fig. 3 - Uitvoering 90 Multijet
MOTOROLIE fig. 3-4
Controleer het oliepeil als de auto op een
vlakke ondergrond staat en enige minuten
(circa 5) na het uitzetten van de motor.
Het oliepeil moet altijd tussen het MIN-
en MAX-merkteken op de oliepeilstok B
staan.
Het verschil tussen het MIN- en MAX-
merkteken komt overeen met ongeveer 1
liter.
Als het olieniveau dicht bij of onder het
MIN-merkteken staat, moet via de olie-
vulopening A motorolie tot aan het
MAX-merkteken worden bijgevuld.
Het olieniveau mag nooit het MAX-merk-
teken overschrijden.
160
F0P0149m
fig. 4a - Uitvoeringen 120 Multijet
en 140 Multijet
fig. 4b - Uitvoeringen 165 Multijet
Trechter voor het bijvullen van
motorolie (uitvoeringen 120
Multijet en 140 Multijet) fig. 5
Om makkelijker olie bij te vullen is er op
de uitvoeringen 120 Multijet en 140 Mul-
tijet een trechter A-fig. 5 geplaatst in de
motorruimte.
F0P0268m
fig. 5
MOTOROLIEVERBRUIK
Als richtlijn geldt een maximaal motoro-
lieverbruik van ongeveer 400 gram per
1000 km.
De motor van een nieuwe auto moet nog
worden ingereden. Dit betekent dat het
motorolieverbruik pas na de eerste 5000
÷ 6000 km stabiliseert.
BELANGRIJK Het motorolieverbruik
F0P0641m
hangt af van de rijstijl en de gebruiksom-
standigheden van de auto.
BELANGRIJK Na het bijvullen of het ver-
versen van de olie, moet u de motor eni-
ge seconden laten draaien, vervolgens de
motor uitzetten en na enige minuten het
oliepeil controleren.
F0P0317m