TANKEN
IN HET KORT
Tank uitsluitend diesel voor
motorvoertuigen conform de
Europese specificatie EN590.
Zet de motor af alvorens te tanken.
WERKING BIJ LAGE
TEMPERATUREN
Bij zeer lage buitentemperaturen kan de
vloeibaarheid van de dieselolie
onvoldoende worden wegens de
vorming van paraffine met een slechte
werking van het
brandstoftoevoersysteem als gevolg.
Om deze problemen te voorkomen, zijn
afhankelijk van het seizoen
verschillende soorten dieselolie
beschikbaar: zomerdiesel, winterdiesel
en arctische diesel (koude landen).
Als diesel wordt getankt met
specificaties die niet geschikt zijn voor
de gebruikstemperatuur, wordt
geadviseerd om TUTELA DIESEL ART
additief in de op de verpakking
aangegeven verhoudingen met de
brandstof te mengen. Schenk het
additief vóór de dieselolie in de tank.
110
Als het voertuig gedurende een lange
periode in de bergen of in koude zones
wordt gebruikt of geparkeerd, wordt
geadviseerd om met de plaatselijk
beschikbare dieselolie te tanken.
In dit geval wordt tevens geadviseerd
om de tank meer dan 50% gevuld
te houden.
19)
TANKEN
Om de tank volledig te vullen, kan men
twee keer bijvullen nadat het
tankpistool is afgeslagen. Meer bijvullen
kan storingen in het
brandstoftoevoersysteem veroorzaken.
TANKDOP
Bij het tanken, open Deur A fig. 141
gelegen aan de linkerkant van het
voertuig, derhalve schroef de
vergrendeldop B los fig. 141 door het
tegen de klok in te draaien.
Voor versies / marketen indien van
toepassing, plaats de contactsleutel de
vergrendelknop van de dop. Draai het
tegen de klok in en verwijder de
vergrendeldop door het vastgrijpen van
de sleutel. Tijdens het tanken moet
de contactsleutel niet uit de
vergrendeldop worden verwijdert.
Tijdens het bijtanken, kan de
vergrendeldop aan een geschikte plaats
op de deur A worden opgehangen (fig.
141).
141
De hermetische afsluiting kan een lichte
toename van de druk in de tank
veroorzaken. Een eventueel
ontluchtingsgeluid wanneer de dop
wordt losgedraaid is dus volkomen
normaal.
F1A5004