Systeem uitschakelen (A/C) A
Het systeem schakelt uit als u op de knop
A drukt. Bij uitgeschakeld systeem zijn de
omstandigheden van de klimaatregeling:
❒ zijn de temperatuurdisplays gedoofd;
❒ is de recirculatie ingeschakeld, waarbij
geen lucht van buiten binnenkomt;
❒ is de aircocompressor uitgeschakeld;
❒ is de aanjager uitgeschakeld.
Ook als het systeem is uitgeschakeld, kan
de achterruitverwarming worden in-/uit-
geschakeld.
BELANGRIJK De regeleenheid van de kli-
maatregeling slaat de ingestelde tempe-
raturen in het geheugen op voordat het
systeem wordt uitgeschakeld. Als u ver-
volgens op een willekeurige knop drukt
(behalve de knop van de achterruitver-
warming), worden de functies weer her-
steld. Als de functie van de ingedrukte
knop niet was ingeschakeld voor de uit-
schakeling, dan wordt deze functie ook ge-
activeerd; als deze daarentegen was inge-
schakeld, blijft de functie gehandhaafd.
Als u de volledig automatische werking
van het systeem weer wilt inschakelen,
druk dan op de knop AUTO.
44
HULPVERWARMING
(indien aanwezig)
Dit systeem zorgt voor een snellere ver-
warming van het interieur bij koud weer.
De uitschakeling van de verwarming vindt
automatisch plaats als het gewenste com-
fort is bereikt.
Automatische tweezone-
klimaatregeling
De hulpverwarming schakelt automatisch
in nadat u de contactsleutel in stand MAR
hebt gezet.
Handmatig regelbare verwarming
en airconditioning
De hulpverwarming wordt automatisch in-
geschakeld als u de draaiknop M of I in het
rode gebied draait en de aanjager ten min-
ste op de eerste snelheid inschakelt (met
de knop D).
BELANGRIJK De hulpverwarming werkt
alleen bij een lage buitentemperatuur en
een lage koelvloeistoftemperatuur.
BELANGRIJK De hulpverwarming wordt
niet ingeschakeld als de accu onvoldoen-
de is opgeladen.