FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
3
Benzinetankdop
Openen
Schuif het het afsluitplaatje weer over het
sleutelgat, steek de sleutel in het sleutelgat
en draai deze 1/4 slag rechtsom. De dop is
nu van het slot gehaald en kan verwijderd
worden.
Sluiten
Plaats de benzinetankdop met de pijl naar
voren wijzend en druk de dop vast. Draai de
sleutel terug naar links en verwijder deze.
Schuif het afsluitplaatje weer over het slot.
OPMERKING:
@
De benzinetankdop kan niet op de tank ge-
draaid worden als de sleutel niet in het sleu-
telgat steekt. Als de benzinetankdop niet
goed is gesloten, kan de sleutel er niet uit
verwijderd worden.
@
WAARSCHUWING
@
Kontroleer altijd of de benzinetankdop
goed op de bezinetank zit, alvorens weg
te rijden.
DAU02917
@
DW000023
1. Vulslang
2. Brandstofpeil
Benzine
Kontroleer of er zich voldoende benzine in
de benzinetank bevindt. Vul de brandstof-
tank tot onderaan de vulhals, zoals in de af-
beelding aangegeven.
@
Zorg dat de benzinetank niet al te vol is.
Let tevens op dat er geen benzine op
een heet motorblok wordt gemorst. Vul
de tank nooit verder dan tot onderaan de
vulhals, anders bestaat de kans dat de
benzinetank overloopt, als de benzine
door verwarming uitzet.
@
3-9
WAARSCHUWING
DAU01183
DW000130