie is mogelijk niet beschikbaar als een bepaald printerstuurprogramma of besturingssysteem wordt gebruikt. U kunt een bitmapbestand (.bmp) selecteren en als een nieuwe achtergrond registreren. U kunt ook bepaalde instellingen van een bestaande achtergrond wijzigen en registreren. Achtergronden die u niet meer nodig hebt, kunt u verwijderen.
Pagina 270
Opmerking • Bij het XPS-printerstuurprogramma is de knop Stempel/Achtergrond... (Stamp/ Background...) vervangen door de knop Stempel... (Stamp...) en is de knop Achtergrond (Background) niet beschikbaar. 3. Klik op Achtergrond selecteren... (Select Background...) Het dialoogvenster Achtergrondinstellingen (Background Settings) wordt geopend. 4. Selecteer de afbeeldingsgegevens die u wilt opslaan op de achtergrond Klik op Bestand selecteren...
Pagina 271
7. Voltooi de configuratie Klik op OK om terug te keren naar het dialoogvenster Stempel/Achtergrond (Stamp/Background). De geregistreerde naam wordt weergegeven in de lijst Achtergrond (Background). Achtergrondinstellingen wijzigen en registreren 1. Selecteer de achtergrond waarvoor u de instellingen wilt wijzigen Klik op Achtergrond (Background) in het dialoogvenster Stempel/Achtergrond (Stamp/ Background).
Pagina 272
Instellingen voor het afdrukken van enveloppen De procedure voor het afdrukken op enveloppen is als volgt: Plaats enveloppen in de printer 2. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 3. Selecteer het mediumtype Selecteer Envelop (Envelope) bij Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings) op het tabblad Snel instellen (Quick Setup).
Pagina 273
Als u de berichten opnieuw wilt weergeven, klikt u op de knop Printerstatus weergeven (View Printer Status) op het tabblad Onderhoud (Maintenance) en start u de Canon IJ-statusmonitor. Klik vervolgens op Envelop afdrukken (Envelope Printing) vanuit Gidsbericht weergeven (Display...
Pagina 274
Afdrukken op briefkaarten In dit gedeelte wordt beschreven hoe u een briefkaart afdrukt. Plaats briefkaarten in de printer 2. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 3. Selecteer veelgebruikte instellingen Geef het tabblad Snel instellen (Quick Setup) weer en selecteer Standaard (Standard) voor Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings).
Pagina 275
Als u de berichten opnieuw wilt weergeven, opent u het tabblad Onderhoud (Maintenance) en klikt u op Printerstatus weergeven (View Printer Status) om de Canon IJ-statusmonitor te starten. Kies Gidsbericht weergeven (Display Guide Message) in het menu Optie (Option) en klik op Hagaki afdrukken (Hagaki Printing) om de instelling in te schakelen.
Pagina 276
Afdrukresultaten weergeven vóór het afdrukken Vervang bij het lezen van deze informatie 'Canon IJ-afdrukvoorbeeld' door 'Canon IJ XPS-afdrukvoorbeeld' als u het XPS-printerstuurprogramma gebruikt. U kunt de afdrukresultaten vóór het afdrukken bekijken en controleren. De procedure voor het bekijken van een afdrukvoorbeeld is als volgt: U kunt de weergave van het afdrukresultaat ook instellen op het tabblad Snel instellen (Quick Setup).
Pagina 277
Papierformaat instellen (aangepast formaat) U kunt de hoogte en breedte van het papier opgeven als u het formaat niet kunt selecteren bij Paginaformaat (Page Size). Een dergelijk papierformaat wordt een 'aangepast formaat' genoemd. De procedure voor het opgeven van een aangepast papierformaat is als volgt: U kunt een aangepast formaat ook instellen bij Papierformaat printer (Printer Paper Size) op het tabblad Snel instellen (Quick Setup).
Pagina 278
Belangrijk • Als de toepassing waarmee het document is gemaakt een functie heeft voor het opgeven van de hoogte en breedte, geeft u de waarden op met de toepassing. Als de toepassing deze functie niet heeft of als het document niet correct wordt afgedrukt, gebruikt u het printerbesturingsbestand om de waarden in te stellen.
Pagina 279
Deze functie is niet beschikbaar als het standaard IJ-printerstuurprogramma wordt gebruikt. In het Canon IJ XPS-voorbeeldvenster kunt u het afdrukdocument bewerken of de afdrukgeschiedenis van het document weergeven om het opnieuw af te drukken. De procedure voor het gebruiken van het Canon IJ XPS-afdrukvoorbeeld is als volgt:...
Pagina 280
Schakel het selectievakje Afdrukvoorbeeld (Preview before printing) in op het tabblad Afdruk (Main). 3. Voltooi de configuratie Klik op OK. Het Canon IJ XPS-afdrukvoorbeeld wordt vóór het afdrukken weergegeven. U kunt hierin de afdrukresultaten zien. 4. Afdrukdocumenten en afdrukpagina’s bewerken • Afdrukdocumenten combineren U kunt meerdere afdrukdocumenten combineren tot één document.
Pagina 281
Bekijk het voorbeeld voordat u een document afdrukt. • Afhankelijk van de afdrukinstellingen van het afdrukdocument zijn bepaalde functies mogelijk niet beschikbaar in het Canon IJ XPS-afdrukvoorbeeld. Opmerking • U kunt de naam in Documentnaam (Document Name) naar wens aanpassen.
Pagina 282
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma. Selecteer daarna Afdrukgeschiedenis weergeven (View Print History) op het tabblad Onderhoud (Maintenance). Het opgeslagen afdrukdocument wordt in het voorbeeldvenster weergegeven. Belangrijk • Als u het aantal registraties in de afdrukgeschiedenis wilt beperken, klikt u op Maximumaantal geschiedenisitems (History Entry Limit) in het menu Bestand (File).
Pagina 283
De afdrukkwaliteit wijzigen en afbeeldingsgegevens corrigeren De Afdrukkwaliteit instellen (Aangepast) Een kleurendocument monochroom afdrukken Tint aanpassen Kleurcorrectie opgeven Een optimale foto van afbeeldingsgegevens afdrukken De kleuren aanpassen met het printerstuurprogramma Afdrukken met ICC-profielen Het ICC-profiel interpreteren De kleurbalans aanpassen Kleurbalans aanpassen met voorbeeldpatronen (printerstuurprogramma) De helderheid aanpassen De intensiteit aanpassen Het contrast aanpassen...
Pagina 284
De Afdrukkwaliteit instellen (Aangepast) U kunt de afdrukkwaliteit instellen via Aangepast (Custom). De procedure voor het instellen van een afdrukkwaliteit is als volgt: 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2. Selecteer de afdrukkwaliteit Selecteer op het tabblad Afdruk (Main) de optie Aangepast (Custom) voor Afdrukkwaliteit (Print Quality) en klik op Instellen...
Pagina 285
Verwante onderwerpen Kleurcorrectie opgeven De kleurbalans aanpassen De helderheid aanpassen De intensiteit aanpassen Het contrast aanpassen...
Pagina 286
Een kleurendocument monochroom afdrukken De procedure voor het monochroom afdrukken van een kleurendocument is als volgt: U kunt afdrukken in grijstinten instellen ook bij Extra functies (Additional Features) op het tabblad Snel instellen (Quick Setup). 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2.
Pagina 287
Wanneer u de functie Afdrukken in grijstinten gebruikt om Adobe RGB-gegevens af te drukken, converteert u de gegevens naar sRGB-gegevens in een toepassing. Opmerking • Bij Afdrukken in grijstinten (Grayscale Printing) kan naast zwarte inkt ook andere inkt worden gebruikt. Verwant onderwerp Tint aanpassen...
Pagina 288
Tint aanpassen Wanneer u zwart-wit foto's afdrukt kunt u koele effecten of koele kleuren en warme effecten of warme kleuren produceren. Koel (Cool) is geselecteerd Standaard is geselecteerd Warm is geselecteerd De procedure voor het aanpassen van de tint is als volgt: 1.
Pagina 289
5. Monochrome kleuren aanpassen U kunt de schuifregelaar voor Tint (Tone) (Tone) naar rechts schuiven om de warme kleuren (warme tonen) naar voren te brengen, en u kunt de schuifregelaar naar links schuiven om de koele kleuren (koele tonen) naar voren te brengen. U kunt ook rechtstreeks een waarde invoeren voor de schuifregelaar.
Pagina 290
U kunt de methode voor kleurcorrectie aanpassen aan het type document dat u wilt afdrukken. Normaal gesproken worden de kleuren aangepast met behulp van Canon Digital Photo Color, zodat de gegevens worden afgedrukt met kleurtinten waaraan de meeste mensen de voorkeur geven. Deze methode is geschikt voor het afdrukken van sRGB-gegevens.
Pagina 291
Geef op welk invoerprofiel of welke render-intentie moet worden gebruikt. Geen (None) Er wordt geen kleurcorrectie uitgevoerd door het printerbesturingsbestand. Selecteer deze instelling als u een afzonderlijk gemaakt ICC-afdrukprofiel of een profiel voor speciaal Canon-papier in een toepassing gebruikt om gegevens af te drukken. 4. Voltooi de configuratie Klik op OK op het tabblad Afdruk (Main).
Pagina 292
In dit gedeelte wordt de procedure beschreven voor het afdrukken van sRGB-gegevens met behulp van de kleurcorrectiefunctie van het printerbesturingsbestand. • Afdrukken met Canon Digital Photo Color De printer drukt gegevens af in kleurtinten waaraan veel mensen de voorkeur geven; de originele kleuren van de afbeelding worden weergegeven en driedimensionale effecten en hoge, scherpe contrasten worden gegenereerd.
Pagina 293
Verwant onderwerp Het ICC-profiel interpreteren...
Pagina 294
U kunt de functie voor kleurcorrectie van het printerstuurprogramma zo instellen dat sRGB-gegevens worden afgedrukt met kleurtinten waaraan de meeste mensen de voorkeur geven door gebruik te maken van Canon Digital Photo Color. Als u afdrukt vanuit een toepassing die ICC-profielen kan identificeren en waarvoor u deze kunt opgeven, gebruikt u een ICC-profiel voor afdrukken in de toepassing en selecteert u instellingen voor kleurbeheer.
Pagina 295
Verwante onderwerpen De Afdrukkwaliteit instellen (Aangepast) Kleurcorrectie opgeven De kleurbalans aanpassen De helderheid aanpassen De intensiteit aanpassen Het contrast aanpassen...
Pagina 296
ICC-invoerprofiel en een ICC-afdrukprofiel opgeven voor de afbeeldingsgegevens. Ook als u afdrukt met een ICC-afdrukprofiel dat u zelf hebt gemaakt of een profiel voor speciaal Canon- papier, moet u de opties voor kleurbeheer selecteren in de toepassing.
Pagina 297
4. Stel de andere items in Klik zo nodig op het tabblad Kleuraanpassing (Color Adjustment) en pas de kleurbalans (Cyaan (Cyan), Magenta en Geel (Yellow)) en de instellingen voor Helderheid (Brightness), Intensiteit (Intensity) en Contrast aan. Klik vervolgens op OK. 5.
Pagina 298
Selecteer een Invoerprofiel (Input Profile) dat overeenkomt met de kleurruimte van de afbeeldingsgegevens. • Voor sRGB-gegevens of gegevens zonder een ICC-invoerprofiel: Selecteer Standaard (Standard). • Voor Adobe RGB-gegevens: Selecteer Adobe RGB (1998). Belangrijk • Als er in de toepassing een invoerprofiel is opgegeven, wordt de instelling voor het invoerprofiel in het printerstuurprogramma ongeldig.
Pagina 299
Verwante onderwerpen De Afdrukkwaliteit instellen (Aangepast) Kleurcorrectie opgeven De kleurbalans aanpassen De helderheid aanpassen De intensiteit aanpassen Het contrast aanpassen...
Pagina 300
Het ICC-profiel interpreteren Als u het printerprofiel moet opgeven, selecteert u het ICC-profiel voor het papier waarop u gaat afdrukken. Het ICC-profiel dat voor deze printer is geïnstalleerd, ziet er als volgt uit. • (1) is de modelnaam van de printer. •...
