PERIODIEKE
CONTROLES
Vóór een lange reis controleren en
eventueel bijvullen:
❒ niveau motorkoelvloeistof;
❒ remvloeistofniveau;
❒ controle en herstel van het additief
niveau voor AdBlue Diesel emissies
(UREUM) (voor bepaalde versies
/markten indien aanwezig);
❒ vloeistofniveau ruitensproeier;
❒ conditie en spanning banden;
❒ werking verlichting (koplampen,
richtingaanwijzers,
alarmknipperlichten, enz..);
❒ werking ruitenwissers/-sproeiers en
stand/slijtage wisserbladen
voor/achter.
Voor een goede werking en onderhoud
van het voertuig, is het raadzaam de
bovenstaande werkzaamheden
regelmatig uit te voeren (het is
raadzaam ongeveer elke 1000 km het
niveau van de motorolie te controleren
en elke 3000 km bij te vullen).
246
ZWAAR GEBRUIK
VAN DE AUTO
Als vooral een intensief gebruik van het
voertuig wordt gemaakt, zoals:
❒ het trekken van aanhangers of
caravans;
❒ het rijden op stoffige wegen;
❒ talrijke korte ritten (minder dan 7-8
km) en bij buitentemperaturen onder
het vriespunt;
❒ de motor vaak stationair draait of
lange afstanden worden gereden
bij lage snelheden of als het voertuig
lang niet wordt gebruikt;
dienen de volgende controles vaker te
worden uitgevoerd dan aangegeven
in het Geprogrammeerd
onderhoudsschema:
❒ remblokken van schijfremmen voor
op conditie en slijtage controleren;
❒ slot van motorkap en achterklep op
aanwezigheid van vuil controleren,
schoonmaken en mechanismen
smeren;
❒ visueel de toestand controleren van:
motor, versnellingsbak, transmissie,
slangen en leidingen (uitlaat,
brandstof- en remsysteem) en rubber
elementen (stofkappen - hoezen -
bussen enz.);
❒ laadtoestand accu en niveau
accuvloeistof (elektrolyt) controleren;
❒ conditie van aandrijfriemen van
hulporganen visueel controleren;
❒ motorolie en oliefilter controleren en
zo nodig vervangen;
❒ Herstel het additief niveau voor
AdBlue Diesel emissies (UREUN)
(voor versies/markten, indien van
toepassing), bij het aangaan van de
lamp of de melding op het
instrumentenpaneel;
❒ pollenfilter controleren en zo nodig
vervangen.