Pagina 2
Installatiehandleiding In deze handleiding leest u hoe u een netwerkverbinding voor de printer instelt. Netwerkverbinding Draadloze verbinding De verbinding voorbereiden De printer instellen De configuratieprocedure selecteren De methode drukknop Standaardinstellingen Andere instellingen (Geavanc.instellingen) Uitschakelen WPA/WPA2 Tekens invoeren Problemen oplossen...
Netwerkverbinding Draadloze verbinding a De verbinding voorbereiden Voordat u begint met het instellen van een draadloze verbinding 1. Zorg dat de printer is ingeschakeld. Wanneer het apparaat is ingeschakeld, brandt het AAN/UIT-lampje (A). Opmerkingen over draadloze verbinding • Zorg dat de computer is verbonden met het toegangspunt (A) (of de router van een draadloos netwerk) waarop u de printer wilt aansluiten.
2. Gebruik de knop (A) om het pictogram Instell. draadl.LAN (WLAN setup) weer te geven. 3. Druk op de linker Functie (Function)-knop (B). Het (blauwe) Wi-Fi-lampje (C) brandt wanneer de draadloze verbinding is ingeschakeld. c De confi guratieprocedure selecteren De printer zoekt automatisch naar toegangspunten die WPS (Wi-Fi Protected Setup) ondersteunen. * Als het scherm Methode drukknop wordt weergegeven op de printer Als u niet zeker weet of uw toegangspunt of router deze technologie ondersteunt, drukt u op de knop Stoppen (Stop).
Pagina 5
De methode drukknop d Verbinding via WPS 1. Houd de WPS-knop op het toegangspunt ingedrukt. Raadpleeg de handleiding bij het toegangspunt voor meer informatie over het drukken op de WPS-knop. 2. Druk binnen twee minuten op de knop OK op de printer. Het (blauwe) Wi-Fi-lampje van de printer knippert terwijl er wordt gezocht naar een toegangspunt of wanneer hiermee verbinding wordt gemaakt.
Standaardinstellingen d Verbinding via Standaardinstellingen 1. Selecteer Standaardinstellingen (Standard setup). 2. Druk op de knop OK. 3. Selecteer uw toegangspunt en druk op de knop OK. 4. Een van de onderstaande schermen wordt weergegeven op de printer. 5. Druk op de knop OK. 6.
Pagina 7
d Verbinding via WPS 1. Selecteer WPS. 2. Druk op de knop OK. 3. Selecteer Methode drukknop (Push button method). 4. Druk op de knop OK. 5. Druk op de knop OK. 6. Houd de WPS-knop op het toegangspunt ingedrukt. Raadpleeg de handleiding bij het toegangspunt voor meer informatie over het drukken op de WPS-knop.
Andere instellingen (Geavanc.instellingen) d Verbinding via Geavanc.instellingen 1. Selecteer Andere instellingen (Other setup). 2. Druk op de knop OK. 3. Selecteer Geavanc.instellingen (Advanced setup). 4. Druk op de knop OK. 5. Selecteer uw toegangspunt en druk op de knop OK. 6.
Pagina 9
7. Selecteer het WEP-sleutelnummer dat u wilt gebruiken. 8. Druk op de knop OK. 9. Druk op de knop OK. 10. Voer de WEP-sleutel in. De invoer van tekens is hoofdlettergevoelig. 11. Druk op de linker Functie (Function)-knop. 12. Controleer of de WEP-sleutel juist is. 13.
Pagina 10
WPA/WPA2 7. Druk op de knop OK. 8. Voer de wachtwoordzin in. De invoer van tekens is hoofdlettergevoelig. 9. Druk op de linker Functie (Function)-knop. 10. Controleer of de wachtwoordzin juist is. 11. Druk op de linker Functie (Function)-knop. 12.
Tekens invoeren U kunt de tekens invoeren wanneer het toetsenbord wordt weergegeven op de printer. Volg de onderstaande procedure. 1. U kunt de tekens invoeren wanneer het toetsenbord wordt weergegeven op het LCD-scherm van de printer. De wachtwoordinvoer is hoofdlettergevoelig. Druk daarom zo nodig op de middelste Functie (Function)-knop (A) om te schakelen tussen kleine letters, hoofdletters en numerieke tekens.
Problemen oplossen Standaardinstellingen Het doeltoegangspunt wordt niet gedetecteerd • Is het netwerkapparaat (router en dergelijke) ingeschakeld? Als het netwerkapparaat al is ingeschakeld, schakelt u het uit en weer in. • Controleer de naam van het toegangspunt/netwerk en het netwerkwachtwoord van het toegangspunt of de router. Zijn de computer en het netwerkapparaat geconfi gureerd? •...