Pagina 301
De kleurbalans aanpassen U kunt de kleurtinten tijdens het afdrukken aanpassen. Aangezien deze functie de kleurbalans van de afdruk aanpast door de inktverhoudingen van elke kleur te wijzigen, wordt de gehele kleurbalans van het document gewijzigd. Gebruik de toepassing als u uitgebreide wijzigingen wilt aanbrengen in de kleurbalans.
Pagina 302
Het dialoogvenster Handmatige kleuraanpassing (Manual Color Adjustment) wordt geopend. 3. Pas de kleurbalans aan Er zijn afzonderlijke schuifregelaars voor Cyaan (Cyan), Magenta en Geel (Yellow). Elke kleur wordt krachtiger wanneer u de bijbehorende schuifregelaar naar rechts schuift en zwakker wanneer u de schuifregelaar naar links schuift.
Pagina 303
Kleurbalans aanpassen met voorbeeldpatronen (printerstuurprogramma) U kunt de kleurbalans aanpassen op basis van het resultaat van een patroonafdruk. Wanneer u de kleurbalans, de intensiteit of het contrast van een document wijzigt, drukt de functie voor patroonafdruk de resultaten van de aanpassing af in een lijst, samen met de aanpassingswaarden. Hieronder wordt de procedure beschreven voor het aanpassen van de kleurbalans aan de hand van het patroon.
Pagina 304
4. Stel patroonafdruk in Wanneer het dialoogvenster Patroonafdruk (Pattern Print) wordt geopend, stelt u de volgende items in en klikt u daarna op OK. Aan te passen parameters (Parameters to Adjust) Selecteer Cyaan/Magenta/Geel (Cyan/Magenta/Yellow). Belangrijk • Wanneer het selectievakje Afdrukken in grijstinten (Grayscale Printing) op het tabblad Afdruk (Main) is ingeschakeld, is Cyaan/Magenta/Geel (Cyan/Magenta/Yellow) niet beschikbaar voor selectie.
Pagina 305
Kleurvariatie tussen instanties (Color Variation Between Instances) Stel de hoeveelheid kleurvariatie tussen aangrenzende patronen in. Opmerking • Groot (Large) is ongeveer tweemaal zo groot als Middel (Medium) en Klein (Small) is ongeveer half zo groot als Middel (Medium). 5. Controleer de afdrukresultaten van de patroonafdruk Selecteer OK op het tabblad Kleuraanpassing (Color Adjustment) om het dialoogvenster Handmatige kleuraanpassing (Manual Color Adjustment) te sluiten.
Pagina 306
Opmerking • U kunt de kleurbalans ook instellen op het tabblad Snel instellen (Quick Setup) door Foto afdrukken (Photo Printing) te kiezen onder Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings) en vervolgens Kleur/intensiteit handmatig aanpassen (Color/Intensity Manual Adjustment) te kiezen onder Extra functies (Additional Features). 7.
Pagina 307
De helderheid aanpassen U kunt de helderheid van afbeeldingsgegevens tijdens het afdrukken aanpassen. Puur wit en zwart worden niet veranderd, maar de helderheid van de tussenliggende kleuren wordt wel veranderd. Het volgende voorbeeld toont het afdrukresultaat wanneer de helderheid is aangepast. Licht (Light) is geselecteerd Normaal (Normal) is geselecteerd Donker (Dark) is geselecteerd De procedure voor het aanpassen van de helderheid is als volgt: U kunt de helderheid ook instellen op het tabblad Snel instellen (Quick Setup) door Foto afdrukken...
Pagina 308
Selecteer Licht (Light), Normaal (Normal) of Donker (Dark) bij Helderheid (Brightness) en klik op OK. De huidige instellingen worden weergegeven in het instellingenvoorbeeld aan de linkerkant van het printerstuurprogramma. 4. Voltooi de configuratie Klik op OK op het tabblad Afdruk (Main). De opgegeven helderheid wordt bij het afdrukken gebruikt.
Pagina 309
De intensiteit aanpassen U kunt de kleuren van de beeldgegevens helderder of donkerder maken tijdens het afdrukken. Het volgende voorbeeld laat zien wat er gebeurt wanneer de intensiteit wordt verhoogd: de kleuren van de afbeeldingsgegevens worden donkerder afgedrukt. Geen aanpassing Hogere intensiteit De procedure voor het aanpassen van de intensiteit is als volgt: U kunt de intensiteit ook instellen op het tabblad Snel instellen (Quick Setup) door Foto afdrukken (Photo...
Pagina 310
U kunt ook rechtstreeks een waarde invoeren voor de schuifregelaar. Voer een waarde in tussen -50 en 50. De huidige instellingen worden weergegeven in het instellingenvoorbeeld aan de linkerkant van het printerstuurprogramma. Klik op OK nadat u alle kleuren hebt aangepast. Belangrijk •...
Pagina 311
Het contrast aanpassen U kunt het beeldcontrast tijdens het afdrukken aanpassen. Wanneer u de verschillen tussen de lichte en donkere gebieden van afbeeldingen groter en duidelijker wilt maken, verhoogt u het contrast. Wanneer u echter de verschillen tussen de lichte en donkere gebieden van afbeeldingen kleiner en minder duidelijk wilt maken, verlaagt u het contrast.
Pagina 312
Wanneer u de schuifregelaar Contrast naar rechts schuift, wordt het contrast groter en wanneer u de schuifregelaar naar links schuift, wordt het contrast kleiner. U kunt ook rechtstreeks een waarde invoeren voor de schuifregelaar. Voer een waarde in tussen -50 en 50.
Pagina 313
Intensiteit/contrast aanpassen met voorbeeldpatronen (printerstuurprogramma) U kunt de intensiteit en het contrast aanpassen op basis van het resultaat van een patroonafdruk. Wanneer u de kleurbalans, de intensiteit of het contrast van een document wijzigt, drukt de functie voor patroonafdruk de resultaten van de aanpassing af in een lijst, samen met de aanpassingswaarden. Hieronder wordt de procedure beschreven voor het aanpassen van de intensiteit en het contrast aan de hand van het patroon.
Pagina 314
4. Stel patroonafdruk in Wanneer het dialoogvenster Patroonafdruk (Pattern Print) wordt geopend, stelt u de volgende items in en klikt u daarna op OK. Aan te passen parameters (Parameters to Adjust) Selecteer Intensiteit/Contrast (Intensity/Contrast). Papierformaat printer (Printer Paper Size) Selecteer het papierformaat dat u wilt gebruiken voor de patroonafdruk. Opmerking •...
Pagina 315
5. Controleer de afdrukresultaten van de patroonafdruk Selecteer OK op het tabblad Kleuraanpassing (Color Adjustment) om het dialoogvenster Handmatige kleuraanpassing (Manual Color Adjustment) te sluiten. Selecteer OK op het tabblad Afdruk (Main) en voer daarna de afdruk uit. Op de printer wordt een patroon afgedrukt waarin de intensiteit en het contrast die u hebt ingesteld de middelste waarde is.
Pagina 316
Opmerking • U kunt de intensiteit en het contrast ook instellen op het tabblad Snel instellen (Quick Setup) door Foto afdrukken (Photo Printing) te kiezen bij Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings) en vervolgens Kleur/intensiteit handmatig aanpassen (Color/Intensity Manual Adjustment) te kiezen bij Extra functies (Additional Features). 7.
Pagina 317
Overzicht van het printerstuurprogramma Canon IJ-printerstuurprogramma Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma openen Canon IJ-statusmonitor De inktstatus controleren vanaf uw computer Canon IJ-afdrukvoorbeeld Een ongewenste afdruktaak verwijderen Instructies voor gebruik (printerstuurprogramma)
Pagina 318
Canon IJ-printerstuurprogramma Het Canon IJ-printerstuurprogramma (hierna het printerstuurprogramma genoemd) is software die op uw computer wordt geïnstalleerd voor het afdrukken van gegevens met deze printer. Het printerstuurprogramma converteert de afdrukgegevens die in de toepassing zijn gemaakt, naar gegevens die de printer begrijpt en stuurt de geconverteerde gegevens naar de printer.
Pagina 319
Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma openen U kunt het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma weergeven vanuit de gebruikte toepassing of via het printerpictogram. Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma via de toepassing openen Volg onderstaande procedure om het afdrukprofiel in te stellen bij het afdrukken. 1.
Pagina 320
Belangrijk • Wanneer u het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma opent via Eigenschappen van printer (Printer properties) (Windows 8, Windows 7) of Eigenschappen (Properties) (Windows Vista, Windows XP), worden tabbladen met Windows-functies zoals Poorten (Ports) (of Geavanceerd (Advanced)) weergegeven. Deze tabbladen verschijnen niet wanneer u het printerstuurprogramma opent via Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Printing preferences) of een toepassing.
Pagina 321
Canon IJ-statusmonitor De Canon IJ-statusmonitor is een toepassing die de status van de printer en de voortgang van het afdrukken weergeeft. U kunt aan de hand van de afbeeldingen, pictogrammen en berichten zien wat de status van de printer is.
Pagina 322
De Canon IJ-statusmonitor wordt geopend en een afbeelding van de inktstatus wordt weergegeven. Opmerking • De informatie die in de Canon IJ-statusmonitor wordt weergegeven, kan afwijken naargelang het land of de regio waarin u de printer gebruikt. • Wanneer u een melding over het resterende inktniveau krijgt, wordt er een aanduiding weergegeven boven het inktpictogram.
Pagina 323
Canon IJ-afdrukvoorbeeld Canon IJ-afdrukvoorbeeld is een toepassing die de afdrukresultaten op het scherm laat zien voordat er daadwerkelijk wordt afgedrukt. Hierbij worden de instellingen gebruikt die in het printerstuurprogramma zijn opgegeven. Op deze manier kunt u de indeling, de afdrukvolgorde en het aantal pagina's van een document controleren. U kunt ook de instellingen voor het mediumtype wijzigen.
Pagina 324
Een ongewenste afdruktaak verwijderen Vervang bij het lezen van deze informatie 'Canon IJ-statusmonitor' door 'Canon IJ XPS-statusmonitor' als u het XPS-printerstuurprogramma gebruikt. Als de printer niet start met afdrukken, is het mogelijk dat geannuleerde of niet-uitgevoerde afdruktaken in de wachtrij blijven staan.
Pagina 325
XPS-printerstuurprogramma wordt gebruikt. • Start Canon IJ Network Tool niet tijdens het afdrukken. • Druk niet af terwijl Canon IJ Network Tool actief is. Opmerkingen over toepassingen met beperkingen • Voor Microsoft Word (Microsoft Corporation) gelden de volgende beperkingen.
Pagina 326
◦ Als Microsoft Word dezelfde afdrukfuncties heeft als het printerstuurprogramma, stelt u deze in Word in. ◦ Als Passend op papier (Fit-to-Page), Op schaal (Scaled) of Pagina-indeling (Page Layout) is ingesteld voor Pagina-indeling (Page Layout) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) van het printerstuurprogramma, wordt het document mogelijk niet correct afgedrukt in bepaalde versies van Word.
Pagina 327
Beschrijving van het printerstuurprogramma Beschrijving van het tabblad Snel instellen Beschrijving van het tabblad Afdruk Beschrijving van het tabblad Pagina-instelling Beschrijving van het tabblad Onderhoud Beschrijving van Canon IJ-afdrukvoorbeeld Beschrijving van Canon IJ XPS-afdrukvoorbeeld Beschrijving van Canon IJ-statusmonitor...
Pagina 328
Beschrijving van het tabblad Snel instellen Op het tabblad Snel instellen (Quick Setup) worden veelgebruikte afdrukinstellingen geregistreerd. Wanneer u een geregistreerde instelling selecteert, worden de vooraf ingestelde waarden automatisch toegepast op de printer. Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings) De namen en pictogrammen van veelgebruikte afdrukprofielen worden geregistreerd. Wanneer u een afdrukprofiel selecteert op basis van het doel van het document, worden instellingen toegepast die overeenkomen met het doel.
