75
PARKEERLICHTEN
Deze lichten kunnen alleen worden
ingeschakeld met de contactsleutel in
de stand STOP of verwijderd, door
de linker ring eerst naar de stand O en
vervolgens naar de stand
draaien. Het
controlelampje op
het instrumentenpaneel gaat branden.
ACHTERRUITVERWARMING
(voor bepaalde versies/markten)
Druk op de knop A fig. 76 om in te
schakelen. Dit is een tijdgeregelde
functie die na 20 minuten automatisch
uitschakelt.
MODE
76
F1A0323
ACCULOSKOPPELFUNCTIE
(ACCUSCHAKELAAR)
(voor bepaalde versies/markten)
De acculoskoppelfunctie wordt
ingeschakeld met de contactsleutel in
de stand BATT, zoals aangegeven
of
te
op het speciale plaatje in de zone
getoond in fig. 77.
77
Druk, om de contactsleutel naar de
stand BATT te draaien, op de (rode)
knop A fig. 78.
F1A0330
78
De accu wordt losgekoppeld d.m.v.
onderbreking van de massakabel, circa
45 seconden nadat de sleutel in de
stand BATT is gedraaid.
Deze 45 seconden zijn noodzakelijk
om:
❒ de bestuurder de tijd te geven uit te
stappen en de portieren te
vergrendelen met de
afstandsbediening;
❒ te kunnen garanderen dat alle
elektrische systemen van het voertuig
zijn uitgeschakeld.
Bij losgekoppelde accu, kan het
F1A0082
voertuig uitsluitend worden geopend
door het mechanische slot van het
bestuurdersportier te ontgrendelen.
F1A0083
61