BELANGRIJK
21) Net als de motor verbruikt ook
de verwarming brandstof, maar
in mindere mate. Dus om
vergiftiging en verstikking te
voorkomen, mag de extra
verwarming nooit worden
ingeschakeld in een afgesloten
ruimte, zoals een garage of een
werkplaats zonder een
afzuigsysteem voor uitlaatgassen,
ook niet gedurende korte tijd.
22) Net als de motor verbruikt ook
de verwarming brandstof, maar
in mindere mate. Dus om
vergiftiging en verstikking te
voorkomen, mag de extra
verwarming nooit worden
ingeschakeld in een afgesloten
ruimte, zoals een garage of een
werkplaats zonder een
afzuigsysteem voor uitlaatgassen,
ook niet gedurende korte tijd.
.
48
BUITENVERLICHTING
IN HET KORT
Met de linkerhendel kan de
buitenverlichting bediend worden.
De buitenverlichting kan alleen
worden ingeschakeld met de
contactsleutel in de stand MAR.
VERLICHTING UIT
Draaischakelaar in de stand O fig. 57.
57
DAGRIJLICHTEN (DRL)
(voor bepaalde versies/markten)
Met de contactsleutel in de stand MAR
en de draaischakelaar in stand O fig.
57 gedraaid, gaan de dagrijlichten
automatisch aan; de andere lichten en
de binnenverlichting blijven uit. De
automatische werking van de
dagrijlichten kan (voor bepaalde
versies/markten) via het displaymenu
in-/uitgeschakeld worden (zie de
paragraaf "Display" in het hoofdstuk
"Kennismaking met het
instrumentenpaneel).
Als de dagrijlichten zijn uitgeschakeld,
gaat er bij de draaischakelaar in stand
O geen enkel licht branden.
23)
STADSLICHT EN
DIMLICHT
Draai, met de contactsleutel in de stand
MAR, de draaischakelaar naar
58.
F1A0064
Als het dimlicht wordt ingeschakeld,
gaan de dagrijlichten uit en worden het
stadslicht en het dimlicht ingeschakeld.
Het controlelampje
instrumentenpaneel gaat branden.
fig.
op het