Pagina 329
Schakel dit selectievakje in als u een afdrukvoorbeeld wilt zien voordat u gaat afdrukken. Schakel dit selectievakje uit als u geen afdrukvoorbeeld wilt zien. Belangrijk • Als u het Canon IJ XPS-afdrukvoorbeeld wilt gebruiken, moet Microsoft .NET Framework 4 Client Profile op uw computer zijn geïnstalleerd. Extra functies (Additional Features)
Pagina 330
Voor sommige functies kunt u gedetailleerde instellingen selecteren op de tabbladen Afdruk (Main) en Pagina-instelling (Page Setup). Belangrijk • Afhankelijk van de afdrukprofielen zijn sommige functies mogelijk lichtgrijs en kunt u ze niet wijzigen. 2 op 1 afdrukken (2-on-1 Printing) Hiermee drukt u twee pagina's van het document naast elkaar af op één vel papier.
Pagina 331
Mediumtype (Media Type) Hier selecteert u een type afdrukpapier. Selecteer een mediumtype dat overeenstemt met het papier dat in de printer is geplaatst. Zo zorgt u ervoor dat correct wordt afgedrukt voor het opgegeven papier. Papierformaat printer (Printer Paper Size) Hier selecteert u het formaat van het papier dat in de printer is geplaatst.
Pagina 332
Achterste lade (Rear Tray) Het papier wordt altijd vanuit de achterste lade ingevoerd. Aantal (Copies) Hier geeft u het aantal exemplaren op dat u wilt afdrukken. U kunt een waarde opgeven tussen 1 en 999. Belangrijk • Als de toepassing waarmee het document is gemaakt dezelfde functie heeft, geeft u de instellingen op in het printerstuurprogramma.
Pagina 333
Dialoogvenster Veelgebruikte instellingen opslaan (Save Commonly Used Settings) Selecteer de pictogrammen van de afdrukprofielen die u wilt registreren in Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings) en wijzig de items die u wilt opslaan in de afdrukprofielen. Pictogram (Icon) Hier selecteert u het pictogram voor het afdrukprofiel dat u wilt opslaan. Het geselecteerde pictogram wordt, samen met de naam, weergegeven in de lijst Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings) op het tabblad Snel instellen (Quick Setup).
Pagina 334
Verwante onderwerpen Afdrukken met de basisinstellingen Een Paginaformaat en Afdrukstand opgeven Instellingen voor aantal en afdrukvolgorde opgeven Afdrukken zonder marges starten Dubbelzijdig afdrukken Instellingen voor het afdrukken van enveloppen Afdrukken op briefkaarten Afdrukresultaten weergeven vóór het afdrukken Papierformaat instellen (aangepast formaat) Een kleurendocument monochroom afdrukken Kleurcorrectie opgeven De kleurbalans aanpassen...
Pagina 335
Beschrijving van het tabblad Afdruk Op het tabblad Afdruk (Main) kunt u basisafdrukinstellingen opgeven in overeenstemming met het mediumtype. Voor een normale afdruktaak volstaat het instellingen op dit tabblad op te geven. Voorbeeld van instellingen De afbeelding van het vel papier laat zien hoe het origineel eruitziet op een vel papier. Zo kunt u de algemene indeling controleren.
Pagina 336
Laat zien hoe het afdrukresultaat eruitziet voordat u de gegevens daadwerkelijk afdrukt. Schakel dit selectievakje in als u een afdrukvoorbeeld wilt zien voordat u gaat afdrukken. Belangrijk • Als u het Canon IJ XPS-afdrukvoorbeeld wilt gebruiken, moet Microsoft .NET Framework 4 Client Profile op uw computer zijn geïnstalleerd. Standaard (Defaults) Hiermee herstelt u de standaardwaarden van alle instellingen die u hebt gewijzigd.
Pagina 337
Belangrijk • Bepaalde niveaus voor afdrukkwaliteit kunnen niet worden geselecteerd bij bepaalde instellingen voor Mediumtype (Media Type). Opmerking • De kwaliteitsmodi Hoog (High), Standaard (Standard) en Klad (Draft) zijn gekoppeld aan de schuifregelaar. Wanneer de schuifregelaar wordt verplaatst, worden daarom links de bijbehorende kwaliteit en waarde weergegeven.
Pagina 338
Tint (Tone) Hiermee stelt u de kleuraanpassing in voor monochroom afdrukken. Wanneer u de schuifregelaar naar rechts verplaatst, worden kleuren warmer (Warm) en wanneer u de schuifregelaar naar links verplaatst, worden kleuren koeler (Koel). U kunt ook rechtstreeks een waarde invoeren voor de schuifregelaar. Voer een waarde in tussen -50 en 50.
Pagina 339
Belangrijk • Wanneer Afdrukken in grijstinten (Grayscale Printing) op het tabblad Afdruk (Main) is ingeschakeld, worden Cyaan/Magenta/Geel (Cyan/Magenta/Yellow) lichtgrijs weergegeven en zijn deze niet beschikbaar voor selectie. Intensiteit/Contrast (Intensity/Contrast) Deze optie drukt een patroon af waarmee u de balans tussen intensiteit/contrast kunt controleren.
Pagina 340
• In het XPS-printerstuurprogramma is ICM veranderd in ICC-profielvergelijking (ICC Profile Matching). Driververgelijking (Driver Matching) Met Canon Digital Photo Color kunt u sRGB-gegevens afdrukken met kleurtinten waaraan de meeste mensen de voorkeur geven. ICM (ICC-profielvergelijking (ICC Profile Matching)) Past de kleuren aan volgens een ICC-profiel tijdens het afdrukken.
Pagina 341
Relatief colorimetrisch (Relative Colorimetric) Wanneer afbeeldingsgegevens worden geconverteerd naar de kleurruimte van de printer, worden met deze methode de afbeeldingsgegevens zo geconverteerd dat de gereproduceerde kleuren ongeveer overeenkomen met de gedeelde kleurregio's. Selecteer deze methode om afbeeldingsgegevens af te drukken met kleuren die dicht bij de oorspronkelijke kleuren liggen.
Pagina 342
Beschrijving van het tabblad Pagina-instelling Op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) kunt u bepalen hoe een document op het papier moet worden geplaatst. Op dit tabblad kunt u ook het aantal afdrukken en de afdrukvolgorde opgeven. Als de toepassing waarmee het document is gemaakt een vergelijkbare functie heeft, geeft u deze instellingen op met de toepassing.
Pagina 343
180 graden roteren (Rotate 180 degrees) Het document wordt afgedrukt waarbij het 180 graden wordt gedraaid ten opzichte van de invoerrichting van het papier. De breedte van het afgedrukte gebied en de hoeveelheid uitbreiding die zijn geconfigureerd in een andere toepassing, worden verticaal en horizontaal omgekeerd. Papierformaat printer (Printer Paper Size) Hier selecteert u het formaat van het papier dat in de printer is geplaatst.
Pagina 344
Pagina-indeling (Page Layout) U kunt meerdere documentpagina's afdrukken op één vel papier. Opgeven... (Specify...) Hiermee opent u het Dialoogvenster Pagina-indeling afdrukken (Page Layout Printing). Klik op deze knop om instellingen voor het afdrukken van de pagina-indeling op te geven. Tegels/poster (Tiling/Poster) Met deze functie kunt u de afbeeldingsgegevens vergroten en de vergrote gegevens over meerdere pagina's verdelen en afdrukken.
Pagina 345
Sorteren (Collate) Schakel dit selectievakje uit als u de pagina's van elk exemplaar achter elkaar wilt afdrukken wanneer u meerdere exemplaren van een document afdrukt. Schakel dit selectievakje uit wanneer u alle pagina's met hetzelfde paginanummer achter elkaar wilt afdrukken. Belangrijk •...
Pagina 346
Voorbeeldpictogram Hiermee geeft u de instellingen weer die u hebt aangebracht in het dialoogvenster Pagina-indeling afdrukken (Page Layout Printing). U kunt controleren hoe het afdrukresultaat eruitziet voordat u de gegevens daadwerkelijk afdrukt. Pagina's (Pages) Hier geeft u het aantal documentpagina's op dat u op één vel wilt afdrukken. Paginavolgorde (Page Order) Hier geeft u de afdrukstand op van het document dat u wilt afdrukken op een vel papier.
Pagina 347
Opmerking • Als sommige pagina's niet correct zijn afgedrukt, geeft u de pagina's op die u niet wilt afdrukken door erop te klikken in het instellingenvoorbeeld op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup). Alleen de pagina's die in het scherm worden weergegeven, worden afgedrukt. Dialoogvenster Boekje afdrukken (Booklet Printing) In dit dialoogvenster kunt u instellen hoe u het document wilt binden als boekje.
Pagina 348
worden afgedrukt of kan de afdruksnelheid afnemen. Als deze problemen zich voordoen, kunt u de problemen mogelijk oplossen door dit selectievakje in te schakelen. Belangrijk • Normaal gesproken schakelt u dit selectievakje uit. • Deze functie werkt niet als ICM is geselecteerd voor Kleurcorrectie (Color Correction) op het tabblad Afstemming (Matching) van het dialoogvenster Handmatige kleuraanpassing (Manual Color Adjustment).
Pagina 349
Belangrijk • Normaal gesproken schakelt u dit selectievakje uit. Afbeeldingen schalen met behulp van naaste-buur interpolatie (Scale images using nearest- neighbor interpolation) Als een afbeelding tijdens het afdrukken moet worden vergroot of verkleind, gebruikt de printer een eenvoudig interpolatieproces om de afbeelding te vergroten of te verkleinen. Als de afbeeldingsgegevens in een afgedrukt document niet duidelijk worden afgedrukt, kunt u het resultaat mogelijk verbeteren door dit selectievakje in te schakelen.
Pagina 350
Stempel (Stamp) De functie Stempel drukt een stempel af over een document. Schakel dit selectievakje in en selecteer een titel in de lijst om een stempel af te drukken. Stempel definiëren... (Define Stamp...) Hiermee opent u het dialoogvenster Stempelinstellingen (Stamp Settings). U kunt de details van een geselecteerde stempel controleren of een nieuwe stempel opslaan.
Pagina 351
Tabblad Stempel (Stamp) Op het tabblad Stempel kunt u een tekst of bitmapbestand (.bmp) instellen dat u wilt gebruiken als stempel. Voorbeeldvenster Hier wordt de status getoond van de stempel die op elk tabblad is geconfigureerd. Stempeltype (Stamp Type) Hier geeft u het type stempel op. Selecteer Tekst (Text) om een stempel met tekens te maken.
Pagina 352
Grootte (Size) Hier past u het formaat aan van het bitmapbestand dat u als stempel wilt gebruiken. Wanneer u de schuifregelaar naar rechts schuift, wordt het formaat groter en wanneer u de schuifregelaar naar links schuift, wordt het formaat kleiner. Transparant wit gebied (Transparent white area) Hier geeft u op of u met wit gevulde delen van de bitmap transparant wilt maken.
Pagina 353
Stempels (Stamps) Hier ziet u een lijst met opgeslagen stempels. Selecteer een titel om de betreffende stempel weer te geven bij Naam (Title). Opslaan (Save)/Opslaan overschrijven (Save overwrite) Hiermee slaat u de stempel op. Geef een titel op bij Naam (Title) en klik daarna op deze knop. Verwijderen (Delete) Hiermee verwijdert u een overbodige stempel.
Pagina 354
Opmerking • Spaties, tabs en regeleinden kunnen niet aan het begin of einde van een titel worden ingevoerd. Achtergronden (Backgrounds) Hier ziet u een lijst met geregistreerde achtergronden. Selecteer een titel om de betreffende achtergrond weer te geven bij Naam (Title). Opslaan (Save)/Opslaan overschrijven (Save overwrite) Hiermee slaat u de afbeeldingsgegevens op als achtergrond.
Pagina 355
Beschrijving van het tabblad Onderhoud Op het tabblad Onderhoud (Maintenance) kunt u onderhoudswerkzaamheden uitvoeren aan de printer of de instellingen van de printer wijzigen. Reiniging (Cleaning) Hiermee voert u een reiniging van de printkop uit. Bij het reinigen van de printkop worden de spuitopeningen vrijgemaakt. Voer deze reiniging uit wanneer de afdruk vaag is of een bepaalde kleur niet wordt afgedrukt, ook al zijn alle inktniveaus hoog genoeg.
