Ga voor het verwisselen van een
wiel als volgt te werk:
❒ zet de auto stil op een plaats waar het ver-
keer niet in gevaar wordt gebracht en in
alle veiligheid het wiel kan worden ver-
wisseld. Zet de auto zo mogelijk op een
vlakke en stevige ondergrond;
❒ zet de motor uit en trek de handrem aan;
❒ schakel de eerste versnelling of de ach-
teruit in;
❒ trek het veiligheidshesje met reflecte-
rende strepen aan (wettelijk verplicht
in bepaalde landen) voordat u de auto
verlaat;
❒ op enkele uitvoeringen moet de be-
schermklep A-fig. 2 worden verwij-
derd om de krik te bereiken;
❒ neem de slinger A-fig. 3 uit de houder;
❒ draai de blokkeerschroef B-fig. 3 los;
❒ draai met de slinger B-fig. 3 de blok-
keerschroef van de reservewielhouder
los fig. 4;
❒ maak de reservewielhouder los en
neem het reservewiel uit;
❒ verwijder het wieldeksel (indien aan-
wezig) m.b.v. gereedschap uit de ge-
reedschapset;
❒ draai de wielbouten van het te verwis-
selen wiel ongeveer een slag los;
❒ draai de slinger van de krik zo dat hij
iets omhoog komt;
❒ plaats de krik op de daarvoor bestemde
plaats, dicht bij het te verwisselen wiel;
136
fig. 2
fig. 3
❒ controleer of de groef van de krik goed
om de rand van de chassisbalk valt;
❒ waarschuw eventuele omstanders dat
de auto wordt opgekrikt; zorg ervoor
dat ze zich niet in de nabijheid van de
auto bevinden en de auto vooral niet
aanraken totdat de auto weer geheel
op de grond staat;
F0P0294m
fig. 4
F0P0190m
fig. 5
❒ draai de slinger en krik de auto op, tot-
dat het wiel enkele centimeters los van
de grond is. Als u de slinger draait,
moet u zorgen voor voldoende wer-
kruimte, zodat u geen schaafwonden
aan uw hand oploopt door contact met
de grond. Ook de bewegende delen van
de krik (schroefdraad en scharnieren)
kunnen letsel veroorzaken: vermijd
contact met deze onderdelen. Reinig
uw handen zorgvuldig als deze met vet
in contact zijn geweest;
F0P0296m
F0P0295m