BELANGRIJK
50) Het ABS benut zoveel mogelijk
de beschikbare grip maar kan
deze niet verhogen. Rijd dus altijd
voorzichtig op gladde
weggedeelten en neem geen
onnodige risico's.
51) Wanneer het ABS ingrijpt en
trillingen in het rempedaal worden
gevoeld, moet u niet bang zijn
om het pedaal stevig ingedrukt te
houden. Zo zorgt het systeem
voor de kortste remweg op basis
van de conditie van het wegdek.
52) Het ABS wordt ingeschakeld
wanneer de griplimiet van de
banden op het wegoppervlak
wordt bereikt: minder uw snelheid
in overeenstemming met de
beschikbare grip
53) Het ABS kan de door het wegdek
geboden grip niet boven de
limieten van de natuurkundige
wetten laten toenemen.
82
54) Het ABS kan geen ongelukken
voorkomen, waaronder
ongelukken wegens overmatige
snelheid in bochten, rijden op
wegdek met weinig grip of
aquaplaning.
55) De capaciteiten van het ABS
mogen nooit op onverantwoorde
en gevaarlijke wijze worden
uitgetest, waardoor de
persoonlijke veiligheid en die van
anderen in gevaar komt.
56) Voor een goede werking van het
ABS moeten de banden van alle
wielen van hetzelfde merk zijn, in
perfecte conditie verkeren en
vooral van het voorgeschreven
type en maat zijn.
57) Ook als het noodreservewiel
(voor bepaalde versies/markten)
wordt gebruikt, blijft het ABS
werken. Onthoud altijd dat het
noodreservewiel kleiner is dan de
originele band waardoor minder
grip wordt geboden.
ESC-SYSTEEM
(Electronic Stability
Control)
(voor bepaalde versies/markten)
Het ESC-systeem verbetert de
richtingscontrole en stabiliteit van het
voertuig onder diverse
rijomstandigheden.
Het ESC-systeem corrigeert het
onderstuur en overstuur van het
voertuig door de remkracht naar de
juiste wielen te sturen. Ook het door de
motor geleverde koppel kan verlaagd
worden om de controle over het
voertuig te behouden.
Het ESC-systeem maakt gebruikt van
de in het voertuig gemonteerde
sensoren om de baan te bepalen die de
bestuurder wil volgen en vergelijkt
deze met de werkelijke baan van het
voertuig. Wanneer de werkelijke baan
afwijkt van de gewenste baan, grijpt het
ESC-systeem in om het overstuur of
onderstuur van het voertuig te
corrigeren.
❒ Overstuur: treedt op wanneer het
voertuig meer draait dan
overeenkomstig de hoek van het
stuurwiel zou moeten.