10
voor geschaalde oppervlakken, hoge meetgerelateerde storingsgevoeligheid
Niet geschikt voor lassen met meerdere stroombronnen op één onderdeel!
Geïsoleerde oppervlakken kunnen niet worden gedetecteerd.
Procedure voor het bepalen van de Touchsensing-gevoeligheid:
-
met de fabrieksinstelling 1 starten
-
als er geen activeringssignaal is, de Touchsensing-gevoeligheid verhogen
BELANGRIJK! Een hogere Touchsensing-gevoeligheid verhoogt ook de storings-
gevoeligheid!
Randdetectie "WireSense"
voor het activeren/deactiveren van randdetectie met WireSense (optie)
uit / 0,5 - 20,0 mm
Fabrieksinstelling: uit
De randdetectie 'WireSense' werkt alleen
-
bij geautomatiseerde toepassingen
-
als de OPT/i WireSense aanwezig is op de stroombron (software geactiveerd)
-
in combinatie met de CMT-systeemcomponenten WF 60i Robacta Drive
CMT, SB 500i R met draadbuffer of SB 60i R en WFi Reel.
WireSense wordt meestal geactiveerd via een robotregelaar. Zodra een waarde >
0,5 mm wordt opgegeven door de robotregelaar, wordt de waarde die handmatig
is ingesteld op de huidige stroombron overschreven.
Als de parameter ontstekingstime-out geactiveerd is, geldt dit ook voor WireSen-
se.
Voor hogergeplaatste robotregelaars met een klein signaalbereik (bijv. lineaire
voertuigen), kan WireSense handmatig op de stroombron worden ingesteld.
Voorbeeld Economy-Image:
-
Start / Stop vindt via de besturing plaats.
-
De randhoogte wordt op de huidige stroombron ingesteld.
217