GROEP 2
Kinderen met een gewicht tussen 15 en
25 kg mogen rechtstreeks de
veiligheidsgordels van het voertuig
gebruiken fig. 159.
Het kinderzitje is in dit geval nodig om
het kind correct ten opzichte van de
gordels te plaatsen, zodat het
diagonale gordelgedeelte schuin over
de borst en nooit langs de nek ligt; het
onderste gordelgedeelte moet over
het bekken en niet over de buik liggen.
114)
159
170
GROEP 3
De borstomvang van kinderen met een
gewicht tussen 22 en 36 kg is groot
genoeg om gewoon tegen de
rugleuning te kunnen steunen zonder
gebruik te maken van een kinderzitje.
In de fig. 160 afbeelding is de juiste
plaatsing van het kinderzitje op de
achterstoel weergegeven.
114)
160
Kinderen langer dan 1,50 m kunnen de
veiligheidsgordels net zoals
F1A0153
volwassenen dragen.
F1A0154