MODE
56
Door de draaiknop D in de maximaal
koude stand te zetten (draaiknop in
blauwe gebied), zal lucht op
omgevingstemperatuur uit de
uitstroomopeningen voor de
beenruimte achterin stromen (onder de
stoelen van de 2e-3e rij bij
Panoramaversies en uit het rooster aan
de zijde van de linker wielkuip bij
Combiversies).
Door de draaiknop D op de maximaal
warme stand te zetten (draaiknop in
rode gebied), zal warme lucht (bij
warme motor) uit de
uitstroomopeningen voor de
beenruimte achterin stromen (onder de
stoelen van de 2e-3e rij bij
Panoramaversies en uit het rooster aan
de zijde van de linker wielkuip bij
Combiversies).
EXTRA
KLIMAATREGELING
ACHTER (Panorama- en
Combiversies)
(voor bepaalde versies/markten)
De Panorama- en Combiversies
beschikken over een
hoofdverwarmings-/
klimaatregelsysteem en een extra
verwarming (optioneel), met
F1A0305
bedieningsknoppen op de
hemelbekleding boven de tweede rij
stoelen fig. 55. Deze klimaatregeling
wordt ingeschakeld met de knop F fig.
56 op het bedieningspaneeltje. Deze
klimaatregeling werkt alleen wanneer de
hoofdklimaatregeling is ingeschakeld.
❒ Als de draaiknop D in de maximaal
koude stand is geplaatst (draaiknop
in blauwe gebied), stroomt er koude
lucht uit de uitstroomopeningen in
de hemelbekleding.
❒ Als de draaiknop D in de maximaal
warme stand wordt geplaatst
(draaiknop in rode gebied), stroomt er
warme lucht (bij warme motor) uit
de uitstroomopeningen voor de
beenruimte achterin (onder de
stoelen van de 2e-3e rij bij
Panoramaversies en uit het rooster
aan de zijde van de linker wielkuip bij
Combiversies).
❒ Als de draaiknop D in een
tussenstand wordt geplaatst, wordt
de lucht verdeeld over de
uitstroomopeningen in de
hemelbekleding en de
uitstroomopeningen voor de
beenruimte achterin, waarbij de
temperatuur wordt aangepast.
BELANGRIJK Bij inschakeling van de
compressor van de
hoofdklimaatregeling (door op knop E
te drukken), wordt automatisch de
eerste ventilatorsnelheid ingeschakeld,
ook als de ventilator van de extra
klimaatregeling in de stand 0 staat. Zo
wordt ijsvorming en mogelijke
beschadiging van dit onderdeel
voorkomen.
47