Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

BUITENVERLICHTING

Met de linker hendel fig. 53 kunt u de bui-
tenverlichting in- en uitschakelen.
Als u de buitenverlichting inschakelt wor-
den het instrumentenpaneel en de bedie-
ningsknoppen op het dashboard verlicht.
VERLICHTING UIT fig. 53
Draai de draaiknop A in stand 0.
BUITENVERLICHTING fig. 53
Dit wordt ingeschakeld als de draaischa-
kelaar A van stand 0 in stand
gezet.
DIMLICHTEN fig. 53
De verlichting wordt ingeschakeld als u de
in stand 2/
draaiknop A van stand
6
zet.
Op het instrumentenpaneel gaat het lamp-
je 2 branden.
GROOTLICHT fig. 54
De verlichting wordt ingeschakeld als u de
draaiknop A in stand 2/
1
hendel naar het stuur trekt.
Op het instrumentenpaneel gaat het con-
1
trolelampje
branden.
Als de hendel opnieuw naar het stuurwiel
wordt getrokken, dooft het grootlicht.
fig. 53
wordt
6
1
fig. 54
GROOTLICHTSIGNAAL fig. 54
Trek de hendel naar het stuurwiel (1
vergrendelde stand), ongeacht de stand
van de draaiknop. Op het instrumenten-
paneel gaat het controlelampje
zet en de
den.
F0P0046m
fig. 55
MISTLAMPEN VOOR
(indien aanwezig)
EN MISTACHTERLICHTEN
fig. 55-56
Inschakelen fig. 55:
❒ draai de draaiknop B in de richting van
de pijl:
❒ eerste impuls, onvergrendelde stand, in-
F0P0047m
schakeling mistlampen voor; op het in-
strumentenpaneel gaat het controle-
lampje
5
branden.
e
on-
❒ tweede impuls, onvergrendelde stand,
inschakeling mistachterlichten
1
bran-
F0P0048m
4
.
47

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave