BELANGRIJK Plak geen stickers op de
elektrische weerstandsdraden aan de
binnenzijde van de achterruit, om
beschadiging te voorkomen.
51
INSCHAKELING VAN DE
INTERNE
LUCHTRECIRCULATIE
Draai knop D naar
.
Geadviseerd wordt de interne
luchtrecirculatie in te schakelen in de file
of in tunnels, om te voorkomen dat er
vervuilde lucht in het interieur komt.
Gebruik de functie niet langdurig, vooral
als er meerdere passagiers aan boord
zijn, om te voorkomen dat de ruiten
beslaan.
BELANGRIJK Met de interne
luchtrecirculatie kan de gewenste
toestand (verwarming of koeling,
afhankelijk van de keuze) sneller bereikt
worden.
Het wordt echter afgeraden de
luchtrecirculatie in te schakelen op
regenachtige of koude dagen omdat dit
de mogelijkheid dat de ruiten beslaan
aanzienlijk doet toenemen.
ONDERHOUD VAN HET
SYSTEEM
Schakel in de winter de klimaatregeling
F1A0330
minstens eens per maand ongeveer
10 minuten in. Laat vóór het begin van
het zomerseizoen het systeem
controleren door het Fiat
Servicenetwerk.
Opmerking Het systeem gebruikt het
koelmiddel R134a dat het milieu niet
verontreinigt als het per ongeluk
weglekt. Gebruik nooit het koelmiddel
R12, aangezien dit niet compatibel
is met de systeemcomponenten.
AUTOMATISCHE
KLIMAATREGELING
(voor bepaalde versies/markten)
ALGEMENE INFORMATIE
De automatische klimaatregeling regelt
de temperatuur, de hoeveelheid en
de verdeling van de lucht in het
interieur.
De temperatuurregeling is gebaseerd
op de "gelijkwaardige temperatuur":
m.a.w. het systeem werkt continu om
het comfort in het interieur op een
constant peil te houden en om
eventuele verschillen in de
weersomstandigheden buiten te
compenseren, met inbegrip van
zonnestralen die worden waargenomen
door een speciale sensor.
De automatisch geregelde parameters
en functies zijn:
❒ luchttemperatuur bij de roosters;
❒ luchtverdeling bij de roosters;
❒ ventilatorsnelheid (traploze regeling
van de luchtstroom);
❒ inschakeling van de compressor
(voor koelen/ontvochtigen van de
lucht);
❒ luchtrecirculatie.
35