RUITEN REINIGEN
Met de rechter hendel fig. 59 kunt u de
ruitenwissers/-sproeiers en achterruit-
wisser/-sproeier (indien aanwezig) bedie-
nen.
RUITENWISSERS/SPROEIERS
Deze werken uitsluitend als de contact-
sleutel in stand M staat.
De draaiknop van de rechter hendel kan
in vier standen worden gezet:
0
ruitenwissers uitgeschakeld;
wissen met interval;
I
langzaam continu wissen;
1
snel continu wissen.
2
S
Tijdelijk wissen (een slag): als u de
hendel loslaat, springt deze direct
weer in stand 0 en schakelen de rui-
tenwissers automatisch uit.
Als u de hendel iets naar het stuur trekt
(onvergrendelde stand), schakelen de rui-
tensproeiers in, ongeacht de stand van de
draaiknop. Als het dimlicht of grootlicht
brandt, gaan gelijktijdig ook de koplamp-
sproeiers (indien aanwezig) werken. Ver-
volgens voeren de ruitenwissers een cy-
clus van drie slagen uit.
50
fig. 59
Om het onderhoud (bijvoorbeeld het rei-
nigen van de voorruit of het vervangen van
de wisserbladen) eenvoudiger uit te kun-
nen voeren, gaan de ruitenwissers in een
verticale stand staan als de hendel naar be-
neden wordt bewogen binnen 60 secon-
den nadat de contactsleutel in stand S is
gezet of is uitgenomen; de ruitenwissers
kunnen nu omhoog worden geklapt voor
het vervangen van de rubbers of voor het
reinigen.
BELANGRIJK Om eventuele schade aan
de carrosserie te voorkomen, mogen de
ruitenwissers uitsluitend omhoog worden
geklapt als ze eerst in verticale stand zijn
gezet volgens de hiervoor beschreven pro-
cedure.
Gebruik de ruitenwisser niet
om lagen sneeuw of ijs van de
voorruit te verwijderen. In die
omstandigheden grijpt, als de
ruitenwissers te zwaar worden belast, de
beveiliging in, die ervoor zorgt dat de rui-
tenwissers enkele seconden worden uit-
geschakeld. Als hierna de werking niet
wordt hervat (ook na een herstart van
de auto met de contactsleutel), wendt
F0P0051m
u dan tot het Fiat Servicenetwerk.