Pagina 356
Uitlijning printkop (Print Head Alignment) Bij het uitlijnen van de printkoppen worden de installatieposities van de printkop gecorrigeerd waardoor kleuren en lijnen beter worden afgedrukt. Lijn de printkop direct uit nadat u de printkop hebt geplaatst. Wanneer u klikt op Uitlijning printkop (Print Head Alignment), wordt het dialoogvenster Dialoogvenster Uitlijning printkop starten (Start Print Head Alignment) weergeven.
Pagina 357
Als dit gebeurt, klikt u op OK om de meest recente instellingen op de computer weer te geven. Afdrukgeschiedenis weergeven (View Print History) Deze functie start het Canon IJ XPS-afdrukvoorbeeld en geeft de afdrukgeschiedenis weer. Opmerking • U kunt deze functie alleen gebruiken met het XPS-printerstuurprogramma.
Pagina 358
Hiermee start u de Canon IJ-statusmonitor. Gebruik deze functie als u de printerstatus en de voortgang van een afdruktaak wilt controleren. Opmerking • Als u het XPS-printerstuurprogramma gebruikt, verandert 'Canon IJ-statusmonitor' in 'Canon IJ XPS-statusmonitor'. Info (About) Hiermee opent u Dialoogvenster Info (About).
Pagina 359
Selecteer het rasternummer Vergelijk de afgedrukte aanpassingsrasters en geef het nummer van het raster met de minst zichtbare strepen of horizontale lijnen op in het desbetreffende vakje. Opmerking • Als u niet weet hoe u het afgedrukte raster moet analyseren, raadpleegt u De positie van de printkop uitlijnen vanaf de computer.
Pagina 360
Stille modus niet gebruiken (Do not use quiet mode) Selecteer deze optie als u de printer wilt gebruiken met het normale werkingsvolume. Stille modus altijd gebruiken (Always use quiet mode) Selecteer deze optie als u wilt dat de printer minder geluid maakt. Stille modus gebruiken op opgegeven tijden (Use quiet mode during specified hours) Selecteer deze optie als u wilt dat de printer minder geluid maakt op de opgegeven tijden.
Pagina 361
Belangrijk • Als deze functie wordt gebruikt, duurt het langer om af te drukken met gewoon papier van A3- formaat. De afdrukkwaliteit kan ook afnemen. 90 graden naar links roteren als afdrukstand [Liggend] is (Rotate 90 degrees left when orientation is [Landscape]) Op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) kunt u de draairichting van de optie Liggend (Landscape) bij Afdrukstand (Orientation) wijzigen.
Pagina 362
Verwante onderwerpen De printkoppen reinigen vanaf de computer De positie van de printkop uitlijnen vanaf de computer De computer gebruiken om een controleraster voor de spuitopeningen af te drukken De binnenkant van de printer reinigen De papierinvoerrollen reinigen vanaf de computer De stroomvoorziening van de printer beheren Het geluid van de printer reduceren De bedieningsmodus van de printer aanpassen...
Pagina 363
Beschrijving van Canon IJ-afdrukvoorbeeld Canon IJ-afdrukvoorbeeld is een toepassing die de afdrukresultaten op het scherm laat zien voordat er daadwerkelijk wordt afgedrukt. Hierbij worden de instellingen gebruikt die in het printerstuurprogramma zijn opgegeven. Op deze manier kunt u de indeling, de afdrukvolgorde en het aantal pagina's van een document controleren. U kunt ook de instelling voor het mediumtype en de papierbron wijzigen.
Pagina 364
• Als de instelling Pagina-indeling (Page Layout) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) is ingesteld op Pagina-indeling (Page Layout), Tegels/poster (Tiling/Poster) of Boekje (Booklet), is het aantal pagina's het aantal vellen dat wordt gebruikt om af te drukken en niet het aantal pagina's in het originele document dat is gemaakt met de toepassing.
Pagina 365
Canon IJ-afdrukvoorbeeld gesloten. Knop Afdrukken annuleren (Cancel Printing) Hiermee beëindigt u het Canon IJ-afdrukvoorbeeld en annuleert u het afdrukken van het document dat wordt weergegeven in het voorbeeldscherm. U kunt op deze knop klikken terwijl documenten in de wachtrij worden geplaatst.
Pagina 366
Beschrijving van Canon IJ XPS-afdrukvoorbeeld Canon IJ XPS-afdrukvoorbeeld is een toepassing die de afdrukresultaten op het scherm laat zien voordat er daadwerkelijk wordt afgedrukt. Hierbij worden de instellingen gebruikt die in het printerstuurprogramma zijn opgegeven. Op deze manier kunt u de indeling, de afdrukvolgorde en het aantal pagina's van een document controleren. Via dit voorbeeld kunt u ook het afgedrukte document of de afgedrukte pagina's bewerken, de afdrukinstellingen wijzigen en andere functies uitvoeren.
Pagina 367
Hiermee voegt u het document dat is opgeslagen in de afdrukgeschiedenis toe aan de documentenlijst. Afsluiten (Exit) Hiermee beëindigt u het Canon IJ XPS-afdrukvoorbeeld. De resterende documenten in de documentenlijst worden uit de lijst verwijderd. Deze opdracht heeft dezelfde functie als Afsluiten (Exit) in het gebied met afdrukinstellingen.
Pagina 368
Eén omlaag (Move Down One) Hiermee verplaatst u het geselecteerde afdrukdocument één positie omlaag. Als het geselecteerde document het laatste document is, is deze opdracht lichtgrijs en kan deze niet worden geselecteerd. Naar laatste (Move to Last) Hiermee verplaatst u het geselecteerde afdrukdocument naar het eind van de documentenlijst.
Pagina 369
Naar eerste (Move to First) Hiermee verplaatst u de geselecteerde pagina naar het begin van het document. Als de geselecteerde pagina de eerste pagina is, is deze opdracht lichtgrijs en kan deze niet worden geselecteerd. Eén vooruit (Move Forward One) Hiermee verplaatst u de geselecteerde pagina één positie naar voren.
Pagina 370
Eerste pagina (First Page) Hiermee geeft u de eerste pagina van het document weer. Als de weergegeven pagina de eerste pagina is, is deze opdracht lichtgrijs en kan deze niet worden geselecteerd. Vorige pagina (Previous Page) Hiermee wordt de pagina voor de momenteel weergegeven pagina weergegeven. Als de weergegeven pagina de eerste pagina is, is deze opdracht lichtgrijs en kan deze niet worden geselecteerd.
Pagina 371
Selecteer Pagina-informatie (Page Information), Indeling (Layout) of Handmatige kleuraanpassing (Manual Color Adjustment). Menu Help Wanneer u deze menuoptie selecteert, wordt het Help-venster voor het Canon IJ XPS-afdrukvoorbeeld weergegeven en kunt u de versie en copyrightinformatie controleren. (Afdrukken) Hiermee drukt u de geselecteerde documenten in de lijst met documenten af.
Pagina 372
(Eén omlaag) Hiermee verplaatst u het geselecteerde afdrukdocument één positie omlaag. Als het geselecteerde document het laatste document is, is deze opdracht lichtgrijs en kan deze niet worden geselecteerd. (Naar laatste) Hiermee verplaatst u het geselecteerde afdrukdocument naar het eind van de documentenlijst. Als het geselecteerde document het laatste document is, is deze opdracht lichtgrijs en kan deze niet worden geselecteerd.
Pagina 373
Papierformaat printer (Printer Paper Size) Hier wordt het papierformaat weergegeven van het document dat u wilt afdrukken. Mediumtype (Media Type) Hier kunt u het mediumtype selecteren voor het document dat u wilt afdrukken. Papierbron (Paper Source) Hier kunt u de papierbron selecteren voor het document dat u wilt afdrukken. Pagina-indeling (Page Layout) Hier wordt de pagina-indeling weergegeven van het document dat u wilt afdrukken.
Pagina 374
Als het aantal afdrukken niet kan worden gewijzigd voor het afdrukdocument, is dit item lichtgrijs en niet beschikbaar. Afsluiten (Exit) Hiermee beëindigt u het Canon IJ XPS-afdrukvoorbeeld. De resterende documenten in de documentenlijst worden uit de lijst verwijderd. Afdrukken (Print) Hiermee drukt u de geselecteerde documenten in de lijst met documenten af.
Pagina 375
Overzicht van Canon IJ-statusmonitor Met de Canon IJ-statusmonitor kunt u de status van de printer en de inkt controleren aan de hand van afbeeldingen en berichten. U kunt informatie over het afgedrukte document en de voortgang van de afdruktaak controleren tijdens het afdrukken.
Pagina 376
Menu Optie (Option) Als u Statusmonitor inschakelen (Enable Status Monitor) selecteert wanneer een bericht met betrekking tot de printer wordt weergegeven, wordt de Canon IJ-statusmonitor gestart. Als Statusmonitor inschakelen (Enable Status Monitor) is geselecteerd, zijn de volgende opdrachten beschikbaar.
Pagina 377
Sluiten (Close) Hiermee sluit u het dialoogvenster Inktdetails (Ink Details) en keert u terug naar de Canon IJ-statusmonitor. Menu Help Wanneer u deze menuoptie selecteert, wordt het Help-venster voor de Canon IJ-statusmonitor weergegeven en kunt u de versie en copyrightinformatie controleren.
Pagina 378
Het printerbesturingsbestand bijwerken Het nieuwste printerstuurprogramma ophalen Het onnodige printerstuurprogramma verwijderen Voordat u het printerstuurprogramma installeert Het printerstuurprogramma installeren...
Pagina 379
Het nieuwste printerstuurprogramma ophalen Door het printerstuurprogramma bij te werken naar de nieuwste versie, kunt u onopgeloste problemen mogelijk verhelpen. U kunt de versie van het printerstuurprogramma controleren via de knop Info (About) op het tabblad Onderhoud (Maintenance). U kunt vanaf onze website het nieuwste printerbesturingsbestand voor uw model downloaden. Belangrijk •...
Pagina 380
Het onnodige printerstuurprogramma verwijderen Wanneer u een printerstuurprogramma niet meer nodig hebt, kunt u dit verwijderen. Sluit eerst alle actieve toepassingen voordat u het printerstuurprogramma gaat verwijderen. De procedure voor het verwijderen van het overbodige printerstuurprogramma is als volgt: 1. Start het verwijderprogramma •...
Pagina 381
Voordat u het printerstuurprogramma installeert Hier leest u wat u moet controleren voordat u het printerstuurprogramma gaat installeren. U moet dit gedeelte ook raadplegen als het printerstuurprogramma niet kan worden geïnstalleerd. De printerstatus controleren • Zet de printer uit. De instellingen van de computer controleren •...
Pagina 382
Het printerstuurprogramma installeren U kunt op internet naar onze website gaan en het nieuwste printerstuurprogramma en XPS- printerstuurprogramma voor uw model downloaden. De procedure voor het installeren van het printerstuurprogramma is als volgt: 1. Zet de printer uit 2. Start het installatieprogramma Dubbelklik op het pictogram van het bestand dat u hebt gedownload.
Pagina 383
Afdrukken vanaf een digitale camera Foto's rechtstreeks afdrukken vanaf een PictBridge-compatibel apparaat (draadloos LAN) Informatie over PictBridge-afdrukinstellingen (draadloos LAN)
Pagina 384
Foto's rechtstreeks afdrukken vanaf een PictBridge-compatibel apparaat (draadloos LAN) U kunt een PictBridge-compatibel apparaat (draadloos LAN), zoals een digitale camera, een camcorder of een mobiele telefoon, met de printer verbinden via een draadloos LAN, zodat u opgeslagen foto's rechtstreeks kunt afdrukken zonder daarbij een computer te gebruiken. Apparaten die u kunt aansluiten: PictBridge-compatibel apparaat (draadloos LAN) Indeling afdrukbare beeldgegevens:...
