ATTENTIE!
ZEER GEVAARLIJK: Monteer
absoluut geen kinderzitje ach-
terstevoren op de passagiers-
stoel voor als de airbag aan
passagierszijde is ingescha-
keld (ON). Als bij een ongeval
de airbag wordt geactiveerd, kan het
kind hierdoor dodelijke verwondingen
oplopen. Als er geen andere mogelijk-
heid is, moet in ieder geval de airbag
aan passagierszijde uitgeschakeld wor-
den als het kinderzitje op de passa-
giersstoel voor wordt geplaatst. Bo-
vendien moet de passagiersstoel zo ver
mogelijk naar achteren zijn geschoven
om te voorkomen dat het kinderzitje
eventueel in aanraking komt met het
dashboard. Ook als het niet wettelijk
verplicht is, raden wij u aan, voor een
optimale bescherming van de volwas-
senen, de airbag onmiddellijk weer in
te schakelen zodra er geen kinderen
meer vervoerd worden.
108
fig. 18
FRONTAIRBAG EN SIDEBAG
(indien aanwezig) AAN
PASSAGIERSZIJDE HANDMATIG
UITSCHAKELEN
Als het absoluut noodzakelijk is een kind
op de passagiersstoel voor te vervoeren,
moeten de frontairbag en de sidebag (in-
dien aanwezig) aan passagierszijde worden
uitgeschakeld.
De schakelaar fig. 18 bevindt zich op de
rand van het dashboardkastje; open het
klepje van het dashboardkastje om de
schakelaar te bereiken.
Draai met de contactsleutel het slot van
de schakelaar in stand OFF om de airbag
uit te schakelen of in stand ON om de air-
bag in te schakelen.
Het waarschuwingslampje
board blijft continu branden totdat de
frontairbag en de zij-airbag (sidebag) (in-
dien aanwezig) aan passagierszijde op-
nieuw worden ingeschakeld.
F0P0115m
"
op het dash-