Na het lassen blijft het koelapparaat nog 2 minuten werken. Na deze periode van
2 minuten schakelt ook het koelapparaat uit.
aan
Continuloop
Zodra de stroombron wordt ingeschakeld, begint het koelapparaat te werken
(ventilator en koelvloeistofpomp draaien permanent)
uit
Geen bedrijf, ook niet wanneer het lassen begint
zuinig
De koelvloeistofpomp begint te werken als het lassen begint.
De ventilator begint te werken bij een retourtemperatuur van de koelvloeistof van
40 °C (104 °F) (alleen in combinatie met de optie Flow-Thermo-Sensor).
Bij het vullen van het lasbranderslangenpakket wordt de koelvloeistofpomp 10
seconden ingeschakeld zodra de stroomsnelheid > 0,7 l/min. is.
Na het beëindigen van het lassen blijft het koelapparaat nog minstens 15 secon-
den werken. Zodra de retourtemperatuur van de koelvloeistof < 40 °C is, wordt
het koelapparaat uitgeschakeld.
De max. nalooptijd is 2 minuten.
Filtertijd stromingsmonitor
(alleen wanneer op het koelapparaat de optie Flow-Thermo-Sensor aanwezig is)
voor het instellen van de tijd tussen de reactie van de stromingsmonitor en het
geven van een waarschuwing
5 - 25 s
Fabrieksinstelling: 10 s
Waarschuwingsgrens doorstroming koeler
(alleen als de optie doorstromingstemperatuursensor beschikbaar is op het koel-
apparaat)
Als de parameter geactiveerd is, wordt een waarschuwing gegenereerd wanneer
de waarde onder de ingevoerde waarde komt.
uit / 0,75 / 0,8 / 0,85 / 0,9 / 0,95
Fabrieksinstelling: uit
Toevoer
Invoersnelheid
voor het instellen van de draadsnelheid waarmee de draadelektrode of de las-
draad in het lasbranderslangenpakket wordt ingevoerd
Bijvoorbeeld: 2 - 25 m/min / 20 - 3.935 ipm
(afhankelijk van draadtoevoer)
Fabrieksinstelling: 10 m/min
OPMERKING!
De invoersnelheid kan ook worden ingesteld in het venster dat wordt geopend
wanneer op de toets Draadinvoer wordt gedrukt:
▶
Toets Draadinvoer indrukken
▶
Stelwiel indrukken en draaien om de waarde voor de invoersnelheid te wijzi-
gen
▶
"Sluiten" selecteren of stelwiel indrukken om de waarde over te nemen
Stroombron
215