BEDIENING EN BELANGRIJKE TIPS VOOR HET RIJDEN
1. Draai de hendel van de benzinekraan
naar "ON".
5
2. Draai de kontaktslot-schakelaar naar
"ON" en de motorstop-schakelaar
naar "
".
3. Zet de versnelling vrij.
OPMERKING:
@
Als de versnelling in vrij staat, dient het vrij-
stand-kontrolelampje op te lichten. Als het
kontrolelampje niet oplicht, raadpleeg dan
een Yamaha dealer voor kontrole.
@
4. Open de chokeknop (choke) en draai
de gashendel volledig dicht.
5. Start de motor door op de startschake-
laar te drukken.
OPMERKING:
@
Als de motor niet onmiddellijk aanslaat, laat
de startschakelaar dan los, wacht enkele
sekonden en probeer het nogmaals. Om de
accu te sparen, dient u de startmotor nooit
langer dan 10 sekonden achtereen te laten
draaien.
@
6. Nadat u de motor heeft gestart, draait
u de chokeknop (choke) ongeveer
voor de helft terug.
5-3
OPMERKING:
@
Voor een lange levensduur van de motor
dient u de motor voor wegrijden warm te la-
ten lopen. Geef nooit vol gas als de motor
nog koud is.
@
7. Als de motor warm is, schakelt u de
chokeknop (choke) helemaal uit.
OPMERKING:
@
De motor is voldoende opgewarmd als
deze goed op de gashendel reageert wan-
neer de chokeknop (choke) volledig uit
staat.
@