Pagina 385
4. Geef de afdrukinstellingen zoals de papiersoort en indeling op. U kunt instellingen opgeven via het menu op het PictBridge-compatibele apparaat (draadloos LAN). Selecteer het formaat en het type van het papier dat u in de printer hebt geplaatst. Instellingen op een PictBridge-compatibel apparaat (draadloos LAN) 5.
Pagina 386
Opmerking • In de volgende beschrijving worden de namen van instellingen gebruikt van PictBridge-compatibele apparaten (draadloos LAN) van het merk Canon. De namen van de instellingen kunnen afwijken, afhankelijk van het merk of model van uw apparaat. • Mogelijk zijn niet alle hieronder beschreven instellingen beschikbaar op bepaalde apparaten.
Pagina 387
-A4/Letter: 4-up -Fotostickers: 2-up, 4-up, 9-up, 16-up. *2 Als u met een PictBridge-compatibel apparaat (draadloos LAN) van het merk Canon items selecteert met de markering 'i', kunt u opnamegegevens (Exif Data) afdrukken in een lijstindeling (20-up) of op de marges van de geselecteerde gegevens (1-up). (Deze functie is mogelijk niet beschikbaar met sommige PictBridge-compatibele apparaten (draadloos LAN) van Canon.)
Pagina 388
Problemen oplossen Kan de printer niet inschakelen De afdruktaak wordt niet gestart Het papier wordt niet correct ingevoerd/Fout vanwege 'geen papier' Afdrukresultaten niet naar behoren Er wordt geen inkt toegevoerd Papierstoringen Als er een fout optreedt Kan niet afdrukken op het disclabel Zoeken in alle functies Problemen met netwerkcommunicatie Problemen met afdrukken...
Pagina 389
Problemen met netwerkcommunicatie Problemen met de printer tijdens gebruik met netwerk Een printer wordt niet gedetecteerd in een netwerk Overige problemen met het netwerk...
Pagina 390
Problemen met de printer tijdens gebruik met netwerk De printer werkt opeens niet meer Het resterende inktniveau wordt niet weergegeven in de printerstatusmonitor van de printer Afdruksnelheid is laag De printer kan niet worden gebruikt bij het vervangen van een toegangspunt of het wijzigen van de instellingen ervan...
Pagina 391
De printer werkt opeens niet meer Kan niet communiceren met de printer nadat de netwerkinstellingen zijn gewijzigd Kan niet communiceren met de printer via het draadloze LAN U kunt niet afdrukken vanaf een computer die op het netwerk is aangesloten Kan niet communiceren met de printer nadat de netwerkinstellingen zijn gewijzigd Het kan enige tijd duren voordat de computer het IP-adres heeft opgehaald.
Pagina 392
Controle 10 Als de firewallfunctie van de beveiligingssoftware is ingeschakeld, wordt wellicht het bericht weergegeven dat Canon-software probeert toegang te krijgen tot het netwerk. Als de waarschuwing wordt weergegeven, stelt u de beveiligingssoftware zo in dat toegang altijd wordt toegestaan.
Pagina 393
Het resterende inktniveau wordt niet weergegeven in de printerstatusmonitor van de printer Gebruik het printerstuurprogramma met bidirectionele communicatie. Selecteer Bi-directionele ondersteuning inschakelen (Enable bidirectional support) op het tabblad Poorten (Ports) van het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma. Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma openen...
Pagina 394
Afdruksnelheid is laag De printer is mogelijk bezig met het afdrukken van een grote taak van een Controle 1 andere computer. Controleer of de status van de radiogolven goed is en pas de Controle 2 installatieposities aan terwijl u de status van de radiogolven controleert met IJ Network Tool.
Pagina 395
De printer kan niet worden gebruikt bij het vervangen van een toegangspunt of het wijzigen van de instellingen ervan Wanneer u een toegangspunt vervangt, dient u de netwerkinstallatie van de printer opnieuw uit te voeren. Voer de installatie van het netwerk opnieuw uit met behulp van de Installatie-cd-rom of voer de installatie opnieuw uit volgens de instructies op onze website.
Pagina 396
Een printer wordt niet gedetecteerd in een netwerk Kan de printer niet detecteren wanneer de netwerkcommunicatie wordt ingesteld De printer wordt niet gedetecteerd in het draadloze LAN...
Pagina 397
Kan de printer niet detecteren wanneer de netwerkcommunicatie wordt ingesteld Als de printer niet in het netwerk kan worden gedetecteerd wanneer u de netwerkcommunicatie instelt, controleert u de netwerkinstellingen voordat u de printer opnieuw detecteert. Kan de printer tijdens de instelling van het draadloze LAN niet vinden: controle 1...
Pagina 398
Kan de printer tijdens de instelling van het draadloze LAN niet vinden: controle 1 Zijn de computer en het netwerkapparaat (router, toegangspunt en dergelijke) geconfigureerd en kan de computer verbinding maken met het netwerk? Controleer of u webpagina's kunt zien op de computer. Als u geen webpagina's kunt zien: Configureer de computer en het netwerkapparaat.
Pagina 399
• Als het bericht niet wordt weergegeven op de computer: Annuleer het instellen en stel de beveiligingssoftware zo in dat toegang tot het netwerk door Canon- software* is toegestaan.
Pagina 400
Kan de printer tijdens de instelling van het draadloze LAN niet vinden: controle 3 Controleer de instellingen van het toegangspunt. Controleer de instellingen van het toegangspunt voor de netwerkverbinding, zoals IP-adresfiltering, MAC- adresfiltering of de DHCP-functie. Raadpleeg de instructiehandleiding die bij het toegangspunt is geleverd of neem contact op met de fabrikant voor meer informatie over het controleren van de instellingen van het toegangspunt.
Pagina 401
Wanneer u IJ Network Tool gebruikt, klikt u op Bijwerken (Update) om de Controle 5 printer nogmaals te zoeken. Venster Canon IJ Network Tool Als u zoekt naar een printer via een netwerk, moet u controleren of de printer Controle 6 is gekoppeld aan de poort.
Pagina 402
Controle 13 Als de firewallfunctie van de beveiligingssoftware is ingeschakeld, wordt wellicht het bericht weergegeven dat Canon-software probeert toegang te krijgen tot het netwerk. Als de waarschuwing wordt weergegeven, stelt u de beveiligingssoftware zo in dat toegang altijd wordt toegestaan.
Pagina 403
Overige problemen met het netwerk Naam van een toegangspunt, SSID of een netwerksleutel vergeten Het bericht wordt tijdens installatie op het computerscherm weergegeven U bent het Wachtwoord beheerder van de printer vergeten Informatie over het netwerk controleren De fabrieksstandaard van de netwerkinstellingen van de printer herstellen...
Pagina 404
Naam van een toegangspunt, SSID of een netwerksleutel vergeten Kan geen verbinding maken met een toegangspunt waaraan een WEP-/WPA-/WPA2-sleutel is toegewezen (u bent de WEP-/WPA-/WPA2-sleutel vergeten) Een WEP-/WPA-/WPA2-sleutel instellen Kan geen verbinding maken met een toegangspunt waaraan een WEP-/ WPA-/WPA2-sleutel is toegewezen (u bent de WEP-/WPA-/WPA2-sleutel vergeten) Raadpleeg de instructiehandleiding die bij het toegangspunt is geleverd of neem contact op met de fabrikant voor meer informatie over het installeren van een toegangspunt.
Pagina 405
WPA- of gedetailleerde WPA2-instellingen wijzigen voor meer informatie. Opmerking • Deze printer ondersteunt WPA-PSK (WPA-Persoonlijk) en WPA2-PSK (WPA2-Persoonlijk).
Pagina 406
Het bericht wordt tijdens installatie op het computerscherm weergegeven Het venster Wachtwoord invoeren (Enter Password) wordt weergegeven tijdens de installatie Het venster voor het instellen van de codering wordt weergegeven nadat het toegangspunt is geselecteerd in het venster Zoeken (Search) Weergegeven wordt: "U verbindt de printer met een niet-gecodeerd draadloos netwerk"...
Pagina 407
U bent het Wachtwoord beheerder van de printer vergeten De LAN-instellingen initialiseren. De fabrieksstandaard van de netwerkinstellingen van de printer herstellen Na de initialisatie van de LAN-instellingen voert u de installatie uit met behulp van de Installatie-cd-rom of voert u de installatie uit volgens de instructies op onze website.
Pagina 408
Als u de informatie over de netwerkinstellingen wilt weergeven met IJ Network Tool, selecteert u Netwerkgegevens (Network Information) in het menu Beeld (View). Venster Canon IJ Network Tool Het IP-adres of het MAC-adres van de computer controleren Volg de hieronder beschreven procedure als u wilt controleren welk IP-adres of MAC-adres aan de computer is toegewezen.
Pagina 409
2. Voer de pingopdracht en het IP-adres van de doelprinter of het doeltoegangspunt in en druk dan op Enter. ping XXX.XXX.XXX.XXX "XXX.XXX.XXX.XXX" is het IP-adres van het doelapparaat. Als de communicatie beschikbaar is, wordt een bericht weergegeven dat lijkt op het volgende bericht. Antwoord van XXX.XXX.XXX.XXX: bytes=32 time=10ms TTL=255 Als Time-out van verzoek (Request timed out) wordt weergegeven, is de communicatie niet beschikbaar.
Pagina 410
De fabrieksstandaard van de netwerkinstellingen van de printer herstellen Belangrijk • Houd er rekening mee dat door initialisatie alle netwerkinstellingen op de printer worden gewist en dat afdrukken vanaf een computer via een netwerk wellicht onmogelijk wordt. Als u de printer via een netwerk wilt gebruiken, voert u de installatie uit met behulp van de installatie-cd-rom of voert u de installatie uit volgens de instructies op onze website.
Pagina 411
Problemen met afdrukken De afdruktaak wordt niet gestart Papierstoringen Het papier wordt niet correct ingevoerd/Fout vanwege 'geen papier' Kan niet afdrukken op het disclabel Afdruktaak wordt beëindigd voordat deze is voltooid...
Pagina 412
De afdruktaak wordt niet gestart Controleer of de stekker goed is aangesloten en druk vervolgens op de knop Controle 1 AAN (ON) om de printer in te schakelen. Terwijl het AAN/UIT (POWER)-lampje knippert, is de printer bezig met initialiseren. Wacht totdat het AAN/UIT (POWER)-lampje stopt met knipperen en blijft branden.
Pagina 413
3. De eigenschappen van het printerstuurprogramma voor de printer openen. • Klik in Windows 8 of Windows 7 met de rechtermuisknop op het pictogram 'Canon XXX' (waarbij 'XXX' de naam van uw printer is) en selecteer Eigenschappen van printer (Printer properties).
Pagina 414
Klik in Windows 7, Windows Vista of Windows XP op Start en selecteer Alle programma's (All programs), Canon Utilities, Canon My Printer, Canon My Printer en selecteer vervolgns Printerdiagnose en -herstel (Diagnose and Repair Printer). Volg de instructies op het scherm om de juiste printerpoort in te stellen en selecteer de naam van uw printer.
Pagina 415
Papierstoringen Als papier is vastgelopen, knippert het Alarm-lampje oranje en wordt automatisch een probleemoplossingsbericht op het computerscherm weergegeven. Neem de maatregelen die in het bericht worden beschreven. Bekijk de film Zie de Lijst met ondersteuningscodes (als het papier is vastgelopen) voor informatie over het verwijderen van het vastgelopen papier.
Pagina 416
Het papier wordt niet correct ingevoerd/Fout vanwege 'geen papier' Zorg dat er papier is geplaatst. Controle 1 Papier plaatsen Let op het volgende bij het plaatsen van papier in de printer. Controle 2 • Als u twee of meer vellen papier plaatst, moet u het papier uitwaaieren voordat u het papier plaatst. •...
Pagina 417
Papierstoringen om het papier te verwijderen als het papier in de achterste lade scheurt. Als er vreemde voorwerpen in de achterste lade zitten, schakelt u de printer uit, haalt u de stekker uit het stopcontact en verwijdert u het voorwerp. Controleer of de geleider van de disclade volledig is gesloten.
