Alle functies kunnen handmatig worden
gewijzigd. Met andere woorden, men
kan een of meer functies selecteren en
de parameters naar wens veranderen.
Hierbij wordt echter de automatische
regeling van de functies die handmatig
zijn gewijzigd uitgeschakeld: het
systeem grijpt alleen in om
veiligheidsredenen (bijv. kans op
beslaan).
De handmatige instellingen hebben
altijd voorrang boven de automatische
instellingen en blijven opgeslagen totdat
de gebruiker het systeem weer op
automatische werking zet door op de
knop AUTO te drukken, behalve in
de gevallen dat het systeem om
veiligheidsredenen ingrijpt.
Als men handmatig een functie
aanpast, blijven de andere functies
automatisch geregeld.
De luchttemperatuur in het interieur
wordt altijd automatisch geregeld op
basis van de ingestelde temperatuur op
het display (behalve wanneer het
systeem is uitgeschakeld of onder
bepaalde omstandigheden waarin de
compressor is uitgeschakeld).
36
Het systeem biedt handmatige instelling
van de volgende parameters en
functies: luchttemperatuur,
ventilatorsnelheid (traploze regeling);
luchtverdeling in zeven standen;
inschakeling van de compressor; snel
ontwasemen/ontdooien;
luchtrecirculatie; uitschakelen van het
systeem.
BEDIENINGSELEMENTEN
A AUTO-knop automatische regeling
van alle functies
B Draaiknop luchtverdeling.
C Display.
D Regelknop snel ontwasemen/
ontdooien (MAX DEF functie).
E Systeem uitschakelen OFF-knop.
F Knop voor inschakelen/uitschakelen
compressor.
G Regelknop luchtrecirculatie.
H Regelknoppen ventilatorsnelheid.
I Regelknop
temperatuursverhoging/-verlaging.
52
GEBRUIK VAN DE
KLIMAATREGELING
Het systeem kan op verschillende
manieren ingeschakeld worden; het
verdient echter aanbeveling op de
AUTO-knop te drukken en de gewenste
temperatuur op het display in te stellen.
De luchttemperatuur in het interieur
wordt altijd automatisch geregeld op
basis van de ingestelde temperatuur die
zo snel mogelijk wordt bereikt. Het
systeem regelt de temperatuur, de
hoeveelheid en de verdeling van de
lucht in het interieur en zorgt, door het
gebruik van de recirculatiefunctie,
voor de inschakeling van de
compressor. Tijdens de volledig
automatische werking van het systeem,
dient men eventueel alleen de
volgende functies handmatig in te
schakelen:
F1A0054