SYMBOLEN
Op of in de nabijheid van enkele onder-
delen van uw auto zijn plaatjes met een
bepaalde kleur aangebracht met daarop
symbolen die uw aandacht vragen en die
voorzorgsmaatregelen aangeven die u in
acht moet nemen, als u met het be-
treffende onderdeel te maken krijgt.
6
FIAT CODE
Voor een nog betere bescherming tegen
diefstal is de auto uitgerust met een elek-
tronische startblokkering. Het systeem
schakelt automatisch in als de start-/con-
tactsleutel wordt uitgenomen.
In iedere sleutel zit een elektronische
component gemonteerd die bij het star-
ten van de motor een signaal ontvangt via
een speciale antenne die in het start-/con-
tactslot is ingebouwd. Het signaal wordt
bij het starten omgezet in een gecodeerd
signaal en vervolgens aan de regeleenheid
van het CODE-systeem gezonden, die, als
de code wordt herkend, het starten van
de motor mogelijk maakt.
WERKING
Als u bij het starten van de motor de sleu-
tel in stand M draait, dan stuurt het Fiat CO-
DE-systeem een code naar de regeleenheid
van de motor die, als de code wordt herkend,
de blokkering van de functies opheft.
De code wordt alleen verzonden als de re-
geleenheid van het Fiat CODE-systeem de
door de sleutel verzonden code heeft her-
kend.
Iedere keer als u de contactsleutel in stand
S zet, schakelt de Fiat CODE de functies
van de elektronische regeleenheid van de
motor uit.
In dat geval raden wij u aan de sleutel in
stand S en vervolgens in stand M te draai-
en; als de motor geblokkeerd blijft, probeer
het dan opnieuw met de andere geleverde
sleutels. Als de motor nog niet aanslaat,
wendt u dan tot het Fiat Servicenetwerk.
BELANGRIJK Elke sleutel heeft een eigen
code, die in de regeleenheid van het sys-
teem moet worden opgeslagen. Voor het
opslaan van nieuwe sleutels (maximaal
acht) moet u zich tot het Fiat Servicenet-
werk wenden.
Bij krachtige stoten kunnen de
elektronische componenten in
de sleutel beschadigd worden.