Pagina 418
* Pas de instelling voor het voorkomen van papierstoring opnieuw aan nadat het afdrukken is voltooid. Als u de instelling niet uitschakelt, blijft deze ingeschakeld voor alle volgende afdruktaken. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma en schakel bij Aangepaste instellingen (Custom Settings) op het tabblad Onderhoud (Maintenance) het selectievakje Papierstoring voorkomen (Prevent paper jam) in en klik op OK.
Pagina 419
Er kan een niet-herkende disc zijn geplaatst. Controle 2 Canon raadt u aan discs te gebruiken die speciaal zijn behandeld om te worden bedrukt met een inkjetprinter. Disclade geblokkeerd Trek de disclade voorzichtig naar buiten.
Pagina 420
Nadat de disclade naar buiten is getrokken, plaatst u de disclade (met op de bovenzijde een 'L') opnieuw en probeert u nogmaals af te drukken. Plaats de afdrukbare disc op de juiste manier, zoals wordt beschreven in Een afdrukbare disc plaatsen.
Pagina 421
Afdruktaak wordt beëindigd voordat deze is voltooid Is de geleider van de disclade open terwijl wordt afgedrukt op papier? Controle 1 Sluit de geleider van de disclade en druk op de knop HERVATTEN/ANNULEREN (RESUME/CANCEL) op de printer. Is er papier geplaatst? Controle 2 Zorg dat er papier is geplaatst.
Pagina 422
Problemen met de afdrukkwaliteit Afdrukresultaten niet naar behoren Er wordt geen inkt toegevoerd...
Pagina 423
Afdrukresultaten niet naar behoren Als de afdrukresultaten witte strepen, verkeerd afgedrukte lijnen of ongelijkmatige kleuren vertonen, kunt u het beste eerst controleren of de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit correct zijn. Komen de instellingen voor het paginaformaat en mediumtype overeen met Controle 1 het formaat en type papier dat is geplaatst? Als deze instellingen onjuist zijn, kunt u geen goed afdrukresultaat verkrijgen.
Pagina 424
Kleuren zijn ongelijkmatig of vertonen strepen...
Pagina 425
De afdruktaak wordt niet voltooid Selecteer de instelling die zorgt dat de afdrukgegevens niet worden Controle 1 gecomprimeerd. Het afdrukresultaat kan verbeteren als u in de toepassing die u gebruikt de instelling selecteert die zorgt dat afdrukgegevens niet worden gecomprimeerd. Klik op Afdrukopties (Print Options) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) van het printerstuurprogramma.
Pagina 426
Geen afdrukresultaten/Onduidelijke afdrukken/Onjuiste kleuren/ Witte strepen Geen afdrukresultaten Onduidelijke afdrukken Onjuiste kleuren Witte strepen Bekijk de film...
Pagina 427
Hebt u de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit gecontroleerd? Controle 1 Afdrukresultaten niet naar behoren Controleer de status van de inkttanks. Vervang de inkttank als de inkt op is. Controle 2 Een inkttank vervangen Is de oranje tape of beschermende folie verwijderd? Controle 3 Controleer of alle beschermende folie is verwijderd en of het Y-vormige luchtgat vrij is zoals is weergegeven bij (A).
Pagina 428
Raadpleeg de instructiehandleiding bij het papier voor meer informatie over de bedrukbare zijde.
Pagina 429
Lijnen worden verkeerd afgedrukt Hebt u de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit gecontroleerd? Controle 1 Afdrukresultaten niet naar behoren Lijn de printkop uit. Controle 2 Als de afgedrukte lijnen niet evenwijdig zijn of als u niet tevreden bent over de afdrukresultaten, dient u de positie van de printkop aan te passen.
Pagina 430
Lijn wordt niet of slechts gedeeltelijk afgedrukt Wordt de functie Pagina-indeling afdrukken of Bindmarge gebruikt? Controle 1 Als de functie Pagina-indeling afdrukken of Bindmarge wordt gebruikt, worden dunne lijnen mogelijk niet afgedrukt. Probeer de lijnen in het document dikker te maken. Is de omvang van de afdrukgegevens extreem groot? Controle 2 Klik op Afdrukopties (Print Options) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) van het...
Pagina 431
Afbeelding wordt niet of slechts gedeeltelijk afgedrukt Selecteer de instelling die zorgt dat de afdrukgegevens niet worden Controle 1 gecomprimeerd. Het afdrukresultaat kan verbeteren als u in de toepassing die u gebruikt de instelling selecteert die zorgt dat afdrukgegevens niet worden gecomprimeerd. Klik op Afdrukopties (Print Options) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) van het printerstuurprogramma.
Pagina 432
Wordt er fotopapier gebruikt voor het afdrukken van foto's? Controle 3 Als u gegevens afdrukt met een hoge kleurverzadiging, zoals foto's of afbeeldingen met diepe kleuren, raden wij het gebruik van Glossy Foto Papier Extra II of ander speciaal papier van Canon aan. Mediumtypen die u kunt gebruiken...
Pagina 433
Papier vertoont vlekken/Papieroppervlak vertoont krassen Papier vertoont vlekken De randen van het papier vertonen vlekken Het papier vertoont vlekken Papieroppervlak vertoont krassen Hebt u de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit gecontroleerd? Controle 1 Afdrukresultaten niet naar behoren Wordt de juiste papiersoort gebruikt? Controleer het volgende: Controle 2 •...
Pagina 434
1. Rol het papier op tegen de richting van de krul in, zoals hieronder wordt weergegeven. 2. Controleer of het papier nu vlak is. Het is raadzaam om teruggekruld papier met een vel tegelijk in te voeren. Opmerking • Er zijn bepaalde mediumtypen die snel besmeurd raken of niet goed kunnen worden ingevoerd, ook al krullen ze niet naar binnen.
Pagina 435
Verlaag de intensiteit in het printerbesturingsbestand en probeer opnieuw af te drukken. 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma. Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma openen 2. Selecteer Handmatig (Manual) voor Kleur/Intensiteit (Color/Intensity) op het tabblad Afdruk (Main) en klik daarna op Instellen... (Set...). 3.
Pagina 436
Vegen op de achterzijde van het papier Hebt u de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit gecontroleerd? Controle 1 Afdrukresultaten niet naar behoren Maak de binnenkant van de printer schoon door een reiniging van de Controle 2 onderste plaat uit te voeren. De binnenkant van de printer reinigen Opmerking •...
Pagina 437
Er worden verticale lijnen afgedrukt op de zijde van de afdruk Is papier met het juiste formaat geplaatst? Controle De verticale lijnen worden mogelijk afgedrukt in de marge als het formaat van het geplaatste papier groter is dan het opgegeven formaat. Stel het juiste papierformaat in voor het geplaatste papier.
Pagina 438
Kleuren zijn ongelijkmatig of vertonen strepen Kleuren zijn ongelijkmatig Kleuren zijn gestreept Bekijk de film Hebt u de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit gecontroleerd? Controle 1 Afdrukresultaten niet naar behoren Druk het controleraster voor de spuitopeningen af en voer eventueel Controle 2 noodzakelijke onderhoud uit, zoals het reinigen van de printkop.
Pagina 439
• Als het probleem niet is opgelost nadat u de diepte-reiniging van de printkop tweemaal hebt uitgevoerd: Als het probleem nog niet is verholpen na een diepte-reiniging van de printkop, is de printkop mogelijk beschadigd. Neem contact op met het ondersteuningscentrum. Lijn de printkop uit.
Pagina 440
Er wordt geen inkt toegevoerd Is de inkt op? Controle 1 Open de bovenklep en controleer de status van het inktlampje. De inktstatus controleren Is de oranje tape of beschermende folie verwijderd? Controle 2 Controleer of alle beschermende folie is verwijderd en of het Y-vormige luchtgat vrij is zoals is weergegeven bij (A).
Pagina 441
Problemen met de printer Kan de printer niet inschakelen De printer wordt onbedoeld uitgeschakeld Kan geen goede verbinding maken met een computer met een USB-kabel Kan niet communiceren met de printer met een USB-verbinding Printkophouder beweegt niet naar de positie voor vervangen De printerstatusmonitor wordt niet weergegeven...
Pagina 442
Kan de printer niet inschakelen Druk op de knop AAN (ON). Controle 1 Controleer of de stekker goed in de netsnoeraansluiting van de printer is Controle 2 bevestigd en zet vervolgens de printer weer aan. Haal de stekker van de printer uit het stopcontact en wacht ten minste 3 Controle 3 minuten.
Pagina 443
De printer wordt onbedoeld uitgeschakeld Schakel de instelling uit om het apparaat automatisch uit te schakelen. Controle Als u de instelling om de printer automatisch uit te schakelen activeert, wordt de printer automatisch uitgeschakeld nadat de ingestelde tijd is verstreken. Als u niet wilt dat de printer automatisch wordt uitgeschakeld, opent u het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma en selecteert u Uitschakelen (Disable) voor Printer automatisch uit (Auto Power Off) bij Printer automatisch aan/uit (Auto Power) op het tabblad Onderhoud (Maintenance).
Pagina 444
Kan geen goede verbinding maken met een computer met een USB-kabel Afdruksnelheid is laag/USB Hi-Speed-verbinding werkt niet/Het bericht 'Dit apparaat kan sneller werken (This device can perform faster)' wordt weergegeven Als uw systeemomgeving niet volledig compatibel is met Hi-Speed USB, werkt de printer langzamer, op de snelheid van USB 1.1.
Pagina 445
Kan niet communiceren met de printer met een USB-verbinding Zorg dat de printer is ingeschakeld. Controle 1 Zorg ervoor dat de USB-kabel correct is aangesloten. Controle 2 De printer op de computer aansluiten met een USB-kabel voor een correcte aansluiting van de USB-kabel. Start IJ Network Tool niet tijdens het afdrukken.
Pagina 446
Printkophouder beweegt niet naar de positie voor vervangen Is het AAN/UIT (POWER)-lampje uit? Controle 1 Controleer of het AAN/UIT (POWER)-lampje brandt. De printkophouder kan zich uitsluitend verplaatsen wanneer de printer is ingeschakeld. Als het AAN/UIT (POWER)-lampje uit is, sluit u de bovenklep en zet u de printer aan. Terwijl het AAN/UIT (POWER)-lampje knippert, is de printer bezig met initialiseren.
Pagina 447
De printerstatusmonitor wordt niet weergegeven Is de printerstatusmonitor ingeschakeld? Controle Controleer of Statusmonitor inschakelen (Enable Status Monitor) is geselecteerd in het menu Optie (Option) van de printerstatusmonitor. 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma. Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma openen 2.
Pagina 448
Problemen met installeren/downloaden Kan het printerstuurprogramma niet installeren Easy-WebPrint EX wordt niet gestart of het menu Easy-WebPrint EX wordt niet weergegeven Het printerstuurprogramma bijwerken in een netwerkomgeving IJ Network Tool verwijderen...
Pagina 449
Kan het printerstuurprogramma niet installeren • Indien de installatie ook niet wordt gestart nadat de installatie-cd-rom in het cd-rom-station van uw computer is geplaatst: Start de installatie met behulp van de volgende procedure. 1. Selecteer items zoals hieronder aangegeven. ◦ Selecteer bij Windows 8 het pictogram Verkenner (Explorer) in de Taakbalk (Taskbar) op het Bureaublad (Desktop) en selecteer vervolgens Computer in de lijst aan de linkerkant.
Pagina 450
Opmerking • De printer is niet gedetecteerd. Controleer de verbinding. (The printer is not detected. Check the connection.) kan mogelijk worden geselecteerd, afhankelijk van de computer die u gebruikt. Controleer of de USB-kabel goed is aangesloten op de printer en de Controle 1 computer.
Pagina 451
Controle 1 (Toolbars) in het menu Beeld (View) van Internet Explorer? Als Canon Easy-WebPrint EX niet wordt weergegeven, is Easy-WebPrint EX niet op uw computer geïnstalleerd. Installeer de meeste recente versie van Easy-WebPrint EX op uw computer vanaf onze website.
Pagina 452
Het printerstuurprogramma bijwerken in een netwerkomgeving Download eerst het nieuwste printerstuurprogramma. U kunt het nieuwste printerstuurprogramma ophalen door naar onze website te gaan en het nieuwste printerstuurprogramma voor uw model te downloaden. Nadat u het printerstuurprogramma hebt verwijderd, installeert u het nieuwste printerstuurprogramma volgens de normale procedure.
