-
-
-
-
Er kan worden omgeschakeld bij nullast of tijdens het lassen.
TIG-lasbrander Setup
Activeren / deactiveren van de welving-modus via de lasbrandertoets
Lasbrandertoets I2 - welving-modus = aan:
Activering van de welving-modus door de lasbrandertoets lang in te drukken is
mogelijk
Lasbrandertoets I2 - welving-modus = uit:
Activering van de welving-modus door de lasbrandertoets lang in te drukken is
niet mogelijk
Netwerkparame-
1
ters handmatig
2
instellen
Het overzicht van Setup netwerk wordt weergegeven.
Als DHCP is geactiveerd, worden de netwerkparameters IP-adres, netwerkmas-
ker en standaardgateway grijs weergegeven en kunnen ze niet worden ingesteld.
3
4
DHCP wordt gedeactiveerd, de netwerkparameters kunnen nu worden ingesteld.
5
6
Het numerieke toetsenbord voor de geselecteerde netwerkparameter wordt
weergegeven.
7
8
De waarde voor de netwerkparameters wordt overgenomen, het overzicht Setup
netwerk wordt weergegeven.
9
Bij een lasstart wordt automatisch de job met het laagste nummer in de job-
groep geselecteerd.
U kunt binnen een jobgroep naar de job met het volgende hogere nummer
omschakelen door kort op de lastoortstoets te drukken (< 0,5 seconde).
Om de lasprocedure te beëindigen, drukt u de lastoortstoets langer dan 0,5
seconde in.
Om naar de volgende jobgroep te gaan, drukt u twee keer kort op de lasbran-
dertoets
(< 0,3 s, 2 x).
Voorkeuren / Systeem / Setup netwerk selecteren
Netwerk selecteren
Stelwiel draaien en DHCP selecteren
Het stelwiel indrukken
Stelwiel draaien en de gewenste netwerkparameter selecteren
Het stelwiel indrukken
Een waarde voor den netwerkparameters invoeren
'OK' selecteren en de waarde voor de netwerkparameters bevestigen / stel-
wiel indrukken
'Opslaan' selecteren om de wijzigingen in Setup netwerk over te nemen
243