Bewerken van een Spoor
De volgende bewerkingen worden ondersteund tijdens
spoorbewerking (systeemspoor, Sporen 01 - 16).
• Wissen van een enkel spoor
• Kopiëren van het ene spoor naar het andere (alleen bij
Sporen 01 - 16)
• Combineren van twee sporen in een enkel spoor (aleen
Sporen 01 - 16)
Starten van een spoor editorbewerking
1.
Druk op de C-4 (SONG SEQUENCER) toets om
de melodiesequencermodus in te schakelen.
2.
Houd de R-13 (FUNCTION) toets ingedrukt en
druk op de C-4 (EDIT) toets om het
bewerkingsscherm te tonen.
3.
Verplaats d.m.v. de R-17 (t, y) toetsen de 0
naar "TrackEdit" en druk daarna op de R-16
(ENTER) toets.
• Hierdoor wordt het hieronder getoonde
spoorbewerkingsmenu weergegeven.
Gebruiken van de melodiesequencer
Wissen van een enkel spoor
1.
Voer de procedure uit onder "Starten van een
spoor editorbewerking" op pagina D-85 om het
spoorbewerkingsmenu te tonen.
2.
Druk op de R-16 (ENTER) toets.
• Hierdoor verschijnt het "Clear Track" scherm.
3.
Specificeer d.m.v. de draairegelaar of R-17 (u,
i) toetsen het spoor dat u wilt wissen.
• Een zwart blokje (
spoornummer geeft aan dat er reeds data opgenomen
is in dat spoor.
• U kunt de spoor selecteren d.m.v. de draairegelaar of
R-14 (–, +) toetsen.
4.
Druk op de R-16 (ENTER) toets.
5.
Druk als reactie op de "Sure?" boodschap die
verschijnt op de R-14 (YES) toets om te laden of
op de R-14 (NO) toets om te annuleren.
) in de niveaumeter boven een
D-85