Pagina 453
1. Selecteer Configuratiescherm (Control Panel) via de charm Instellingen (Settings) in Bureaublad (Desktop) > Programma´s (Programs) > Programma´s en eigenschappen (Programs and Features). 2. Selecteer Canon IJ Network Tool uit de programmalijst en klik vervolgens op Verwijderen (Uninstall). Als het scherm Gebruikersaccountbeheer (User Account Control) verschijnt, klikt u op Doorgaan (Continue).
Pagina 454
Informatie over weergegeven fouten/berichten Als er een fout optreedt Een bericht verschijnt op het scherm Er wordt een foutbericht weergegeven op een PictBridge-compatibel apparaat (draadloos LAN)
Pagina 455
Als er een fout optreedt Als er een fout optreedt tijdens het afdrukken (het papier in de printer is bijvoorbeeld op of vastgelopen), wordt automatisch een probleemoplossingsbericht weergegeven. Neem de maatregelen die in het bericht worden beschreven. Als er een fout optreedt, knippert het Alarm-lampje oranje en wordt een ondersteuningscode (foutnummer) op het computerscherm weergegeven.
Pagina 456
De geleider van de disclade is gesloten. 1850 De geleider van de disclade is open. 1851 De geleider van de disclade is gesloten. 1855 De geleider van de disclade is geopend. 1856 De geleider van de disclade is open wanneer het afdrukken van 1857 disclabels start.
Pagina 457
(A) Knippert (B) Gaat uit Aantal malen Oorzaak Ondersteuningscode Knippert 2 keer Er is een printerfout opgetreden. 5100 Knippert 7 keer Er is een printerfout opgetreden. 5B00, 5B01 Knippert 10 keer Er is een fout opgetreden waarvoor u B200 contact moet opnemen met het ondersteuningscentrum.
Pagina 458
Klik hier om te zoeken Een bericht verschijnt op het scherm voor meer informatie over het oplossen van fouten zonder ondersteuningscode.
Pagina 459
Een bericht verschijnt op het scherm In dit gedeelte worden enkele fouten en berichten beschreven. Opmerking • Voor sommige fouten of berichten wordt een ondersteuningscode (foutnummer) op de computer weergegeven. Raadpleeg de Lijst met ondersteuningscodes voor meer informatie over fouten met een ondersteuningscode.
Pagina 460
3. Open de eigenschappen van het printerstuurprogramma voor de printer. • Klik in Windows 8 of Windows 7 met de rechtermuisknop op het pictogram 'Canon XXX' (waarbij 'XXX' de naam van uw printer is) en selecteer Eigenschappen van printer (Printer properties).
Pagina 461
• Er kan ook een probleem met de USB-kabel zijn. Vervang de USB-kabel en probeer nogmaals af te drukken. Wanneer u de printer via een LAN gebruikt, controleert u of de printer correct is ingesteld om via het netwerk te worden gebruikt. Controleer of het printerstuurprogramma correct is geïnstalleerd.
Pagina 462
Als u nog niet kunt afdrukken, start u uw computer opnieuw op en probeert u vervolgens nogmaals af te drukken. • Kan printerstuurprogramma niet vinden (Printer driver could not be found) Verwijder het printerstuurprogramma aan de hand van de procedure in Het onnodige printerstuurprogramma verwijderen.
Pagina 463
Als u bent aangemeld bij een beheerdersaccount, volgt u de aanwijzingen op het scherm. 2. Selecteer Canon Inkjet Printer/Scanner/Fax Extended Survey Program. 3. Selecteer Wijzigen (Change). Als u Ja (Yes) selecteert nadat u de aanwijzingen op het scherm hebt opgevolgd, wordt het bevestigingsvenster weergegeven bij het volgende onderzoek.
Pagina 464
(draadloos LAN) van het merk Canon. De foutberichten en procedures kunnen afwijken, afhankelijk van het apparaat dat u gebruikt. Controleer voor PictBridge-compatibele apparaten (draadloos LAN) van andere merken dan Canon de status van het Alarm-lampje en voer de juiste handelingen uit om de fout te verhelpen. Raadpleeg Als er een fout optreedt voor meer informatie.
Pagina 465
Verwijder het vastgelopen papier, plaats nieuw papier, druk op de knop HERVATTEN/ ANNULEREN (RESUME/CANCEL) op de printer en probeer opnieuw af te drukken. Printerklep open Sluit de bovenklep van de printer. Afvaltank vol/ Het absorptiekussen is bijna vol. Absorptiekussen inkt Controleer hoe vaak het Alarm-lampje knippert en neem de juiste maatregelen om het probleem op te lossen.
Pagina 466
Als u het probleem niet kunt oplossen met een van de suggesties in dit hoofdstuk, neemt u contact op met de verkoper van de printer of met het ondersteuningscentrum. Het ondersteuningspersoneel van Canon is opgeleid voor het verschaffen van technische ondersteuning aan klanten.
Pagina 467
Lijst met ondersteuningscodes Als er een fout optreedt, wordt de ondersteuningscode weergegeven op het computerscherm. "Ondersteuningscode" wil zeggen het foutnummer dat verschijnt bij een foutbericht. Als er een fout optreedt, controleert u de ondersteuningscode die wordt weergegeven op het computerscherm en voert u vervolgens de benodigde stappen uit. De ondersteuningscode wordt weergegeven op het computerscherm •...
Pagina 468
• A000 tot ZZZZ B200 C000 Bij de ondersteuningscode voor vastgelopen papier kunt u ook Lijst met ondersteuningscodes (als het papier is vastgelopen) raadplegen.
Pagina 469
Lijst met ondersteuningscodes (als het papier is vastgelopen) Als het papier is vastgelopen, verwijdert u het aan de hand van de juiste procedure. Bekijk de film (Windows) Bekijk de film (Mac) • Als u het vastgelopen papier niet ziet in de papieruitvoersleuf of de achterste lade: 1300 •...
Pagina 470
1300 Oorzaak Papier is vastgelopen in de papieruitvoersleuf of in de achterste lade. Actie Verwijder het vastgelopen papier aan de hand van de volgende procedure. Bekijk de film (Windows) Bekijk de film (Mac) Opmerking • Soms moet u tijdens het afdrukken de printer uitzetten om vastgelopen papier te verwijderen. Druk in dat geval op de knop HERVATTEN/ANNULEREN (RESUME/CANCEL) om afdruktaken te annuleren voordat u de printer uitzet.
Pagina 471
Opmerking • Controleer tijdens het opnieuw plaatsen van het papier of u papier gebruikt dat geschikt is voor afdrukken en of u het papier correct plaatst. • Het wordt aanbevolen ander papier dan papier van A5-formaat te gebruiken om documenten met foto's of afbeeldingen af te drukken, omdat de afdruk kan omkrullen en kan vastlopen tijdens het uitvoeren.
Pagina 472
Papier is vastgelopen in de printer Als het vastgelopen papier scheurt en u het papier niet kunt verwijderen uit de papieruitvoersleuf of de achterste lade, of als het vastgelopen papier in de printer blijft zitten, verwijdert u het papier aan de hand van de volgende procedure.
Pagina 473
Wanneer u de printkophouder verschuift, houdt u de bovenkant van de printkophouder vast en schuift u deze voorzichtig naar de rechter- of linkerrand. 4. Houd het vastgelopen papier met beide handen vast. Als het papier is opgerold, trekt u het eruit. 5.
Pagina 474
6. Controleer of al het vastgelopen papier is verwijderd. Als het papier is gescheurd, kan er gemakkelijk een stukje papier in de printer achterblijven. Controleer het volgende en haal eventueel achtergebleven papier uit de printer. • Is er een stukje papier achtergebleven onder de printkophouder? •...
Pagina 475
In andere gevallen Voer de volgende controles uit: Bevinden zich vreemde voorwerpen bij de papieruitvoersleuf? Controle 1 Bevinden zich vreemde voorwerpen in de achterste lade? Controle 2 Als er vreemde voorwerpen in de achterste lade zitten, schakelt u de printer uit, haalt u de stekker uit het stopcontact en verwijdert u het voorwerp.
Pagina 476
(Prevent paper jam) in en klik op OK. • In Mac OS: Selecteer Aangepaste instellingen (Custom Settings) in het pop-upmenu van Canon IJ Printer Utility, schakel het selectievakje Papierstoring voorkomen (Prevent paper jam) in en klik vervolgens op Toepassen (Apply).
Pagina 477
1000 Oorzaak Het papier in de achterste lade is op. Actie Plaats papier in de achterste lade en druk op de knop HERVATTEN/ANNULEREN (RESUME/CANCEL) op de printer.
Pagina 478
1001 Oorzaak Er is geen disclade. Actie Wanneer u afdrukt op afdrukbare discs (BD/dvd/cd), gebruikt u de disclade die bij deze printer is meegeleverd (op de bovenzijde staat een 'L'). Plaats een afdrukbare disc in de disclade, bevestig de disclade op de printer en druk op de knop HERVATTEN/ANNULEREN (RESUME/CANCEL) op de printer.
Pagina 479
1002 Oorzaak Geen afdrukbare (BD/dvd/cd, enzovoort) disc geplaatst. Actie Wanneer u afdrukt op afdrukbare discs gebruikt u de disclade die bij deze printer is meegeleverd (op de bovenzijde staat een 'L'). Plaats een afdrukbare disc in de disclade, bevestig de disclade op de printer en druk op de knop HERVATTEN/ANNULEREN (RESUME/CANCEL) op de printer.
Pagina 480
1200 Oorzaak De bovenklep is open. Actie Sluit de bovenklep en wacht een ogenblik.
Pagina 481
1250 Oorzaak De voorklep is gesloten. Actie Open de voorklep om het afdrukken te hervatten.
Pagina 482
1401 Oorzaak De printkop is mogelijk beschadigd. Actie Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 483
1403 Oorzaak De printkop is mogelijk beschadigd. Actie Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 484
1405 Oorzaak De printkop is mogelijk beschadigd. Actie Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 485
1410 Oorzaak De inkttank wordt niet herkend. Actie Open de bovenklep en vervang de inkttank waarvan het lampje niet brandt.
Pagina 486
1411 Oorzaak De inkttank wordt niet herkend. Actie Open de bovenklep en vervang de inkttank waarvan het lampje niet brandt.
Pagina 487
1412 Oorzaak De inkttank wordt niet herkend. Actie Open de bovenklep en vervang de inkttank waarvan het lampje niet brandt.
Pagina 488
1413 Oorzaak De inkttank wordt niet herkend. Actie Open de bovenklep en vervang de inkttank waarvan het lampje niet brandt.
Pagina 489
1414 Oorzaak De inkttank wordt niet herkend. Actie Open de bovenklep en vervang de inkttank waarvan het lampje niet brandt.
Pagina 490
1415 Oorzaak De inkttank wordt niet herkend. Actie Open de bovenklep en vervang de inkttank waarvan het lampje niet brandt.
Pagina 491
1600 Oorzaak Als het lampje op de inkttank knippert, is de inkt wellicht op. Actie Aanbevolen wordt de inkttank te vervangen. Als de printer bezig is met een afdruktaak en u wilt doorgaan met afdrukken, drukt u op de knop HERVATTEN/ANNULEREN (RESUME/CANCEL) op de printer terwijl de inkttank is geïnstalleerd.
Pagina 492
1660 Oorzaak De inkttank is niet geïnstalleerd. Actie Installeer de inkttank.
Pagina 493
1680 Oorzaak Sommige inkttanks zijn niet op de juiste plaats geïnstalleerd. (Het lampje op de inkttank knippert.) Actie Controleer of de inkttanks op de juiste plaatsen zijn geïnstalleerd.
Pagina 494
1681 Oorzaak Er zijn meerdere inkttanks met dezelfde kleur geïnstalleerd. (Het lampje op de inkttank knippert.) Actie Controleer of de inkttanks op de juiste plaatsen zijn geïnstalleerd.