Pagina 13
Wanneer u meerdere toegangspunten gebruikt: Selecteer Meerdere toeg.pt. gebr. (Use multiple AccessPoints) en druk op de knop OK. Een onbekend doeltoegangspunt wordt weergegeven Er worden mogelijk toegangspunten in de buurt gedetecteerd. De naam van het doeltoegangspunt wordt niet correct weergegeven Namen van toegangspunten met dubbelbyte tekens worden niet correct weergegeven, maar kunnen wel worden geselecteerd.
Pagina 14
Kan geen verbinding maken met het toegangspunt. (Failed to connect to the access point.) Controleer of de WEP-sleutel die is ingevoerd voor het toegangspunt juist is. Wanneer u WEP-sleutelnummer 2, 3 of 4 van het toegangspunt gebruikt, stelt u het gebruik van WEP-sleutelnummer 1 in of selecteert u een WEP- sleutelnummer door de instellingen voor de draadloze verbinding van de printer direct in te voeren.
Pagina 15
WPA/WPA2 Kan geen verbinding maken met het toegangspunt. (Failed to connect to the access point.) Zorg dat de wachtwoordzin die is ingevoerd voor het toegangspunt correct is. Als het probleem nog niet is opgelost, kunnen er andere oorzaken zijn. Zie ook de volgende gedeelten: Als de DHCP-functie van het toegangspunt inactief is, schakelt u de DHCP-functie in en confi gureert u de •...
Pagina 16
Als u Standaardinstellingen opnieuw wilt uitvoeren 1. Druk op de knop HOME (A). 2. Gebruik de knop (B) om Instell. draadl.LAN (WLAN setup) te selecteren en druk vervolgens op de linker Functie (Function)-knop (C).
Pagina 17
Kan geen verbinding maken. Er wordt geprobeerd verbinding te maken met meerdere toegangspunten tegelijk. (Cannot connect. Connections are being attempted from multiple access points simultaneously.) Het scherm wordt weergegeven wanneer wordt geprobeerd om verbindingen vanaf meerdere toegangspunten tegelijk te maken. Wacht een ogenblik en configureer de WPS-instellingen opnieuw. Druk op de WPS-knop op slechts één toegangspunt.
Geavanc.instellingen Het doeltoegangspunt wordt niet gedetecteerd • Is het netwerkapparaat (router en dergelijke) ingeschakeld? Als het netwerkapparaat al is ingeschakeld, schakelt u het uit en weer in. • Controleer de naam van het toegangspunt/netwerk en het netwerkwachtwoord van het toegangspunt of de router. Zijn de computer en het netwerkapparaat geconfi gureerd? •...
Pagina 19
Wanneer u meerdere toegangspunten gebruikt: Selecteer Meerdere toeg.pt. gebr. (Use multiple AccessPoints) en druk op de knop OK. Een onbekend doeltoegangspunt wordt weergegeven Er worden mogelijk toegangspunten in de buurt gedetecteerd. De naam van het doeltoegangspunt wordt niet correct weergegeven Namen van toegangspunten met dubbelbyte tekens worden niet correct weergegeven, maar kunnen wel worden geselecteerd.
Pagina 20
Kan geen verbinding maken met het toegangspunt. (Failed to connect to the access point.) Controleer of de WEP-sleutel die is ingevoerd voor het toegangspunt juist is. Wanneer u WEP-sleutelnummer 2, 3 of 4 van het toegangspunt gebruikt, stelt u het gebruik van WEP-sleutelnummer 1 in of selecteert u een WEP- sleutelnummer door de instellingen voor de draadloze verbinding van de printer direct in te voeren.
Pagina 21
Het apparaat kan mogelijk geen verbinding maken met het netwerk in de volgende gevallen: Als de DHCP-functie van het toegangspunt inactief is, schakelt u de DHCP-functie in of geeft u het IP-adres (alleen IPv4) van de printer op en confi gureert u de instellingen van de draadloze verbinding opnieuw. Zorg er daarnaast voor dat het geselecteerde WEP-sleutelnummer en de ingevoerde WEP-sleutel correct zijn.
Pagina 22
WPA/WPA2 Kan geen verbinding maken met het toegangspunt. (Failed to connect to the access point.) Zorg dat de wachtwoordzin die is ingevoerd voor het toegangspunt correct is. Als het probleem nog niet is opgelost, kunnen er andere oorzaken zijn. Zie ook de volgende gedeelten: Als de DHCP-functie van het toegangspunt inactief is, schakelt u de DHCP-functie in en confi gureert u de •...
Pagina 23
Als u Geav. instellingen opnieuw wilt uitvoeren 1. Druk op de knop HOME (A). 2. Gebruik de knop (B) om Instell. draadl.LAN (WLAN setup) te selecteren en druk vervolgens op de linker Functie (Function)-knop (C).