PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
1. Wielasmoer
Afstellen van de kettingspanning
1. Draai de asmoer en de remklauwbeu-
gelbout los.
6
1. Remklauwbeugelbout
2. Draai de borgmoeren aan beide zijden
DAU01748
van de zwaaiarm los.
3. Om de kettingspanning te verhogen,
draait u de kettingstelmoeren in de
richting a. Om de kettingspanning te
verlagen, draait u de kettingstelmoe-
ren in de richting b en duwt u het ach-
terwiel naar voren. Draai de beide
kettingstelmoeren precies even ver in
of uit, zodat het achterwiel goed ge-
richt blijft.
4. Draai de borgmoeren weer vast.
LET OP:
@
Als de ketting te strak staat zal de motor
te zwaar belast worden. Zorg dat de ket-
tingspanning binnen de voorgeschre-
ven limieten blijft.
@
1. Afstelbout (× 2)
2. Borgmoer (× 2)
3. Aantrekkoppel wielas
5. Draai de asmoer en de remklauwbeu-
DCA00025
6-23
gelbout vast met het voorgeschreven
aantrekkoppel.
Aantrekkoppel:
Asmoer:
150 Nm (15 m·kg)
Remklauwbeugelbout:
48 Nm (4,8 m·kg)