PORTIEREN
OPENEN/SLUITEN MET DE
HAND
ATTENTIE!
Open een portier alleen
wanneer de omstandighe-
den hiervoor veilig zijn.
Voorportieren fig. 90
Bij het openen van de portieren en bij uit-
genomen sleutel, hoort u een akoestisch
signaal als de buitenverlichting nog brandt.
Het akoestische signaal stopt als u de ver-
lichting uitschakelt, de portieren sluit of
als u de motor start.
Bij het openen van een van de voorpor-
tieren en met de contactsleutel in het con-
tactslot, hoort u een akoestisch signaal als
een van de twee portieren niet goed ge-
sloten is; tegelijkertijd gaat het lampje
op het instrumentenpaneel branden.
Het slot ontgrendelen: steek de metalen
baard van de sleutel in het slot en draai de
sleutel linksom.
Het slot vergrendelen: steek de metalen
baard van de sleutel in het slot en draai de
sleutel rechtsom.
fig. 90
Zijschuifdeuren
In geheel geopende stand worden de zij-
schuifdeuren door een vangmechanisme
opengehouden: om de deur te vergrende-
len, moet u de deur tegen de aanslag druk-
ken; om de deur te ontgrendelen moet u
de deur krachtig naar voren trekken.
Zorg er in ieder geval voor dat de geo-
pende deur op de juiste wijze is vastge-
haakt aan het vangmechanisme.
Het slot ontgrendelen: steek de metalen
baard van de sleutel in het slot en draai de
sleutel linksom.
Het slot vergrendelen: steek de metalen
9
baard van de sleutel in het slot en draai de
sleutel rechtsom.
Open de linker zijschuifdeur
niet tijdens het tanken, omdat
hierdoor het tankluikje be-
schadigd kan raken.
F0P0082m
fig. 91
De zijschuifdeuren kunnen zijn voorzien
van ruiten (indien van toepassing).
De ruiten kunnen vanuit het interieur ge-
opend worden. Om de ruiten te openen,
moet u de twee nokken A-fig. 91 naar el-
kaar toe drukken en de ruit openschuiven
terwijl u de nokken ingedrukt houdt, tot-
dat de gewenste openingsstand is bereikt.
Als de ruiten geopend zijn, controleer dan
of ze vergrendeld zijn.
F0P0083m
69