Gevaar door naar buiten komende elektrode.
Dit kan ernstig lichamelijk letsel veroorzaken.
▶
▶
▶
▶
14
Handelwijze bij het vervaardigen van een laspunt:
1
2
3
4
5
OPMERKING!
De ingestelde parameters voor de lasstart en het laseinde zijn ook actief voor
het puntlassen.
▶
▶
Intervallassen
1
2
3
4
5
6
GEVAAR!
Lasbrander zodanig houden, dat de kop van de lasbrander niet op gezicht en
lichaam is gericht.
Een geschikte veiligheidsbril gebruiken.
De lasbrander niet op personen richten.
Ervoor zorgen dat de draadelektrode alleen opzettelijk contact kan maken
met elektrisch geleidende voorwerpen.
Puntlassen
Lasbrander verticaal houden
Brandertoets indrukken en loslaten
Positie van de lasbrander handhaven
Nastroomtijd gas afwachten
Lasbrander optillen
Onder Procesparameter / Algemeen MIG/MAG / Lasstart/laseinde kan zo
een lasstart/laseindebewerking voor het puntlassen worden opgeslagen.
Als de eindstroomtijd is geactiveerd, is het laseinde niet na de ingestelde
puntlastijd, maar pas nadat de ingestelde Slope- en eindstroomtijd zijn door-
lopen.
Gewenste lasprocedure selecteren:
-
via de statusregel - zie vanaf pagina
of
-
via de menubalk - zie vanaf pagina
De bedrijfsmodus voor intervallassen selecteren:
-
via de statusregel - zie vanaf pagina
of
-
via de menubalk - zie vanaf pagina
Extra materiaal, de draaddiameter en het beschermgas selecteren
Afhankelijk van de geselecteerde lasprocedure de gewenste lasparameters
instellen
Intervallassen activeren:
Op de statusregel de weergave Procesfuncties selecteren
1.
2.
Interval selecteren
of
1.
Onder Procesparameter / Algemeen / Interval de parameter Interval op
"Aan" instellen
Intervallassen is geactiveerd, op de statusregel brandt de weergave In-
terval.
De overige parameters voor intervallassen instellen:
Interval lastijd, Interval pauzetijd, Interval cycli,
158
160
158
160
167