Pagina 495
5 seconden ingedrukt. Hierdoor wordt het uitschakelen van de functie voor het detecteren van het resterende inktniveau in het geheugen opgeslagen. Canon is niet aansprakelijk voor een slechte werking van of schade aan de printer veroorzaakt door opnieuw gevulde inkttanks.
Pagina 496
1684 Oorzaak De inkttank wordt niet herkend. Actie Het afdrukken kan niet worden uitgevoerd omdat de inkttank mogelijk niet correct is geïnstalleerd of mogelijk niet compatibel is met deze printer. Installeer de juiste inkttank. Als u het afdrukken wilt annuleren, drukt u op de knop HERVATTEN/ANNULEREN (RESUME/CANCEL) op de printer.
Pagina 497
5 seconden ingedrukt. Hierdoor wordt het uitschakelen van de functie voor het detecteren van het resterende inktniveau in het geheugen opgeslagen. Canon is niet aansprakelijk voor een slechte werking of problemen veroorzaakt door het voortzetten van het afdrukken met een lege inkttank.
Pagina 498
1700 Oorzaak Absorptiekussen inkt bijna vol. Actie Druk op de knop HERVATTEN/ANNULEREN (RESUME/CANCEL) op de printer om het afdrukken te hervatten. Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 499
1701 Oorzaak Absorptiekussen inkt bijna vol. Actie Druk op de knop HERVATTEN/ANNULEREN (RESUME/CANCEL) op de printer om het afdrukken te hervatten. Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 500
1830 Oorzaak Er is een bepaalde periode verstreken tijdens het bedrukken van een disclabel. Actie Als een bepaalde periode is verstreken tijdens het bedrukken van een disclabel, stopt de printer met initialiseren. De printer gaat verder met initialiseren als u op de knop HERVATTEN/ANNULEREN (RESUME/ CANCEL) drukt.
Pagina 501
1850 Oorzaak De geleider van de disclade is gesloten. Actie Open de geleider van de disclade, bevestig de disclade op de juiste manier en druk op de knop HERVATTEN/ANNULEREN (RESUME/CANCEL) op de printer.
Pagina 502
1851 Oorzaak De geleider van de disclade is open. Actie Sluit de geleider van de disclade wanneer u iets anders gaat afdrukken dan disclabels. Sluit de geleider van de disclade en druk vervolgens op de knop HERVATTEN/ANNULEREN (RESUME/ CANCEL) op de printer.
Pagina 503
1855 Oorzaak De geleider van de disclade is gesloten. Actie Open de geleider van de disclade en druk vervolgens op de knop HERVATTEN/ANNULEREN (RESUME/CANCEL) op de printer. Open of sluit de geleider van de disclade niet als er een afdruktaak wordt uitgevoerd. Als u dat doet, kan de printer beschadigd raken.
Pagina 504
1856 Oorzaak De geleider van de disclade is geopend. Actie Sluit de geleider van de disclade wanneer u iets anders afdrukt dan disclabels. Sluit de geleider van de disclade en druk vervolgens op de knop HERVATTEN/ANNULEREN (RESUME/ CANCEL) op de printer. Open of sluit de geleider van de disclade niet als er een afdruktaak wordt uitgevoerd.
Pagina 505
1857 Oorzaak De geleider van de disclade is open wanneer het afdrukken van disclabels start. Actie Sluit de geleider van de disclade van de printer wanneer u disclabels gaat afdrukken. Sluit de geleider van de disclade en druk vervolgens op de knop HERVATTEN/ANNULEREN (RESUME/ CANCEL) op de printer.
Pagina 506
1858 Oorzaak De geleider van de disclade is open nadat u de inkttank hebt vervangen. Actie Nadat de inkttank is vervangen, sluit u de geleider van de disclade en de bovenklep. Druk op de knop HERVATTEN/ANNULEREN (RESUME/CANCEL) op de printer om de fout te wissen.
Pagina 507
2100 Oorzaak Het papierformaat in de afdrukinstelling komt niet overeen met het papierformaat van het geplaatste papier. Actie Controleer de afdrukinstellingen en het geplaatste papier, plaats papier van het juiste formaat en druk vervolgens op de knop HERVATTEN/ANNULEREN (RESUME/CANCEL) op de printer. Als u het afdrukken wilt annuleren, drukt u nogmaals op de knop HERVATTEN/ANNULEREN (RESUME/ CANCEL) op de printer terwijl het AAN/UIT (POWER)-lampje knippert.
Pagina 508
2101 Oorzaak Het papierformaat in de afdrukinstelling komt niet overeen met het papierformaat van het geplaatste papier. Actie Controleer de afdrukinstellingen en het geplaatste papier, plaats papier van het juiste formaat en druk vervolgens op de knop HERVATTEN/ANNULEREN (RESUME/CANCEL) op de printer. Als u het afdrukken wilt annuleren, drukt u nogmaals op de knop HERVATTEN/ANNULEREN (RESUME/ CANCEL) op de printer terwijl het AAN/UIT (POWER)-lampje knippert.
Pagina 509
2102 Oorzaak De printer heeft gedetecteerd dat het papier is ingevoerd waarbij het aan één kant is uitgelijnd. Actie Plaats het papier in het midden van de achterste lade en schuif de papiergeleiders tegen de zijkanten van het papier. Druk op de knop HERVATTEN/ANNULEREN (RESUME/CANCEL) op de printer om de fout te wissen.
Pagina 510
2103 Oorzaak De printer kan het papierformaat niet detecteren. Actie Druk op de knop HERVATTEN/ANNULEREN (RESUME/CANCEL) op de printer om de fout te wissen en probeer nogmaals af te drukken. Als de fout zich blijft voordoen, zelfs nadat u opnieuw hebt afgedrukt, stelt u de printer met het printerstuurprogramma of de externe gebruikersinterface zo in dat de papierbreedte niet wordt gedetecteerd.
Pagina 511
2500 Oorzaak De oorzaak van het volgende is mogelijk het mislukte automatische uitlijnen van de printkop. • De spuitopeningen van de printkop zijn verstopt. • Papier van een ander formaat dan A4 of Letter is geplaatst. • De papieruitvoersleuf is blootgesteld aan een sterke lichtbron. Actie Druk op de knop HERVATTEN/ANNULEREN (RESUME/CANCEL) op de printer om de fout op te heffen en voer de volgende stappen uit.
Pagina 512
De opgegeven gegevens kunnen niet worden afgedrukt. Actie Wanneer u de inhoud op CREATIVE PARK PREMIUM afdrukt, bevestigt u het bericht op het computerscherm, controleert u of voor alle kleuren originele Canon-inkttanks correct zijn geïnstalleerd en start u het afdrukken opnieuw.
Pagina 513
4103 Oorzaak Kan niet automatisch dubbelzijdig afdrukken met de huidige afdrukinstellingen. Actie Druk op de knop HERVATTEN/ANNULEREN (RESUME/CANCEL) op de printer om het afdrukken te annuleren. Wijzig vervolgens de afdrukinstellingen en druk nogmaals af.
Pagina 514
5100 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Annuleer het afdrukken en schakel de printer uit. Verwijder het vastgelopen papier of beschermende materiaal waardoor de beweging van de printkophouder wordt belemmerd en schakel de printer weer in. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
Pagina 515
5101 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Verwijder het beschermende materiaal en zet de printer uit en weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 516
5200 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet de printer uit en trek de stekker van de printer uit het stopcontact. Steek de stekker van de printer weer in het stopcontact en zet de printer weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 517
5400 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet de printer uit en trek de stekker van de printer uit het stopcontact. Steek de stekker van de printer weer in het stopcontact en zet de printer weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 518
5700 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet de printer uit en trek de stekker van de printer uit het stopcontact. Steek de stekker van de printer weer in het stopcontact en zet de printer weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 519
5B00 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 520
5B01 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 521
5C00 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet de printer uit en trek de stekker van de printer uit het stopcontact. Steek de stekker van de printer weer in het stopcontact en zet de printer weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 522
5C20 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet de printer uit en trek de stekker van de printer uit het stopcontact. Steek de stekker van de printer weer in het stopcontact en zet de printer weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 523
6000 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet de printer uit en trek de stekker van de printer uit het stopcontact. Steek de stekker van de printer weer in het stopcontact en zet de printer weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 524
6001 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Open de voorklep als deze is gesloten. Zet de printer uit en trek de stekker van de printer uit het stopcontact. Steek de stekker van de printer weer in het stopcontact en zet de printer weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 525
6500 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet de printer uit en trek de stekker van de printer uit het stopcontact. Steek de stekker van de printer weer in het stopcontact en zet de printer weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 526
6502 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet de printer uit en trek de stekker van de printer uit het stopcontact. Steek de stekker van de printer weer in het stopcontact en zet de printer weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 527
6800 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet de printer uit en trek de stekker van de printer uit het stopcontact. Steek de stekker van de printer weer in het stopcontact en zet de printer weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 528
6801 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet de printer uit en trek de stekker van de printer uit het stopcontact. Steek de stekker van de printer weer in het stopcontact en zet de printer weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 529
6900 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet de printer uit en trek de stekker van de printer uit het stopcontact. Steek de stekker van de printer weer in het stopcontact en zet de printer weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 530
6901 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet de printer uit en trek de stekker van de printer uit het stopcontact. Steek de stekker van de printer weer in het stopcontact en zet de printer weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 531
6902 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet de printer uit en trek de stekker van de printer uit het stopcontact. Steek de stekker van de printer weer in het stopcontact en zet de printer weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 532
6910 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet de printer uit en trek de stekker van de printer uit het stopcontact. Steek de stekker van de printer weer in het stopcontact en zet de printer weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 533
6911 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet de printer uit en trek de stekker van de printer uit het stopcontact. Steek de stekker van de printer weer in het stopcontact en zet de printer weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 534
6930 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet de printer uit en trek de stekker van de printer uit het stopcontact. Steek de stekker van de printer weer in het stopcontact en zet de printer weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 535
6931 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet de printer uit en trek de stekker van de printer uit het stopcontact. Steek de stekker van de printer weer in het stopcontact en zet de printer weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 536
6932 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet de printer uit en trek de stekker van de printer uit het stopcontact. Steek de stekker van de printer weer in het stopcontact en zet de printer weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 537
6933 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet de printer uit en trek de stekker van de printer uit het stopcontact. Steek de stekker van de printer weer in het stopcontact en zet de printer weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 538
6940 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet de printer uit en trek de stekker van de printer uit het stopcontact. Steek de stekker van de printer weer in het stopcontact en zet de printer weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 539
6941 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet de printer uit en trek de stekker van de printer uit het stopcontact. Steek de stekker van de printer weer in het stopcontact en zet de printer weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 540
6942 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet de printer uit en trek de stekker van de printer uit het stopcontact. Steek de stekker van de printer weer in het stopcontact en zet de printer weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 541
6943 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet de printer uit en trek de stekker van de printer uit het stopcontact. Steek de stekker van de printer weer in het stopcontact en zet de printer weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 542
6944 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet de printer uit en trek de stekker van de printer uit het stopcontact. Steek de stekker van de printer weer in het stopcontact en zet de printer weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 543
6945 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet de printer uit en trek de stekker van de printer uit het stopcontact. Steek de stekker van de printer weer in het stopcontact en zet de printer weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 544
6946 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet de printer uit en trek de stekker van de printer uit het stopcontact. Steek de stekker van de printer weer in het stopcontact en zet de printer weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 545
6A80 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet de printer uit en trek de stekker van de printer uit het stopcontact. Steek de stekker van de printer weer in het stopcontact en zet de printer weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 546
6A81 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet de printer uit en trek de stekker van de printer uit het stopcontact. Steek de stekker van de printer weer in het stopcontact en zet de printer weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 547
6A90 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet de printer uit en trek de stekker van de printer uit het stopcontact. Steek de stekker van de printer weer in het stopcontact en zet de printer weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 548
B200 Oorzaak Er is een fout opgetreden waarvoor u contact moet opnemen met het ondersteuningscentrum. Actie Zet de printer uit en trek de stekker van de printer uit het stopcontact. Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 549
C000 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet de printer uit en trek de stekker van de printer uit het stopcontact. Steek de stekker van de printer weer in het stopcontact en zet de printer weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.